Special: Strafrecht & media


De gewelddadige wereld van alumnus mr. A. van derBiezen:

'Ik vraag nooit naar de waarheid'

De 'man met de hamer', een van de discoschutters inGorinchem, mensensmokkelaars. Strafrechtadvocaat Arthur van derBiezen ziet er geen been in om ze te verdedigen. Het grote publiekheeft daar niet altijd begrip voor. Wat beweegt iemand om advocaatvan de duivel te worden?

Arthur van der Biezen (37) is een van die strafrechtadvocatendie al verschillende spraakmakende zaken op zijn naam heeft staan.Bijna dagelijks houdt de alumnus van de Utrechtse universiteit zichberoepshalve bezig met moord, doodslag, openlijke geweldpleging,mensensmokkel en handel in verdovende middelen. De juridischeuitdaging is wat hem drijft. "Ik verdedig in eerste instantie ookniet een moordenaar of mensensmokkelaar. Ik verdedig een verdachte.Dat vind ik een niet-onbelangrijke nuancering."

Dat het publiek hem onsymphatiek vindt, omdat hij éénvan de drie mannen van de Bacchus-schietpartij in Gorinchemverdedigt, interesseert hem niet. Maar dat de publieke opiniemogelijk invloed heeft gehad op de hoge straf die zijn cliëntin deze zaak heeft gekregen, ergert hem wel. "Het kan haast nietanders of de rechter heeft zich laten beïnvloeden," zegt Vander Biezen.

Drie mannen (twee broers en hun neef) worden op 10 januari 1999na een vechtpartij uit discotheek Bacchus in Gorinchem gezet. Evenlater komen ze gewapend terug. Er worden schoten gelost op degesloten deur van het muziekcafé. Hierbij komen twee meisjesom het leven, een derde raakt gewond. Fuat , één van detwee broers, zegt de schutter te zijn. Hij schoot met het pistoolvan zijn broer Zaim. Fuat trekt zijn bekentenis later in. De anderetwee verdachten maken gebruik van het zwijgrecht. De rechterveroordeelt de twee broers tot zestien jaar onvoorwaardelijkegevangenisstraf voor doodslag in vereniging. De neef krijgtnegenmaanden voor openlijke geweldpleging.

Van der Biezen verdedigt Zaim. Hij gaat in hoger beroep omdathij doodslag in vereniging afwijst. "Mijn cliënt heeft nietgeschoten en zestien jaar voor het leveren van een pistool isbuiten proporties. De schietpartij bij Bacchus is slechtséén van de vele geweldsdelicten, maar deze zaak schiet erqua strafmaat huizenhoog bovenuit. Ik denk dat de hype rond de zaakhiertoe heeft bijgedragen."

Wat is de waarheid in de Bacchus-zaak? Van der Biezen: "Derechtbank zegt dat de broer van mijn cliënt geschoten heeft.Dat wordt gebaseerd op getuigenverklaringen die de schutterbeschrijven als een dikke man met bril." Of dat DE waarheid is,weet Van der Biezen echter niet. "Ik vraag nooit naar de waarheid.Het gaat mij om de geloofwaardigheid. Ik heb al zo veel verhalengehoord, dat ik op m'n hoede ben. Als een cliënt mij kanovertuigen van zijn verhaal, kan ik er verder mee."

Ajax-Feyenoord. Driehonderd supporters van de twee voetbalclubstreffen elkaar op 23 maart1997 voor een vechtpartij op een veld bijBeverwijk, vlak buiten de Wijkertunnel. Ajax-fan Picornie wordthierbij gedood. Een deel van de vechtpartij wordt opgenomen dooreen verkeerscamera van de tunnel. Een van de opgepakteFeyenoordsupporters, Franky L., wordt ervan beschuldigd Picorniemet een hamer te hebben geslagen. Tegen hem wordt vijf jaar geeist,de rechter veroordeelt hem tot vier.

Van der Biezen verdedigde Franky L. 'de man met de hamer'. "Mijncliënt had een onlogisch verhaal, één dat niemandgeloofde. Hij vertelde dat hij een hamer had maar dat hij die waskwijtgeraakt, voordat hij het veld opliep. Na de vechtpartij kreeghij, vlak voor hij weer in zijn auto wilde stappen, de hamer terug.De politie vond de met bloed besmeurde hamer in de auto van mijncliënt."

"Niemand geloofde hem en het was heel moeilijk bewijzen tevinden, want iedereen had er belang bij zichzelf en zijn vriendente ontlasten." Het keerpunt kwam, zegt Van der Biezen, toen hettelevisieprogramma Nova beelden uitzond die door de verkeerscamerawaren opgenomen. "Mijn cliënt zag iemand anders met zijn hamerlopen. Die persoon heeft vervolgens een getuigenis afgelegd."

De waarheid in strafzaken is bijzonder moeilijk te achterhalen,zegt Van der Biezen. "Recht is mensenwerk. Gebaseerd opgetuigenverklaringen. Als iemand op straat wordt neergeschoten entwintig mensen hebben dat gezien, is het verbazingwekkend hoeveelverschillende dingen mensen gezien hebben. Ook als iemand eenbekentenis aflegt, is het nog maar de vraag of dat verhaal klopt.In het recht gaat het erom de rechter te overtuigen. Welk verhaalis het meestovertuigend? Uit verschillende versies, kiest derechtbank er één. In die zin heeft de rechter ook eenmoeilijke taak."

Vormfouten

Van der Biezen heeft zich pas na zijn afstuderen in 1986geschoold in het strafrecht. Aanvankelijk was hij bedrijfsjurist.Hij veranderde van baan toen hij bij een advocatenkantoor inRotterdam als stagiair strafrecht kon werken. Na drie jaar kwam hijin dienst bij topadvocaat Doedens. Nu heeft hij zijn eigen kantoorin Utrecht.

"De aantrekkingskracht van het strafrecht is de juridischeuitdaging. Uit elke zaak probeer ik het beste te halen.Strafvermindering is winnen. Als ik een cliënt vrij kankrijgen op een vormfout, dan doe ik dat. Ook als hij een moordheeft gepleegd. Vormfouten zijn niet voor niets opgenomen in dewet. Het zijn waarborgen voor een goede loop van het recht. Desamenleving kent wetten en normen en ookzorgvuldigheidsnormen."

"Onverteerbaar? Er zijn meer onverteerbare dingen in het recht.Een van mijn oude civiele zaken was een letselzaak. Een jongelasser van 23 was op tijdelijke basis ingehuurd. De stellagewaaraan hij werkte viel om. Hij raakte gehandicapt. Het bedrijfbleek te weten dat de stellage niet helemaal deugde. Die jongenkreeg een schadevergoeding van een of twee ton. Van mij had hijmiljoenen mogen krijgen omdat zijn leven voor altijd isverpest.

"Mijn eerste strafrecht-cliënten waren junkies uitRotterdam. Daar ben ik begonnen met het opbouwen van een vasteklantenkring. Je naam wordt bekend door mond-tot-mondreclame. Jenaam wordt genoemd in de gevangenis. Ook gaf ik mijn cliëntenweleens kaartjes mee die zij dan weer in de gevangenisuitdeelden."

In principe neemt Van der Biezen alle strafzaken aan tenzij hijer emotioneel te zeer bij betrokken is. Een racist wil hij nietverdedigen. Voor Bouterse zou hij zich inzetten, in tegenstellingtot mr. G. Spong die de voormalige Surinaamse president niet wilverdedigen in verband met de decembermoorden. "Bouterse zie ik alseen gewone drugszaak. Ik heb al zo veel dealers en transporteursverdedigd."

Het verdedigen van daders hoort bij het Nederlands recht."Anders zou je helemaal zijn overgeleverd aan de vervolgendeinstantie." De consequenties daarvan kunnen verschrikkelijk zijn,zegt Van der Biezen. "Ongeveer vijf jaar geleden kreeg ik eencliënt die ervan werd beschuldigd jongetjes uit India naarAmerika te smokkelen. Deze jongetjes zouden, zei justitie, totprostitutie worden gedwongen of gebruikt worden voororgaandonaties. Er werd acht jaar tegen hem geëist. Van mijncliënt kreeg ik de namen en adressen van de kinderen.Ik heb zein New York opgezocht. Ze bleken allemaal bij familie te zitten,gingen naar school of hadden een baantje bij McDonalds of alstaxichauffeur. Voor de smokkel heeft hij uiteindelijk 2,5 jaargekregen."

Op een zondagavond in augustus 1996 is Arlette thuis. Ze is bangdat haar voormalige minnaar, die haar heeft mishandeld enverkracht, weer langskomt nadat ze de relatie heeft verbroken. Zeheeft om die reden een wapen in huis. Ter bescherming is haarachterneef op bezoek. De hond van de buren slaat aan. De neef gaatpoolshoogte nemen en verlaat het huis door de voordeur. Op datmoment dringt de oud-minnaar het huis via de achterdeur binnen. Hijgrijpt Arlette bij de keel. Ze belanden op de bank. Zij grijpt hetwapen en schiet hem in de rug. De neef belt aan. Zij opent devoordeur voor hem. Als ze terugkomt in de woonkamer, roept degewonde oud-minnaar 'ik hou toch van jou'. Arlette schiet nogmaals.Ditmaal in het hoofd van de man waarna hij overlijdt. Tegen devrouw wordt negen jaar geeist voor doodslag. In hoger beroep wordtze vrijgesproken omdat haar advocaat Van der Biezen de rechter weette overtuigen dat Arlette zichzelf niet in de hand had doordat zeal maanden in doodsangst verkeerde en haar geval geschaard kanworden onder het Battered Women Syndrome.

Van der Biezen ziet deze zaak als een van zijn gedenkwaardigste.Juridisch wordt het eerste schot als noodweer en het tweede alsdoodslag gezien. De advocaat gebruikt ter verdediging het reeds inAmerika ingeburgerde Battered Women Syndrome. Het is een syndroomwaar vrouwen die regelmatig worden mishandeld aan lijden. Ook alzit er enige tijd tussen het eerste en tweede schot, het tweedeschot is een uitvloeisel van de emotionele toestand waarin de vrouwverkeert. In deze zaak, zegt Van der Biezen, word ik weer gezienals de sympathieke advocaat.

Dat hij met dit verhaal paginagroot in de Telegraaf staatvoordat de zaak opnieuw voorkomt, is tactiek. "Ik ontloop de persniet. Publiciteit kan soms heel nuttig zijn. In de Picornie-zaakheb ik bewust contact gelegd met de pers om de videoband van detunnelcamera te laten analyseren. Dat wilde justitie niet omdat datte veel geld zou kosten. Via de media kan ik mijn standpunt nogeens duidelijk maken, want ik weet dat het verhaal ook bij derechter van de zaak terecht komt. Ik denk dat door een zaak in demedia te bespreken alle betrokken partijen zorgvuldiger gaanwerken."


Prof.dr. C. Brants:

Terughoudendheid geboden in media

Of media-aandacht voor een zaak een rechter doet besluiten eenverdachte een zwaardere straf op te leggen zoals advocaten weleensplegen te zeggen? "Daar is nooit onderzoek naar gedaan", zegtprof.dr. Chrisje Brants van het Willem Pompe Instituut. Brants isgespecialiseerd in strafrecht en media. "Je moet heel voorzichtigzijn met het leggen van dit soort directe verbanden. Het is eenbewering die niet is te staven."

Het verband dat er zou bestaan tussen media-aandacht en detoename van een bepaald delict, is ook nooit onderzocht, zegt zij."Omdat de media meer aandacht schenken aan zinloos geweld, lijkthet of er meer zinloos geweld is. Maar dat weet je niet."

Volgens Brants blijkt uit onderzoek dat het Openbaar Ministerieen niet de advocaten als eerste de media hebben opgezocht. "Daarmeewilde het Openbaar Ministerie (OM) het eigen beleid uit de doekendoen om de publieke opinie te beïnvloeden en zelfs een enkelekeer om verdachten aan de schandpaal te nagelen, buiten derechtszaal om. Ook advocaten hebben in het kielzog hiervan de mediaontdekt."

Het is niet wenselijk, stelt Brants, dat advocaten en hetOpenbaar Ministerie uitgebreid over een zaak in de media praten."Een verdachte staat terecht voor de rechter, niet voor de media."Een zaak die bijna uit de hand is gelopen door de media-aandacht ende rol van het OM daarin is de moord op Marianne Vaatstra uitKollum.

Toen de verdachte in Turkije was aangehouden hield Justitiemeteen een persconferentie, alsof de dader gepakt was, terwijl deuitslag van het DNA-onderzoek toen nog niet bekend was. "Justitiehad moeten zeggen dat ze een verdachte had en dat het onderzoekloopt. Meer niet. De verdachte bleek onschuldig maar stel dat deDNA-test anders was uitgevallen. Een positieve DNA-test is paswettig bewijs als de rechter die als zodanig heeft geaccepteerd.Het OM moet zeer zuinig omgaan met informatie, zodra anderebelangen in het geding komen zoals in Kollum. Er mag nietvooruitgelopen worden op de schuldvraag."


Jordy Lahr (24) voorzitter STILOS:

'Kan een tongzoen verkrachting zijn?'

"De aantrekkingskracht van het strafrecht is dat er in hetstrafrecht grote maatschappelijke vraagstukken worden behandeld.Wat doe je tegen het geweld op straat, tegen voetbalgeweld,jeugdcriminaliteit, verkrachting, moord en doodslag? In hetstrafrecht worden interessante vragen gesteld. Kan een tongzongverkrachting zijn,bijvoorbeeld?"

Jordy Lahr (24) is nèt afgestudeerd aan de UniversiteitUtrecht in de richting straf- en privaatrecht. Hij is de voorzittervan de Stichting Landelijk Overleg Strafrechtverenigingen (deSTILOS) die vorige week donderdag op initiatief van de Utrechtsestrafrechtvereniging Ad Informandum, haar eerste congres heeftgehouden in de Janskerk in Utrecht. Het thema: 'Strafrecht enMedia'.

"Strafrechtadvocaten willen graag met hun kop op de televisie.Ze gebruiken de media als een pion in hun zaak", zegt Lahr. "Zolangeen advocaat met medeweten van zijn cliënt en in het belangvan de zaak, de publiciteit zoekt, is het goed. Zodra ze bij WakuWaku in het panel gaan zitten, vraag ik me af waar ze mee bezigzijn."

Zelf denkt Jordy werk te zoeken aan de kant van de officier vanjustitie. "Omdat ik geloof in maatschappelijke normen en waarden endaar dus iets aan wil doen. Laatst werd er naast mij een fietsgestolen, maar ik durfde er niets van te zeggen, omdat ik bang wasdat die man mij iets zou aandoen. Dat is eigenlijk van degekke."


Procureur-generaal J. de Wijkerslooth:

'De media zijn van belang als verbinding met de burgers'

"De media zijn voor het Openbaar Ministerie van belang zijn alsverbinding met de burgers. Het OM is gebaat bij openbaarheid omdatwij de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde effectieververvullen als de samenleving kan zien wat wij doen. De belangen vanmedia en OM lopen echter niet altijd synchroon. Het OM is alsoverheidsorgaan weliswaar gehouden zoveel mogelijk openbaarheid aande dag te leggen, maar moet daarbij rekening houden met de belangenvan de opsporing en vervolging en met de belangen van bij hetstrafproces betrokken individuen. Ik sluit mij aan bij de woordendie procureur-generaal Langemeijer van de Hoge Raad in 1969 tergelegenheid van het symposium over politie en pers naar vorenbracht: 'neem in het schenken van vertrouwen aan de pers hetuiterste risico dat te verantwoorden is'.

"In het algemeen vind ik dat het OM aardig voldoet aan de normvan Langemeijer. De genomen risico's zijn te verantwoorden. Opéén punt kan wat mij betreft zelfs meer risico wordengenomen. In geruchtmakende zaken kan meer openheid worden gegevenover de stand van zaken in het opsporingsonderzoek. In een aantalgevallen had commotie rond een zaak in een vroegtijdig stadiumvoorkomen kunnen worden door bijvoorbeeldduidelijk te maken datbepaalde aanwijzingen wel degelijk waren nagetrokken. We hebben bijde zaak Vaatstra meer openheid van zaken gegeven over de verrichteopsporingshandelingen. Mijn eerste indruk is dat het parketLeeuwarden daar goed aan heeft gedaan."

"Het is wel van belang om een verdachte in de media niet alsdader te presenteren. Want het is heel wel mogelijk dat dezepersoon uiteindelijk wordt vrijgesproken of dat naarmate hetonderzoek vordert een groot aantal van de verdenkingen is komen tevervallen."

Dit is een samenvatting van de lezing die DeWijkerslooth heeft gegeven op het congres Strafrecht enMedia.


Meer strafrechtstudenten

Een groeiend aantal studenten aan de rechtenfaculteit in Utrechtstudeert af in het strafrecht. De media-aandacht speelt hierinzeker een rol, zegt professor Brants, gespecialiseerd in strafrechten media. Een andere reden is dat er tien tot vijftien jaar geledengeen droog brood in het strafrecht te verdienen viel en nu wel."Vroeger waren de meeste zaken pro deo. Nu hebben vele verdachtengeld en kunnen zelf een advocaat kiezen. Ook de status van destrafadvocaat is binnen het vakgebied toegenomen."

jaartal................aantal afgestudeerden in hetstrafrecht

1998....................77

1997....................66

1996....................69

1995....................62

1994....................26

Van de vierduizend studenten die op dit moment rechten studerenheeft 154 het strafrecht als examendoel opgegeven. Hoeveel daarvanuiteindelijk in deze richting afstuderen valt niet tevoorspellen.