Steeds meer Marokkaanse ouders voeden hun kinderen 'Nederlands' op
Over Marokkaanse ouders heerst doorgaans het beeld dat zij als opvoeders na de migratie stil zijn blijven staan. Dit beeld verdient nuancering, zo blijkt uit de literatuurstudie 'Continuity and change in Moroccan socialization', die werd uitgevoerd door Mariƫtte de Haan van de faculteit Sociale Wetenschappen en Trees Pels van het Verwey-Jonker Instituut.
De onderzoekers constateren weliswaar dat sommige waarden en gebruiken uit het thuisland in Nederland een taai leven hebben. Zo blijft een zekere scheiding en hiƫrarchie tussen de seksen en generaties nog lang als ideaal gelden. Maar daar staat tegenover dat de autonomie van vrouwen en jongeren snel toeneemt.
Opmerkelijk is vooral de andere manier van leren die Marokkaanse kinderen zich in Nederland eigen maken. In Marokko leren kinderen vooral door observatie en imitatie. De kring van leeftijdgenoten speelt daar een belangrijke rol in de socialisatie. In Nederland leren kinderen meer door directe instructie. Ouders trekken de opvoeding meer naar zich toe en voelen meer noodzaak tot een directe bemoeienis met kinderen.
Een voorname reden daarvoor is dat ouders veel nieuwe vragen op zich afkrijgen, door de migratie en het opvoeden in Nederland. Een andere oorzaak is dat het informele netwerk minder steun en controle biedt dan in Marokko. Bovendien ontstaat er in de verhouding met kinderen meer tweerichtingsverkeer. Tenslotte gaan, door transnationale (internet)contacten, ook de moderniseringsprocessen in Marokko zelf niet ongemerkt aan oud en jong voorbij, aldus de onderzoekers.
EH