Streetwise in de wetenschap
Streetwise. Dat is wat jonge onderzoekers moeten worden om zich te kunnen handhaven in de wereld van de wetenschap. Honderdvijftig van hen kwamen dinsdag in Slot Zeist naar de landelijke NWO-talentendag om de manieren van de wetenschap te leren.
Vast staat wel dat NWO met dit initiatief voorziet in een behoefte. De belangstelling voor de eerste talentendag, op 26 maart eerder dit jaar, was zo overweldigend groot dat een maand later ijlings een tweede dag werd ingelast. Afgelopen dinsdag was er dus een derde en op 23 oktober volgt een vierde, die inmiddels ook geheel is volgeboekt.
Inspectie van de deelnemerslijst van de derde talentendag leert dat de Alfa-wetenschappen opvallend ondervertegenwoordigd zijn: slechts dertien van de 150 deelnemers zit in deze hoek. Verreweg de meesten zijn afkomstig uit de Bèta- en Gammarichtingen met geneeskunde, biologie en psychologie als uitschieters. Ook de verdeling man-vrouw blijkt opvallend scheef: 31 mannen tegenover 119 vrouwen.
Vele Utrechtse aio's en oio's zijn naar Zeist gekomen om collega-onderzoekers te ontmoeten. “De mogelijkheid die geboden wordt om gemeenschappelijke ervaringen uit te wisselen bevalt mij hier prima”, zegt Karin Slot, biologe en bezig aan een vruchtbaarheidsonderzoek aan de faculteit Diergeneeskunde. “Veel dingen waar je als aio tegenaan loopt zijn zeer algemeen van aard en dan is het leuk om eens te horen hoe ze daar in andere vakgebieden mee omgaan”. Tamar van Raalten die onlangs is begonnen aan een promotieonderzoek binnen de afdelinge psychiatrie van het Universitair Medisch Centrum, vult aan: “Op die manier merk je dan opeens dat je niet helemaal alleen staat." Ook voor Mirjam Sprong, psychologe en als aio lid van een team dat onderzoek doet naar schizofrenie bij adolescenten, weegt het uitwisselen van contacten zwaar. “Wat mij betreft mag de universiteit wel wat meer doen om het contact tussen de aio’s te bevorderen”. Sprong denkt daarbij aan een oprichting van een aio-platform binnen de universiteit, zoals dat op landelijk niveau al weer een tijd bestaat.
Over de workshops zelf zijn de drie Utrechtse aio’s over het algemeen goed te spreken. Slot volgde tijdens de ochtendsessie een workshop ‘subsidie aanvragen’ waarin NWO-beleidsmedewerker Wilma van Donselaar de basisvaardigheden voor een succesvolle subsidieaanvraag uit de doeken deed. Na de lunch schreef Slot, tijdens de workshop ‘beter promoveren’ op bevel van de Tilburgse politicoloog Herman Lelieveld in een kwartier tijd het voorwoord voor haar proefschrift. Sprong hoorde niet echt iets nieuws tijdens de workshops ‘project-management’ en ‘netwerken’, maar werd wel bevestigd in haar overtuiging dat het van belang is om dynamisch te blijven en je steeds ook buiten je onderzoek te blijven ontplooien. Van Raalten (‘netwerken’ en ‘subsidie aanvragen’) vertelt dankzij de workshops niet alleen meer zicht te hebben gekregen op wat zij omschreef als ‘het bredere geheel’; ook uit ze een veelgehoorde klacht: “Nu blijkt maar weer eens dat je binnen het huidige kader van de promotie niet echt wordt klaargestoomd voor de periode erna”.
Die opmerking roept de vraag op in hoeverre NWO een taak op zich heeft genomen die eigenlijk door de universiteiten zelf vervuld had moeten worden. Met andere woorden: schiet de universiteit tekort bij de begeleiding van haar aio’s en oio’s? Gemeten naar het enorme succes van de NWO-talentendagen lijkt dat er wel op. Dominique de Vet ziet het verband niet direct: “Bij NWO constateerden wij een behoefte. In dat gat zijn we gesprongen.”
Hoe dan ook is de missie van NWO duidelijk: de organisatie probeert jonge wetenschappers in een vroeg stadium toe te rusten met informatie en vaardigheden, die hen in staat stelt om zich een plekje te verwerven in de wereld die wetenschap heet. En de uiteindelijke beloning? Economisch-historicus en winnaar van de Spinoza-premie 2003 prof. dr. Jan Luiten van Zanden verwoordt het in zijn afsluitende lezing als volgt: “Wanneer je besluit in de wetenschap door te gaan, onthoud dan dat de meeste baten immaterieel zijn, zoals bijvoorbeeld de gesprekken met intelligente mensen die meestal ook nog voor rede vatbaar zijn. Dat is ook wat waard!’