Stamcel-onderzoekster dr. Christine Mummery hoopt op embryo-wet: 'Ik maak geen hart in een bakje'

Stamcel-onderzoekster dr. Christine Mummery hoopt opembryo-wet: 'Ik maak geen hart in een bakje'

Modderige metalen platen leiden naar de entree van het nieuweHubrecht laboratorium. De open dag van het instituut is bovenverwachting goed bezocht. "We vreesden even dat er misschien maaranderhalve man en een paardekop langs zouden komen", zegt dr.Christine Mummery, stamcel-onderzoekster. "Misschien komt hetdoordat het regent en de mensen niets anders te doen hebben",oppert ze bescheiden. Maar waarschijnlijk heeft de grote publiekebelangstelling alles te maken met de omstreden embryonalestamcellen waarmee Mummery veelbelovend onderzoek gaat doen.

Omstreden, omdat de stamcellen afkomstig zijn uit menselijkeembryo's - klompjes cellen die mens zouden kunnen worden. Sommigemensen zijn op principiele gronden tegen onderzoek met embryonalecellen. Maar ook veelbelovend, want als Mummery succesvol is, dankunnen artsen in de toekomst hartspiercellen transplanteren tervervanging van stukjes afgestorven hartspierweefsel.

Maar voorlopig is dat toekomstmuziek. Mummery moet eersttechnische en ethische problemen overwinnen. Eerst het technischeobstakel: wat is een stamcel en hoe wordt dat een hartspiercel?Mummery: "Stamcellen zijn cellen in ons lichaam die zich nog nietgespecialiseerd hebben, het zijn bijvoorbeeld nog geen spier-,huid- of levercellen. Ze kunnen nog alle kanten op - het zijnalleskunners."

De vraag is natuurlijk hoe je de stamcellen zo kunt sturen, dathet hartspiercellen worden. Mummery: "Het embryo weet hoe het moet,dat is duidelijk. Vanuit een bevruchte eicel ontstaat uiteindelijkeen mens, met alle soorten cellen. Het is dus zaak de signalen teontdekken die het embryo gebruikt om de ontwikkeling van zijncellen te sturen. Het onderzoek gaat goed, een aantal trucjes vanhet embryo kennen we al, we kunnen van stamcellen al bloed- enzenuwcellen maken. Het moet lukken zo ook hartspiercellen temaken."

Stel dat Mummery daarin slaagt, dan is ze nog niet klaar. Alsdeze spiercellen getransplanteerd zouden worden naar een patient,dan stoot een afweerreactie de vreemde cellen namelijk meteen weeraf. De spiercellen zijn lichaamsvreemd en dus denkt het lichaam dathet kwaadwillende indringers zijn die zo snel mogelijk opgeruimdmoeten worden. Einde transplantatie.

Kloon

Hierin kan pas verandering komen als het verbod op het beruchtekloneren in ons land wordt opgeheven. Kloneren houdt in dit gevalin dat het erfelijk materiaal (DNA) uit de celkern van een patientmet een hartinfarct, in een eicel wordt gezet, waaruit eerst heteigen DNA van die eicel is verwijderd. De eicel (en het embryo water uit groeit) is dan dus een kloon van de patient, ze hebbenhetzelfde erfelijke materiaal. De stamcellen in het gekloondeembryo, blijven alleskunners - ook nu ze een nieuwe celkern hebben.En dat komt goed uit, want ook nu ontwikkelen zij zich tothartspiercellen, maar dit keer met hetzelfde erfelijke materiaalals de patient. Als ze nu getransplanteerd worden, blijft destorende afweerreactie dan ook - waarschijnlijk - achterwege. Dehartspiercellen zijn immers niet langer lichaamsvreemd, ze bevattenhetzelfde DNA als de cellen van de patient.

Voorlopig is deze aanpak echter nog toekomstmuziek, wantkloneren is in Nederland vanwege ethische bezwaren verboden.Voorlopig tenminste, want over drie jaar wordt de wet herzien. Totdie tijd gaat Mummery door met haar onderzoek naar de ontwikkelingvan hartspiercellen uit embryo's. Ook dat werk is niet onomstreden,gegeven de weerstand in ons land tegen het gebruik van menselijkeembryo's, maar in dit opzicht gloort er hoop voor Mummery en haarcollega's nu minister Borst van Volksgezondheid onlangs eenwetsvoorstel bij de Tweede Kamer heeft ingediend waarin ze hetgebruik van rest-emryo's voor de kweek van stamcellen wil toestaan,de zogenaamde 'embryo-wet'. Christine Mummery is blij met hetwetsvoorstel: "De nieuwe wet regelt dat wij rest-embryo's mogengebruiken. Ethische bezwaren daartegen snap ik niet zo heel goed,want wij vissen deze rest-embryo's bij wijze van spreken uit deprullenbak. In diepvriezen in Nederland worden namelijk 50.000rest-embryo's bewaard, klompjes cellen van een paar dagen oud, diezijn overgebleven van kunstmatige bevruchtingen. Als die embryo'sgemaakt mogen worden om mensen te helpen kinderen te krijgen, danis het toch niet gek dat wij ze gebruiken voor onderzoek dat in detoekomst wellicht hulp biedt aan mensen die een hartinfarct hebbengehad."

Pr-mens

Niet overal ter wereld is de wetgeving over kloneren evenstreng. In Groot-Brittannie heeft de regering onlangs eenwetsvoorstel aangenomen dat het maken van kloon-embryo's mogelijkmaakt, het parlement moet er nog wel over stemmen. In Singaporedaarentegen is het al langer toegestaan stamcellen uit menselijkeembryo's te kweken. Een Australische onderzoeksgroep importeerde deSingaporese cellen om zo de lokale wetgeving te omzeilen. Mummerygaat half november naar Australie om dezelfde stamcellen naarNederland te halen. Daarmee is zij de eerste die in de lage landenonderzoek kan gaan doen met menselijke embryonale cellen.

En dus kan Mummery rekenen op ruime belangstelling van de pers:"Toen ik hiermee begon, had ik niet gedacht dat het zo'n 'hype' zouworden." Omdat haar onderzoek technisch ingewikkeld is en ethischomstreden, heeft ze moeite het goed uit te leggen. "Ik vertelvooral dat het stamcelonderzoek geen wondermiddelen gaat opleveren.Ik probeer duidelijk te maken dat ik geen 'hart in een bakje' maak,maar alleen hartspiercellen. Het valt niet altijd mee, maar hetgaat goed. Journalisten stellen steeds betere vragen." Maar alleinterviews gaan Mummery niet in de koude kleren zitten. "Ik draaidubbele uren, want mijn eigen werk gaat natuurlijk gewoon door. Ikben mijn eigen pr-mens!"

Behalve journalisten krijgt Mummery de gekste mensen aan delijn. "Laatst belde een mevrouw die haar hond wilde laten kloneren.Ze wilde dat niet bij een of ander louche instelling doen, dusdaarom belde ze mij als wetenschapper. Tja, dan ben ik weer evenbezig met uitleggen wat we hier wl doen", Mummery kan er de humorwel van in zien.

Nu Mummery met haar veelbelovende onderzoek in het centrum vande belangstelling staat, zal ze wel niet te klagen hebben over definanciering? "Ik heb wel te klagen!", roept Mummery monter."Recent hebben twee analisten nog voor een baan bedankt omdat zehet loon te laag vonden, in de industrie valt meer te halen. Hetonderzoek vonden ze heel boeiend hoor, maar ja... Wetenschap isniet voor iedereen een roeping." Ze geeft het 'poldermodel' deschuld. "Alle universiteiten krijgen in Nederland even veel geld,het is beter verdeeld dan in het buitenland. Maar soms is netgenoeg niet echt genoeg. Dan heb je maar te accepteren dat veelgoede onderzoekers de wetenschap verlaten."

Rinze Benedictus


'Ik was de enige die met stamcellen konomgaan'

Christine Mummery studeerde natuurkunde in Nottingham. Aan deUniversiteit van Londen promoveerde ze op het raakvlak tussengeneeskunde en natuurkunde, biofysica. "Met fysica kwam je ofterecht in een kerncentrale, of in een ziekenhuis bij de afdelingbeeldvorming. Na mijn studie merkte ik dat ik toch vooralgeinteresseerd was in medische problemen, vandaar dat ik langzaamvan de natuurkunde naar de geneeskunde ben opgeschoven. Mijnpromotie ging dan ook over wondgenezing." Ze kwam terecht op hetUtrechtse Hubrecht laboratorium doordat ze Siegfried de Laatonmoette, de vorige directeur van het instituut. Omdat zijnonderzoek met embryonale cellen haar erg aansprak, werd ze hierpostdoc. Vijf jaar lang werkte Mummery op tijdelijke basis inUtrecht. "Soms ging ik op vakantie terwijl ik niet wist of ik nogeen baan zou hebben als ik terugkwam. Dan had ik een aanvraagingediend voor onderzoeksgeld en dan was nog niet bekend of ik hetgeld ook zou krijgen." Net toen Mummery 'het wel gezien had' inNederland, kreeg ze een vaste baan aangeboden. "Ik was, samen metmijn analiste, de enige die met embryonale stamcellen kon omgaan.En die 'know how' wilde het Hubrecht laboratorium wel houden",verklaart ze nuchter.