Roken in de wind of achter de vuilcontainer
Rookverbod lijdzaam geaccepteerd
Toen de universiteit in 2002 - conform de gewijzigde Tabakswet - een algeheel rookverbod in haar gebouwen afkondigde, kwam haar dit op onbegrip en protest te staan. Rokers voelden zich tekort gedaan en deden hun beklag over het ontbreken van fatsoenlijke rookplekken. Onder het motto 'ik rook om te relaxen, niet om te bevriezen' stak menig student en medewerker nog gewoon binnen een sigaretje op.
Tegenwoordig is van deze opstandigheid weinig over en lijkt de roker te berusten in zijn lot. Gedwee posteert hij zich rond de toegangsdeuren om de elementen te trotseren voor een kort moment van betrekkelijke ontspanning. Het ontbreken van rookruimtes binnenshuis, en in sommige gevallen zelfs van voorzieningen buitenshuis, laat hem onverschillig. Ook op beleids- en bestuursniveau lijkt het hoofdstuk roken reeds afgesloten.
Volgens Erwin Vermeulen, directeur Bestuursdienst, bevat het huisvestingsplan geen richtlijnen voor faciliteiten binnen of buiten de gebouwen. "Het enige wat erin staat, is dat in onze gebouwen niet gerookt mag worden. Voor de rest gaan we er van uit dat de roker zichzelf wel weet te redden. Ja, de tijden veranderen. Vroeger kon je nog gewoon achter je pc een sigaretje rollen. Het is faculteiten overigens niet verboden om rookplekken te creëren hoor, maar dat kost wel geld. En dat moet je er dan voor over hebben, want dat geld gaat af van het budget voor onderwijs en onderzoek."
Ook bij de Arbo- en Milieudienst heeft het welzijn van de nicotinegebruiker een lage prioriteit. Of de dienst heeft nagedacht over de wenselijkheid van rookplekken binnenshuis? Bedrijfsarts Simone Laansbroek: "Met dat onderwerp houden wij ons niet bezig. Niet roken is nu eenmaal gezonder. Waarom zou het onverantwoord zijn om mensen buiten te laten roken? Als ze boodschappen doen, lopen ze toch ook gewoon buiten? Het is natuurlijk stom om geen jas aan te trekken." Of het aantal rokers op de universiteit is gedaald, kan Laansbroek niet zeggen. De Arbo-dienst houdt daarover geen cijfers bij.
Geblindeerd glas
Een snerpende wind raast over de Heidelberglaan en geselt eenieder die zich buiten waagt. Terwijl de gevoelstemperatuur onder het vriespunt ligt, staat Feike van der Scheer onverschrokken voor de hoofdingang van de Universiteitsbibliotheek. Rustig neemt de farmaciestudent nog een trek van zijn sigaret. "Ja, op zich vind ik de rokersvoorzieningen wel aardig eigenlijk. Ik heb er geen problemen mee om buiten te staan. Haal ik ook nog een frisse neus. Bovendien heeft het Wentgebouw een apart hok en bij de ingang van het Educatorium sta je ook goed beschut. Bij de UB is het in de winter wel koukleumen hoor. Vooral het stuk bij de Spar is vaak erg winderig. Maar als het waait, ga ik altijd hier tussen de twee draaideuren in staan. Sta ik toch nog een beetje uit de wind. En wil ik echt relaxen, dan loop ik naar de School voor Journalistiek. Daar zit zo'n cafeetje waar je gewoon kunt roken."
Het Wentgebouw biedt een creatieve oplossing voor het rokersvraagstuk. Een deel van de fietsenstalling is omgebouwd tot rookhok. Volledig overdekt en beschut, zodat de roker regen en wind niet hoeft te vrezen. Geblindeerd glas ontrekt de nicotineverslaafde medemens aan het oog van passanten. Hoewel het grauwe, betonnen interieur nogal somber stemt en doet denken aan een schuilkelder, lijkt het hok bijzonder comfortabel. Het onderkomen is zelfs voorzien van tafels, zes stoelen en een stel asbakken.
Freddie van den Brom, elektronicus bij de Instrumentele Dienst, rookt in de deuropening van het hok een sjekkie. "Echt gezellig ziet het er niet uit, nee. Een likje verf zou geen kwaad kunnen. Maar goed, ik heb er geen moeite mee om buiten te staan hoor. Ja, 's winters is het wel koud, maar dan trek ik gewoon een dikke jas aan. En 's zomers zit ik lekker aan de vijver. Mijn directe collega's roken allemaal niet, dus ik begrijp wel dat er binnen een rookverbod geldt. Als zij ook maar begrijpen dat ik af en toe naar buiten ga om een sigaretje te roken."
Gebouwbeheerder Arie Mink vertelt over de ontstaansgeschiedenis van het rookhok. "Aanvankelijk kregen we van de universiteit twee pafplu's, die rokers dan met slecht weer konden gebruiken. Nou, dat vond ik zo'n belachelijk verhaal. Twee paraplu's voor een heel gebouw. Het zegt wel genoeg dat ze de voorpagina van De Telegraaf hebben gehaald. Ik heb die dingen dus gelijk in de hoek gezet: die ga ik mensen niet meegeven. Ik bedoel, je moet rokers toch iets fatsoenlijks bieden, en van die mensen geen paria's maken. Samen met de Technische Dienst hebben we toen van overtollig materiaal het rookhok gebouwd. Dat heeft ons in principe dus niets gekost. De geblindeerde ramen hebben verder geen betekenis hoor. Dat materiaal hadden we gewoon nog liggen."
Edwin Mesrits, bedrijfsmaatschappelijk werker, denkt dat er onder rokers op de universiteit een cultuuromslag heeft plaatsgevonden. "Ik denk dat mensen gewend zijn geraakt aan het verbod op roken binnen de gebouwen. Ze hebben hun weg gevonden en roken nu hun sigaretje op het balkon of buiten bij de ingang." Een fraaie oplossing vindt hij het echter niet. "Het geeft niet altijd een leuk beeld: groepen rokers die voor de deur hangen of op het balkon staan. Met het rookverbod is mensen iets afgenomen, eigenlijk zou daar dan ook iets voor in de plaats moeten komen. Bijvoorbeeld rookkamers of -cabines."
Smoke 'n Go
Diergeneeskunde is de enige faculteit die rokers de mogelijkheid biedt binnenshuis hun rookwaar te gebruiken. Verspreid over verschillende gebouwen staan zes Smoke 'n Go-cabines. De Smoke 'n Go heeft nog het meeste weg van een bushokje voorzien van een krachtig afzuigsysteem en een statafel met geïntegreerde asbak. "Bij slecht weer kun je toch niet iedereen naar buiten sturen?", zo rechtvaardigt Piet Brunt, hoofd Arbo Milieu en Huisvesting, de rookcabines. "Aanvankelijk wilden we buiten enkele abri's plaatsen, maar daarvoor kregen we vanwege esthetische overwegingen geen toestemming. Nou, dan maar binnen. Het TNO-gebouw in De Uithof heeft daarbij als voorbeeld gediend."
Volgens Brunt functioneren de cabines goed. Klachten over vermeende rooklucht zijn opgelost door de Smoke 'n Go's strategisch op te stellen. De kosten voor de Smoke 'n Go's wegen op tegen de verbetering aan arbeidsomstandigheden en zijn op de jaarlijkse begroting te verwaarlozen, stelt Brunt.
"Dikke onzin", vindt Jacob Vledder, vierdejaars Geneeskunde, de cabines. Voor het dsk-lokaal op de binnenplaats trotseert hij de kou voor een sigaretje. Enigszins weggedoken in zijn winterjas, dat dan wel. "Wat heb je nou aan zo'n Smoke 'n Go", vervolgt Jacob. "Dat is toch zonde van het geld, je kunt net zo goed buiten gaan roken."
Josephine Faase, administratief medewerker, is het daar allerminst mee eens. In het Androclusgebouw maakt ze dankbaar gebruik van de rookcabine. Met een sigaret in de hand leunt ze ontspannen op de statafel. "Ik ga daar niet staan sterven van de kou hoor. Als het lekker weer is, ga ik wel naar buiten, maar op momenten als dit kies ik voor de Smoke 'n Go. Vroeger hadden mijn collega's een speciaal kamertje voor me gemaakt om in te roken. Ja, luxe hè? Maar ja, dat is nu niet meer..."
"Ah kijk, daar heb je er weer twee", fleurt Faase op wanneer twee cateringdames vanuit de kantine aan komen lopen. Amicaal begroeten de rokende collega's elkaar. Gevraagd naar hun mening over de cabines, reageren ze ronduit enthousiast. "Scheelt weer ziek zijn" en "goed voor je sociale contacten", beginnen ze. Het meest rokersonvriendelijke gebouw is het Educatorium, vertelt Veronique Roverts. "Cateringmedewerkers mogen daar niet bij de ingang staan, we zijn veroordeeld tot de leverancierstoegang aan de achterkant. Daar sta je dan volledig onbeschut in wind, regen, sneeuw en hagel."
Aangekomen bij de achterkant van het Educatorium valt onmiddellijk de troosteloosheid van de rookplek op. Afvalbakken en vuilcontainers flankeren de leveranciersingang. Een stalen vat, dat in een Amerikaanse getto niet zou misstaan, doet dienst als peukenvanger. Achter één van de vuilcontainers is zojuist een kassamedewerker gekropen om nog enigszins beschutting te vinden voor de gierende wind. Een mysterieus bouwwerk waarop de waarschuwingstekst prijkt "Roken en open vuur verboden", doet vermoeden dat het niet geheel zonder gevaar is om hier een sigaretje op te steken.
Chifae Haddouche valt in het Educatorium haar collega Veronique bij. "Ik rook zelf niet, maar kan de klachten wel begrijpen. Want hoe word je nou ziek? Je werkt hier in een warme omgeving, maar als je wilt roken, ben je gedwongen de kou in te gaan. Vooral voor de dames is dat een probleem. Die dragen allemaal een rok en korte mouwen. Bij de hoofdingang, waar iedereen rookt, mogen ze niet staan en sinds een week of vier mag er ook niet meer in embalagehok gerookt worden."
Harmen Strikwerda, divisiemanager catering, legt uit dat zijn medewerkers niet bij de hoofdingang mogen roken omdat die te ver van de werkplek is. Het kan natuurlijk niet de bedoeling zijn eerst tien minuten te moeten lopen, alvorens een sigaret te kunnen opsteken, vindt hij. En in het embalagehok mocht sowieso nooit gerookt worden, dat gebeurde blijkbaar stiekem. "Verder voer ik enkel beleid uit, de universiteit is verantwoordelijk voor de faciliteiten, vind ik."
Ook in de binnenstad zijn de voorzieningen voor nicotinegebruikers beperkt. Een gegeven dat Wim Welling, hoofd Huisvesting bij Rechtsgeleerdheid, ten zeerste betreurt. "Ik denk daarbij vooral aan al die arme eerstejaars. De ervaring leert namelijk dat mensen minder gaan roken naarmate hun studie vordert. Ja, met mooi weer is het natuurlijk aardig om buiten te staan, maar het is toch treurig wanneer je die mensen in de regen en in de sneeuw ziet staan." Hij is daarom een voorstander van een coulanter beleid ten aanzien van rokers. "Ik zou graag wat ruimhartiger voorzieningen zien voor rokers. Bijvoorbeeld seperate rookruimtes met een goede afzuiging." Want volgens Welling kleeft er aan het ontbreken van fatsoenlijke faciliteiten een aanzienlijk nadeel. "Zodra mensen de kans krijgen en de huismeester even niet oplet, wippen ze met sigaret weer naar binnen."
Pafplu
Wie snakt naar een sigaretje hoeft zich niet te laten weerhouden door regenachtig weer. Want hoewel alleen buiten gerookt mag worden, hoeft dit geen nat pak op te leveren. De meeste rokers zullen niet van zijn bestaan afweten, maar in elk universiteitsgebouw ligt een heuse pafplu klaar. Althans, dat was aanvankelijk het geval. Navraag leert dat in veel gebouwen de pafplu is verdwenen, of is vervangen door een andersoortig regenscherm. De universiteit stelde deze paraplus beschikbaar bij de invoering van het rookverbod in september 2002. Om de ontheemde roker tegemoet te komen en om hem er nogmaals op te wijzen dat hij zich alleen buitenshuis aan zijn verslaving mag overgeven.
Albert Roona, receptionist in het Academiegebouw, beheert nog een authentiek exemplaar. Een robuuste plu met houten steel en een donkerblauw scherm, waarop het logo van de universiteit prijkt. En de tekst "Houdt de roker droog". Een tekeningetje illustreert hoe de paraplu gehanteerd dient te worden.
"Hij heeft al die tijd aan de kapstok gehangen", vertelt Roona. "Aanvankelijk hadden we er vier, maar dit is de laatste die nog over is." Bij de afgelopen Dies in maart leende hij enkele vooraanstaande gasten een pafplu omdat het zo regende. Blijkbaar bevielen deze erg goed, want Roona zag ze niet meer terug.
In het Bestuursgebouw is geen pafplu meer voorradig. De receptionist weet niet waar ze gebleven zijn, wel biedt hij rokers een vervangend exemplaar aan: een zuurstokroze paraplu met glimmend regenscherm.
Anette Peet, communicatieadviseur, gaf destijds opdracht de pafplu te verstrekken. "Met een ludieke actie wilden we mensen erop wijzen dat er binnen niet meer gerookt mocht worden. Tegelijkertijd is de pafplu een serieuze voorziening voor rokers. Elk universiteitsgebouw heeft twee exemplaren gekregen." Of ze allemaal nog in gebruik zijn, betwijfelt Peet. "Sommigen worden stilletjes meegenomen en anderen sneuvelen. Mijn ervaring is dat als je iets snel kwijtraakt, het wel een paraplu is."
KADER
Stoppen met roken
Volgens Stivoro, een stichting die werkt aan een rookvrije toekomst, overlijden elk jaar 24.000 mensen aan ziekten die worden veroorzaakt door roken. Een roker leeft gemiddeld 13 jaar korter dan een niet-roker. Voor mensen die van hun verslaving af willen komen, heeft Stivoro enkele tips.
- Zet de redenen om te stoppen op papier, zodat je later je geheugen nog eens kunt opfrissen.
- Bedenk in welke situaties roken het belangrijkst voor je is. Probeer deze situaties zoveel mogelijk te vermijden. Ga na het opstaan bijvoorbeeld aan lichaamsbeweging doen, of laat na het eten direct de hond uit, zodat je niet in de verleiding komt te gaan roken.
- Neem een duidelijk besluit. Het is beter om van de ene op de andere dag helemaal te stoppen met roken. Op die manier laat je jezelf minder ruimte om weer te beginnen.
- Plan zonodig een stopdag. Plan deze niet te ver vooruit. Gooi op die dag alle rookwaar, asbakken en aanstekers weg. Zo word je door zo min mogelijk dingen aan het roken herinnerd.
- Vertel je directe omgeving dat je gaat stoppen. Op die manier kunnen de mensen in je omgeving je steunen en misschien vind je wel een stopmaatje. Bovendien bevestig je nog eens dat het je menens is.
- Leer omgaan met de behoefte aan roken. Een moment waarop je zin hebt om te roken, duurt meestal niet langer dan een paar minuten. Je kunt het vergelijken met een golf: hij komt op, bereikt zijn hoogste punt en ebt weer weg. Hoe langer je bent gestopt, hoe groter de periodes worden tussen de momenten waarop je zin hebt om te roken. Uiteindelijk verdwijnt deze zin.
- Zorg voor afleiding. Wanneer je plotseling wordt overvallen door een onweerstaanbare behoefte om te roken, is het zaak je aandacht af te leiden. Drink een glas water, eet een stuk fruit, ga wandelen of fietsen, knoop een praatje met iemand aan of zucht een paar maal diep en hou voor het uitblazen de adem even in (alsof je dus inhaleert).