'Soms negeert men de regelgeving bewust in de hoop dat het zo'n vaart niet zal lopen'

'Soms negeert men de regelgeving bewust in de hoop dat het zo'nvaart niet zal lopen'

Kennis over de Europese regelgeving ontbreekt bijveel gemeenten en provincies, elke keer weer moet prof.dr. BartHessel die conclusie trekken. Hij is als geen ander op de hoogtevan de grote financiële risico's die overheden daardoor lopen.In zijn oratie pleit hij voor meer deskundigheid. "Europa is veelmeer dan een instantie waar je subsidie kunt krijgen."

`Bouwen aan een stad in Europa' was de titel van de inaugurelerede die prof.dr. Bart Hessel op 24 maart uitsprak voor een gehoorwaaronder zich een forse afvaardiging van de gemeente Utrechtbevond. Logisch want Hessel had hen van tevoren gemeld dat hij deknuppel in het hoenderhok zou gooien. De Utrechtse bestuurders enhun ambtenaren hebben geen flauw idee van de gevaren die hen vanuitBrussel bedreigen, was de provocerende boodschap van de man diezich in 1991 ging verdiepen in het effect van de Europese wetgevingop het beleid van gemeenten en provincies, en die inmiddels geldtals de Nederlandse expert op dit gebied.

Als voorbeeld van de problemen die zich kunnen voordoen wijsthij op de schadevergoeding die de stad Milaan heeft moeten betalenaan een ten onrechte gepasseerde aannemer. "Het ging om derenovatie van het stadion van AC Milan en Inter. Dat project was naeen openbare aanbesteding aan een aannemer gegund die niet hetvoordeligste aanbod had gedaan, maar die om andere redenen devoorkeur had gekregen. Volgens de Italiaanse wet was er geenvuiltje aan de lucht, maar de Europese richtlijn vooraanbestedingen schrijft voor dat een opdrachtgever in ieder gevalook inlichtingen moet inwinnen bij opvallend goedkope aanbieders.Men mag dan nog wel voor een ander kiezen, maar alleen met eenheldere motivatie.

"Milaan had dat nagelaten, met als gevolg dat de gepasseerdeaannemer de zaak aanhangig maakte, en ja, toen hing men. EenEuropese richtlijn heeft nu eenmaal voorrang op de Italiaansewetgeving en het Hof had geen boodschap aan het feit dat deItaliaanse overheid de Europese richtlijn niet goed naar hetItaliaanse recht had omgezet. Heel vervelend voor Milaan want ditgrapje heeft de stad in grote problemen gebracht. Vandaar mijnaansporing aan Utrecht en andere Nederlandse gemeenten om deEuropese regelgeving goed te volgen."

In Milaan ging het mis met de Europese richtlijn vooraanbestedingen, maar ook op andere terreinen zouden gemeenten weleens in aanvaring kunnenkomen met het Europese recht, vreestHessel. Hij noemde in zijn oratie onder meer de milieuwetgeving,voorrangsregels en overheidssteun om bedrijven te lokken. Met nameLeidsche Rijn en het Utrecht City Project zijn projecten waar naarzijn mening gemakkelijk iets mis zou kunnen gaan.

"Stel dat Utrecht in Leidsche Rijn voor een toewijzingsbeleidkiest op basis van economische of maatschappelijke gebondenheid.Een Amsterdammer kan op die basis zonder problemen uit Utrechtgeweerd worden. Maar een Oostenrijker of een Fin die geenwoonvergunning krijgt, kan straks waarschijnlijk met succes eenberoep doen op de Europese anti-discriminatie wetgeving.

Een soortgelijk probleem kan zich voordoen ten aanzien van deNederlandse regels voor het in dienst hebben van bepaaldepercentages gehandicapten en allochtonen uit de regio. Utrechtheeft daarvoor strenge regels opgesteld, maar kan waarschijnlijkniet verhinderen dat een buitenlandse ondernemer die de opdrachtvia de Europese aanbesteding heeft gekregen, die regels negeert enstraks zijn eigen moeilijk plaatsbare werknemers meeneemt.

Ook ten aanzien van de milieuwetgeving is een grondige toetsingvan Europese regels van het grootste belang, vindt Hessel. "HetEuropese recht kent stringente eisen ten aanzien van het uitvoerenvan milieu-effect-rapportages. Als het Utrecht City project straksvan start gaat, moet zo'n MER ongetwijfeld ook worden opgesteldvoor de omgeving van de Jaarbeurs. Je moet er niet aan denken dathet ministerie van VROM de Europese richtlijn verkeerd heeftgeïnterpreteerd en dat Utrecht blind op die interpretatieafgaat. Dan zou een bewoner van de Croeselaan wel eens vergaandroet in het eten kunnen gooien."

Kerstpakket

Reden te over kortom voor Utrecht, net zo goed als voor elkeandere Nederlandse gemeente en provincie, om zich grondig op dehoogte te stellen van de Europese regelgeving. Maar wie eropvertrouwt dat onze lokale bestuurders hun ogen niet in hun zakhebben, komt bedrogen uit, moet Hessel keer op keer constateren."Soms kent men de regels wel maar negeert men ze bewust in de hoopdat het zo'n vaart niet zal lopen. Dat is met name het geval bijaanbestedingen, want ja, een gemeente heeft liever de aannemer omde hoek die al jaren voor de stad werkt en die met Kerstmis altijdzo'n aardig kerstpakket thuis bezorgt dan een Fransman of een Griekdie slecht Engels praat en van wie je maar moet afwachten wat voorkwaliteit hij levert."

Maar in de meerderheid van de gevallen is er sprake vanonwetendheid, heeft Hessel gemerkt. "Ik heb in november inverschillende steden eenverhaal gehouden voor ambtenaren die metdeze zaken te maken hebben. Zelfs in een grote stad als Den Haagsloeg men steil achterover toen men zich realiseerde wat mijnboodschap was. Soms word ik gebeld door een wethouder of een hogeambtenaar van zo'n gemeente. Dan leg ik uit wat ze willen weten,maar vaak hoor ik aan hun reacties dat zij het toch niet echtbegrijpen.

Utrecht, dat op dit terrein toch bepaald niet achterop loopt,heeft bijvoorbeeld nog geen enkele jurist in dienst die isgespecialiseerd op het gebied van Europa. Dat is toch bijnaonvoorstelbaar? Het klinkt misschien vreemd, maar soms denk ik dater zich maar eerst een vergelijkbaar schandaal moet voordoen als deSecuritel-affaire, toen bleek dat Nederlandse voorschriften niet inBrussel waren aangemeld en daarom niet geldig waren. Ik ben bangdat dat de enige manier is om Nederland echt wakker teschudden."

Denktank

Als het aan Hessel ligt wacht Utrecht niet op zo'n ramp, maarwordt er zo snel mogelijk een denktank gevormd van gemeentelijke enprovinciale ambtenaren en medewerkers van de faculteit Rechten omde problemen in kaart te brengen. Maar eigenlijk reiken de ambitiesvan de man die al jarenlang bij Rechten werkt, verder. Debijzondere leerstoel die vorig jaar min of meer voor hem werdingesteld, zou de kern moeten vormen van een wetenschappelijksamenwerkingsverband van juristen, economen en ruimtelijkewetenschappers met als thema `Europa en de decentraleoverheid'.

"Tot nu toe bestaat de neiging om in eerste instantie defensiefop Europa te reageren. Er is een nieuwe richtlijn: o jee, nu moetenwij dus iets. In mijn visie heeft Europa juist behoefte aanwetenschappers die al vooraf meedenken. Mijn pleidooi is om degrootschalige projecten die nu in Utrecht van start gaan tegebruiken als proeftuin voor de rol die gemeenten en provincieskunnen spelen bij het vormgeven van het Europese grotestedenbeleid, met alle juridische haken en ogen die daarbij een rolspelen."

Hessel ziet het al helemaal voor zich, maar voor het zover iszal hij nog wel enige tegenstand moeten overwinnen, want hij weetinmiddels als geen ander dat juridisch handwerk in beleidskringenniet altijd even populair is. "Een van mijn studenten heeft onlangsin opdracht van de gemeente Utrecht uitgezocht hoe het precies zitmet de Europese aanbestedingsregels. De vraag was of gemeentelijkediensten als aparte eenheden kunnen worden beschouwd. In Europageldt dat elke opdracht van vier ton of meer Europees moet wordenaanbesteed. Als de aankopen van alle diensten van een gemeente bijelkaar moeten worden opgeteld, is er een goede kans dat zelfs voorde jaarlijkse aanschaf van nieuwe computersal een Europese offertemoet worden gevraagd. Dat is overigens een probleem waarmee ook deuniversiteit wel eens geconfronteerd zou kunnen worden.

"Die studente heeft de zaak uitgezocht en precies omschreven inwelke omstandigheden een gemeente als één organisatie kanworden beschouwd. Heel nuttig werk, maar de reactie bij de gemeentewas: moet het nou echt zo uitgebreid? Dat is typisch een reactievan beleidsmakers. Ze willen dat juristen problemen voor zeoplossen, maar als die juristen dat dan doen, is het ook weer nietgoed, want dan doen ze het te gedetailleerd. Beleidsmakers willeneen pasklaar antwoord en zijn ontevreden als wij ze duidelijk makendat dat niet bestaat. Des te meer reden dus om de handen ineen teslaan en samen naar oplossingen te zoeken."

Erik Hardeman