Regenwormen en glasvezelkabels meten vervuiling

De regenworm wordt al jaren gebruikt als graadmeter voor de bodemvervuiling. Uit nieuw onderzoek naar deze insecten blijkt echter dat de gezondheidsrisico's voor bepaalde vervuilende stoffen minder groot is dan tot nu toe werd aangenomen. Ander onderzoek toont bovendien aan dat de regenworm als graadmeter een concurrent heeft gekregen in de glasvezelkabels.

Dat betekent dat de risicobeoordeling van grondvervuiling niet klopt. Voor de veiligheid overschatten rekenmodellen de risico’s van vervuiling met een factor tien. De modellen gaan er vanuit dat vervuiling die regenwormen via hun eten opnemen, opgeteld moeten worden bij de huidopname. Dat hoeft dus niet.

Jager verrichtte zijn onderzoek bij het RIVM in Bilthoven samen met het Institute for Risk Assessment Sciences van de Universiteit Utrecht. Via regenwormen onderzocht hij het voorkomen van giftige organische stoffen zoals pcb's, pak's en chloorbenzenen in de bodem. Daarnaast bepaalde hij hoe regenwormen deze stoffen opnemen. In het onderzoek krioelen regenwormen enkele weken in potten met te onderzoeken modder. Daarna worden de dieren ingevroren en geanalyseerd op giftige stoffen.

Een deel van zijn onderzoek deed hij in opdracht van het ministerie van VROM. Het ministerie wilde onder meer weten hoe het zit met het voorkomen van pak's in de Nederlandse bodem. "Overal kun je pak's meten", zegt Jager droog. Hij onderzocht willekeurige, niet-vervuilde wegbermen en graslanden. Overal trof hij een klein beetje vervuiling aan. "Maar daar zou ik niet al te bang van worden, het zijn geen gigantische concentraties. De wormen hebben er in elk geval geen last van."

Ook in baggerslib dat uit sloten wordt opgehaald trof Jager vergelijkbare lage concentraties vervuiling aan. "VROM wilde weten of het erg is als sloten uitgebaggerd worden, en het slib op het land terecht komt. Dat lijkt dus wel mee te vallen."

Jager schrok wel toen hij regenwormen in een bak met modder uit een baggerslipdepot zette. De bagger was afkomstig uit de Rotterdamse haven en was gestort in de jaren zeventig. "Dat is zo vervuild met resten van bestrijdingsmiddelen, daar kunnen de wormen niet tegen. Ze halveren in gewicht en leggen uiteindelijk het loodje. Dat had ik nog nooit gezien!"

Jager promoveert op 11 juni aan de faculteit Biologie, negen dagen eerder promoveerde toxicoloog Leon van der Wal ook op regenwormen-onderzoek. Van der Wal toonde aan dat glasvezelkabels regenwormen kunnen vervangen als 'bio-indicators' voor bodemvervuiling. Glasfibers met een juist laagje aan de buitenkant (een coating) nemen precies dezelfde stoffen op als regenwormen. Bovendien nemen ze vergelijkbare hoeveelheden op.

Om water- en sedimentvervuiling aan te tonen zijn de glasvezels al eerder gebruikt. De toepassing als meter van bodemvervuiling is nieuw. Daarvoor worden regenwormen het meest gebruikt. Wormen dienen als model voor de giftige stoffen die andere bodemdieren opnemen. Maar ook geven ze aan in hoeverre vogels en zoogdieren die wormen eten door vervuiling bedreigd worden. Wellicht dat glasvezelkabels deze functie in de toekomst overnemen. De analyse met glasfibers is sneller en minder omslachtig.

Rinze Benedictus