Risico op hartziekte al bij jongeren tegen gaan

Jeugdgezondheidzorg moet bloeddruk weer gaan meten

De Jeugdgezondheidszorg moet de bloeddruk weer gaan meten bij de landelijke medische controle van twaalfjarigen. Dat zegt promovenda en epidemiologe Lydia Vos. Jongeren met een te hoge bloeddruk hebben dat op latere leeftijd vaak ook en veroorzaken dan hart- en vaatziekten. Een vroege vaststelling zou het aantal hart- en vaatziekten later in het leven kunnen helpen voorkomen.

Het proefschrift van Vos draait om het idee dat het risico op hart- en vaatziekten grotendeels al vastligt bij de geboorte, de fetal origins-hypothese. Dat zou kunnen liggen aan de genetische opmaak van het kind, de voeding van de moeder tijdens de zwangerschap of aan een ziekte die de moeder overbrengt op de ongeboren vrucht.

Zo zag Vos ook dat iemand met een laag geboortegewicht op latere leeftijd een hoge bloeddruk krijgt. Maar dat geldt alleen voor mensen die later ook te zwaar zijn, ze maken als het ware een ‘overdreven’ groeiproces door vanaf hun geboorte tot hun puberteit. Het resultaat wijst eens te meer op het gezondheidsrisico van te dik zijn. "De fetal origins-hypothese hebben wij daarmee dus gedeeltelijk bevestigd."

Hoewel de kans om hart- en vaatziekten te krijgen voor een deel dus al vastligt bij de geboorte, valt er volgens Vos nog wel winst te halen. Juist bij deze jongeren die een overdreven groeiproces doormaken, heeft het voorkomen van zwaarlijvigheid, en daarmee het risico op hoge bloeddruk, zin. "Hart- en vaatziekten is nog steeds doodsoorzaak nummer één in Nederland en andere westerse landen. Maar de patiënten en artsen beginnen zich pas druk te maken om de ziekte zoals hoge bloeddruk als die zich manifesteert. Dan gaan ze er mee aan de slag. Maar het begint natuurlijk al eerder."

Vos pleit daarom voor een preventieve aanpak. De screening van de Jeugdgezondheidszorg waarbij twaalfjarige kinderen medisch onderzocht worden is een ideaal uitgangspunt, meent Vos. Met de resultaten van haar onderzoek in de hand is het mogelijk aan de hand van de bloeddruk van twaalfjarige meisjes het risico op hart- en vaatziekten in te schatten. De Jeugdgezondheidszorg zou kunnen overwegen om de bloeddrukmeting weer standaard in het onderzoek mee te nemen. Die meting is vanwege het ontbreken van voldoende wetenschappelijk nut, eerder verwijderd. Vos vindt dat haar proefschrift voldoende argumenten levert om de meting te rechtvaardigen.

De vraag is natuurlijk wat de stap ná de risicobepaling is. "Tja", zegt Vos. "In principe zou je die kinderen met een overdreven groei vaker moeten controleren. De bedoeling is overgewicht voorkomen. Maar ik zeg dat tussen aanhalingstekens, want het aanpassen van het eetpatroon van pubers is moeilijk. Toch is dat de beste methode om twintig, dertig, veertig jaar later hart- en vaatziekten te voorkomen. Een gezond eetpatroon kun je nu eenmaal het beste als kind aanleren. Iedereen weet wel dat dik zijn niet gezond is, maar we moeten beseffen dat overgewicht écht slecht is voor het lichaam!"

Rinze Benedictus