Robin Kemper

Vorig jaar heb ik niet veel in de collegebanken gezeten; ik heb het erg druk gehad met The Girls. Momenteel probeer ik mijn tijd eerlijker te verdelen tussen band en studie. Dat moet ook wel, want ik ben dit jaar begonnen met mijn bachelortraject. Ik heb nu zo'n drie colleges in de week en die volg ik dan ook. Helaas heb ik laatst al wel weer twee deadlines gemist.

The Girls heb ik samen met een vriend uit Meppel opgericht. Ik beschouw The Girls dan ook echt als míjn band, daar heb ik mijn hart zitten. Andere bandleden doen nog wel eens muzikale uitstapjes; een drummer is nu eenmaal gewild en kan eenvoudig ergens anders ingezet worden. Eigenlijk kan ik niet zo geweldig goed gitaarspelen en zingen. Zomaar invallen bij een andere band is dan ook geen optie.

We proberen een keer in de week bij elkaar te komen om te oefenen in dB's. Meestal draag ik de ideeën aan voor de liedjes. Die ideeën kunnen heel simpel zijn: drie akkoorden, drie zangmelodieën en dan hebben we een liedje. Althans, als je in The Girls zit, is dat voldoende voor een liedje. De rest wordt door de andere leden van de band een beetje ingevuld. Dat gaat heel snel, ik weet inmiddels wat ik van iedereen kan verwachten.

De liedjes die ik schrijf komen eigenlijk vanzelf wanneer ik op mijn gitaar speel. Ik heb me er nooit druk over gemaakt wat er precies uitkwam. De laatste tijd, met de aanloop naar de cd en belangrijke optredens op bijvoorbeeld Lowlands, ben ik gaan nadenken wat ik aan het doen was. Tekst is een moeilijk ding. Ik zal me niet snel aan serieuze teksten wagen, dat voelt gewoon een beetje misplaatst. Veel bands willen iets beschouwends in hun tekst leggen, of iets paternalistisch. Dat wil ik helemaal niet.

Eigenlijk wil ik dat er in het geheel geen stem doorklinkt in mijn teksten. Ik heb er voor gekozen om hele open, hele simpele teksten te schrijven waarin alles mag, een soort schaamteloze openheid. Teksten als 'I love you and I want you and I want you all the time'. Bij wijze van spreken. Ik beschouw het als een verademing om zoiets te mogen zingen. Ik houd niet van onwijze metaforen, beeldspraak en dat soort shit: dat is vaak zo ver gezocht. Kom op, een popliedje is geen roman. Een popliedje is een popliedje, en alles wordt gesimplificeerd in een popliedje. Dat is ook de kracht ervan, zoiets moet je niet willen ondermijnen. Daarom vind ik bijvoorbeeld Paul McCarthy tienduizend keer beter dan John Lennon, En daarom vind ik Cheap Trick, een Amerikaanse band uit de jaren 70, heel goed. Zij schreven nummers als 'I want you to want me' waarmee ze alle rockclichés omarmen. Dat doen wij ook graag: rockclichés omarmen. Met onze liedjes ageren we in feite ergens tegen. Je zou het kunnen zien als een soort rebelsheid tegen al te intellectuele uitingen in popliedjes.

We hebben aardig wat positieve kritieken gehad op ons album, maar er zaten ook wat negatieve geluiden bij. Vooral de zogenaamd serieuze muziekmedia waarderen ons minder. Onze liedjes zijn in hun ogen niet 'zwaar' genoeg. So be it. Ik word er ook wel een beetje raar van als ik denk aan die 'megamuziek-liefhebbers' die helemaal bloedjegeil worden van de nieuwe britpopsensatie. Dat zijn mensen in de 40 die literaire verwijzingen uit songteksten gaan halen. Tja, dan hoef je niet bij ons te zijn. Wij propageren lichtvoetigheid, dat is ons concept, dat is waar het bij ons om draait. En je vindt dat terug in alles: de bandnaam, de albumtitel, de liedjes en de performance.

We repeteren dus voornamelijk in dB's, maar thuis pak ik uiteraard ook wel eens de gitaar op. Ik denk niet dat mijn huisgenoten veel hinder ondervinden van mijn muziek; op mijn kamer speel ik niet-versterkt. Ik woon in een studentenhuis aan de Amsterdamsestraatweg met vier anderen, twee jongens en twee meisjes. We hebben onderling niet zo heel veel contact. We spreken elkaar wel eens, maar gaan niet met elkaar eten ofzo. Natuurlijk weten ze wel dat ik in een band speel. Een van de meisjes, die er nog niet zolang woont, kwam daar wel op een leuke manier achter. Ze woonde er nog maar een week toen ze me plots verbaasd aansprak: 'Hé, zag ik jou gisteren nou op tv, bij TMF?!'

Het komt niet vaak voor, maar we worden wel eens herkend. Als ik bijvoorbeeld naar een concert ga, word ik wel eens aangesproken: 'Hé, ben jij van The Girls?!' 'Dat klopt', zeg ik dan, om er met een knipoog aan toe te voegen: 'Heb je onze cd al gekocht?' Niet dat we aan de cd-verkoop bakken met geld verdienen. Het kleine beetje dat ik aan de band verdien zit 'm vooral in de optredens. Om rond te komen leen ik, naast de studiefinanciering die ik ontvang, geld van de IBgroep.

Nee, handtekeningen uitdelen enzo hoef ik niet. Ons rock & roll-leven beperkt zich tot optreden. Het gebeurt vaak genoeg dat we na een optreden meteen weggaan omdat we de volgende morgen weer vroeg op moeten; studeren of werken. Dat is niet bepaald rock & roll nee. Maar het is ook vrij kansloos om je elke avond helemaal klem te zuipen, zeker als je voor zo'n vijftig man staat te spelen in een klein zaaltje.

Ook groupies zijn bij ons totaal niet aan de orde. Natuurlijk hebben we wel meisjes die onze cd kopen en heel hard zwaaien tijdens ons optreden en met ons op de foto willen. Dat zijn heel jonge meisjes. Trouwens, ieder bandlid heeft een vriendin. Ik heb zelfs al twee jaar een vriendinnetje. Ze vindt het best leuk voor me dat het goed gaat met de band, ze komt ook wel eens kijken, maar eigenlijk heeft ze niets met onze muziek. Ze vindt The Girls te mainstream!

(1987) is naast student Algemene Sociale Wetenschappen de frontman van poprockband The Girls. Sinds augustus ligt hun debuut 'We make love not songs' bij de platenboer. Met zijn band won hij de TMF Kweekvijver Award en stond hij in augustus op het grootse Nederlandse festival Lowlands.