Risico op hiv-besmetting klein
De Aids Soa Infolijn bevestigt dat de kans op besmetting kleinis: "Wij wagen ons nooit aan percentages, maar ik denk dat de kansop besmetting bij de studente bijzonder gering is."
Volgens hem neemt het hiv-virus dat tot aids kan leiden,allereerst in kracht af op het moment dat het bloed niet vers meeris. Daarmee wordt bloed bedoeld dat buiten het lichaam is enbijvoorbeeld is ingevroren. Daarbij komt dat het speeksel in demond een inactieve werking heeft op het virus. Ook de hoeveelheidbloed bepaalt de besmettingskans. Een spatje levert minder risicoop dan als het meisje een flinke slok heeft binnen gekregen. Totslot maakt het nog verschil of het bloed is doorgeslikt of niet.Doorgeslikt bloed vormt een groter gevaar omdat dit behalve langshet mondslijmvlies ook langs de slijmvliezen van de keel en deslokdarm gaat, waardoor de kans op besmetting groter wordt.
Besmetting is volgens de infolijn theoretisch mogelijk, maarwordt gezien als een zeer laag risico. Dat wil nog niet zeggen datstudenten nonchalant met bloed om moeten gaan. Het officile adviesis duidelijk: neem nooit risico met bloed.
De grootste kans op besmetting is door bloed-bloed contact zoalsbij een bloedtransfusie met besmet bloed of via het delen vanspuiten. Daarnaast vindt de overdracht van hiv ook plaats viasperma. Al met al stelt de voorlichter van de infolijn dat destudente meer risico zou lopen als ze seks zonder condoom had gehadmet een sero-positieve jongen.
Het bloed van de studente wordt voor de eerste keer pas overdrie maanden onderzocht. Na weer drie maanden moet ze nog een keerworden getest. Bij deze onderzoeken wordt het bloed onderzocht opmogelijke afweerstoffen die duiden op de aanwezigheid van hethiv-virus. Eerder bloedonderzoek heeft geen zin, omdat het enigetijd duurt voordat die afweerstoffen worden gemaakt.
CN