Schadevergoeding voor ontslagen studente

"Het gaat mij erom dat mensen niet worden ingedeeld in wij enzij", vertelde Judith de Lang in juni 1995 aan het U-blad. Dieovertuiging had haar eerder dat jaar haar baan bij de faculteitTheologie gekost. Om in aanmerking te komen voor verlenging vanhaar aanstelling als studentassistent diende zij volgens de nieuwingevoerde identificatieplicht een kopie van haar paspoort teoverleggen aan haar werkgever, de universiteit. De Lang weigerde tevoldoen aan die voorwaarde, omdat de wet naar haar mening slechtswas ingesteld om 'illegale werknemers' te weren van dearbeidsmarkt. De studentassistente nam in die tijd geregeld deelaan de nachtwakes bij het 'grenshospitium' in Amsterdam, waarkansloos geachte asielzoekers werden opgesloten. Die activiteitenwaren naar haar mening niet te rijmen met het nieuwe "onmenselijke"beleid. Ontslag was het gevolg.

De Lang ging in eerste instantie in beroep bij het college vanbestuur, maar kreeg daar nul op het rekest. Daarop spande ze eenbodemprocedure aan bij de kantonrechter. Ook die ging verloren. Inhoger beroep is zij nu na vier jaar toch in het gelijk gesteld. Hetwaren echter niet de ethische bezwaren van De Lang die vandoorslaggevend belang waren, maar een uitspraak van de Hoge Raaduit1998. Daarin werd gesteld dat om redenen van privacy dewerknemer niet verplicht kan worden een kopie van het paspoort inde administratie op te laten nemen. De universiteit werd daaromveroordeeld tot het betalen van 5000 gulden en de proceskosten.

XB