Sportpsychologie probeert winnen te ontleden: 'De mentale conditie is ongrijpbaar'
Sportpsychologie probeert winnen te ontleden: 'De mentaleconditie is ongrijpbaar'
Het symposium had als thema 'Mysterieuze Krachten in de Sport'en vond plaats op de faculteit Gezondheidszorg van de Hogeschoolvan Utrecht. Die faculteit herbergt de enige topsportklas vanNederland. Bij fysiotherapie worden erkende topsporters samen ineen klas gestopt om ze zoveel mogelijk ruimte te geven omtegelijkertijd aan hun studie en aan hun sportieve carriere tewerken.
'Mysterieuze krachten in de sport' is ook de titel van een boekuit 1943 van de Nederlandse journalist Joris van den Bergh. Het ishet eerste Nederlandse boek waarin over de mentale begeleiding vansporters wordt geschreven. Van den Bergh was sportjournalist enploegleider van de eerste Nederlandse renners die deelnamen aan deTour de France. Die wielrenners moesten wel iets meer kunnen danfietsen, want na de zware dagelijkse etappe moesten ze 's avondsook nog even een verslag schrijven en opsturen naar Van den Berghin Nederland. Deden de renners dat niet, dan mochten ze het jaardaarna niet meedoen.
'Mysterieuze krachten in de sport' is inmiddels een uitgekauwdcliche geworden dat niet wordt geschuwd door de stukjesschrijverdie meent het verslag van het zevende team van zijnzaterdagvereniging op internet te moeten zetten. De meer serieuzemedia gebruiken de uitdrukking vooral in stukken overvoetbalwedstrijden waarin een ploeg uit geslagen situatie terugweet te komen. Veruit het populairst op internet is een wedstrijdvan Ajax dat met tien man tegen FC Twente een 2-0 achterstand ineen paar minuten wist om te zetten in een 3-2 overwinning.
Opvallend in al die stukjes op internet is dat altijd de winnaarover mysterieuze krachten blijkt te beschikken. Over de verliezersdie het net niet halen, wordt in hele andere termen gesproken. Enook al wordt er sinds 1943 over geschreven, het is nog steeds nietduidelijk waarom niet altijd de sporter met het meeste talent wint,maar minder getalenteerden op sommige dagen ver boven zichzelf uitkunnen stijgen, terwijl ze op andere dagen ver onder hun kunnenblijven.
De sportpsychologie probeert die vragen te beantwoorden. Het wasdan ook niet verwonderlijk dat een heel groot aantal jongestuderende sporters afgekomen was op het symposium. Hun leven staatimmers in het teken van presteren en elk brokje informatie dat zeeen stapje in de richting van het de overwinning kan leiden, isbijzonder welkom.
Sportpsychologe Loes de Ridder probeerde de factoren die volgenshaar de mentale topvorm van een sporter bepalen, op een rijtje tezetten. Niet onverwacht stonden toewijding en geloof in eigenkunnen en focus op de prestatie bovenaan. De Ridder begeleidt eengroot aantal sporters, die daar baat bij schijnt te hebben.
Volgens De Ridder onderschatten de sporters het belang vanmentale begeleiding. Ze gaan wel de hele zomer door metkrachttraining, sprak ze bijna klagend. Maar extra spiermassa laatzich natuurlijk gemakkelijker meten dan toegenomen mentaleweerbaarheid. Schaatscoach Wopke de Vegt bleek een stuk grappigerdan op tv. Hij vertelde vol trots dat hij als eerste Nederlandsecoach zijn schaatsers begin jaren negentig al naar psycholoog DeRidder had gestuurd. "Maar de mentale conditie is ongrijpbaar",moest toch ook hij vaststellen.
Neerlandica Els Stronks, voormalig coach bij de roeibond,vertelde over haar ervaringen met toproeiers. Het samenstellen vanzo'n team, waarom is het ene team wel succesvol en het andere niet,is natuurlijk ook n van de mysteries uit de sport. Stronks kon hetantwoord ook niet geven, maar ze maakte haar rol niet belangrijkerdan nodig. Ze gaf met voorbeelden aan dat er heel veel van hettoeval afhangt. Stronks gaf iedere coach mee om vooral het conflictniet uit de weg te gaan en niet alleen sporters te selecteren dieniet allemaal hetzelfde zijn.
Leuk werd het toen de sporters zelf aan het woord kwamen.Pitcher Patrick Beljaards, student fysiotherapie in Utrecht,vertelde hoe hij in zijn eerste honkbalwedstrijd in het Nederlandsteam letterlijk van de heuvel werd 'gebeukt'. Ervaring heeft hemrustiger gemaakt. Hij weet inmiddels dat het niet het einde van dewereld is als de ballen die hij aangooit het stadion uit wordengeslagen. Bovendien heeft hij tegenwoordig ook nog een Amerikaansemental coach. Die coach vertelt hem dat hij in een kooi staat tegooien en dat werkt goed, volgens Beljaards.
Het geloof bij Verheijen zit duidelijk minder diep. Bij eenYomanda-achtig staaltje van sportpsychologe De Ridder - detweehonderd mensen in de zaal moesten hun ogen dichtdoen en zichinbeelden dat ze op een schommel zaten - kan hij het niet nalatenzijn ogen af en toe open te doen en om zich heen te kijken. Devraag is of ploeggenoot Jochem dat ook zou hebben gedaan.
Jurgen Swart