Stress is een prachtig mechanisme


Aan psychische klachten zoals chronische vermoeidheid enburn-out zit altijd ook een lichamelijke kant. Daartegenover hebben(immuun-) ziekten zoals reuma vaak mede een psychische achtergrond.Om te zoeken naar een effectieve therapie is het dus hoog tijd omin het onderzoek een einde te maken aan de kunstmatige scheidingtussen lichaam (geneeskunde) en geest (psychologie), vindenpsycholoog Lorenz Van Doornen en immunologe Cobi Heijnen. Weg metde orenmafia. Op zoek naar de biologie van deindividualiteit.


Stress is een prachtig mechanisme

Het mag vreemd klinken, maar wie prof.dr. Lorenz vanDoornen over stress hoort praten, zou bijna enthousiast worden.Natuurlijk, ook de hoogleraar Gezondheidspsychologie probeert deongezonde spanning te vermijden die wordt veroorzaakt doorovermatige drukte. Maar over stress als hormonaal regelsysteem vanhet lichaam is de man die al zo'n 25 jaar 'in de stress' zit in deloop der tijd alleen maar enthousiaster geworden.

"Het stress-systeem is een geniaal en voor ons voortbestaanonmisbaar stelsel van 'checks and balances'. Ruwweg zijn er tweehormonale systemen bij betrokken. Het ene systeem produceertadrenaline, een heel functioneel hormoon dat energie mobiliseert opmomenten waarop we in actie moeten komen en dat ervoor zorgt dat westress in beginsel als aangename spanning in ons lichaam kunnenervaren.

"Bij langdurige stress gaat het lichaam daarnaast ook cortisolproduceren. Als de adrenaline ongeremd zijn gang zou gaan, zoudenonze reserves namelijk binnen de korste keren zijn opgebrand.Cortisol voorkomt dat. Op zich is er dus sprake van een prachtiguitgebalanceerd mechanisme. Het gaat pas mis als de spanning telang aanhoudt. Dan kan stress leiden tot burn-out en chronischevermoeidheid."

Omdat deze kwalen vooral als psychisch worden gezien, heeft denadruk in het onderzoek naar het uit de rails lopen van hetstress-systeem tot nu toe vooral op de gedragstherapeutische kantvan de zaak gelegen, betoogde Van Doornen vorige week in zijnoratie. "Psychologen wetenwel dat stress gepaard gaat metlichamelijke verschijnselen zoals een hogere bloeddruk, eenversnelde hartslag en een hoog cortisolniveau. Maar omdat die bijhet beëindigen van de stressvolle situatie weer snelverdwijnen, worden zij vooral gezien als bijverschijnselen.

"Als mensen na afloop van een periode van stress last blijvenhouden van moeheid of van een gebrek aan concentratie, moeten zijdus een psychisch probleem hebben, is de gangbare redenering in depsychologie. Het probleem zal wel tussen de oren zitten, wantfysiek is er immers niets aan de hand."

Paniek

Hoe meer bekend wordt over het stressmechanisme, des teduidelijker wordt dat dit een onjuiste gedachte is, stelt VanDoornen. "Uit onderzoek met proefdieren blijkt namelijk datblootstelling aan stress gepaard gaat met duidelijk waarneembarefysiologische veranderingen in onder meer de hersenen en hetimmuunsysteem. De voornaamste boosdoener is een te hoge dosiscortisol in het bloed. Zo zijn bij proefdieren die gedurende enigetijd in paniek zijn gebracht, nog weken later veranderingenzichtbaar aan de hippocampus, een klein orgaan in de hersenen dateen centrale rol speelt in de manier waarop ons brein omgaat metemoties en herinneringen. Later is zulk onderzoek met behulp vanscans ook bij mensen uitgevoerd. Bij een langdurig verhoogdcortisolniveau bleek niet alleen hun hippocampus soms meer dan tienprocent in volume te zijn afgenomen, maar was ook hun geheugenachteruit gegaan.

Volgens Van Doornen is de belangrijkste les die uit dezeontdekkingen kan worden getrokken, dat cortisol en anderestresshormonen een rol spelen bij het ontstaan van 'psychische'ziektes zoals burn-out en de chronische vermoeidheidsziekte ME."Veel psycho-somatische klachten hebben een puur fysiologischeoorzaak en zijn dus in feite gewoon lichamelijke klachten.Natuurlijk bestrijd ik niet dat de achterliggende oorzaak vanpsychische problemen meestal is gelegen in omstandigheden zoals dehoge werkdruk en de steeds toenemende prestatie-eisen in demaatschappij. Als in een bedrijf veel personeelsleden met stressrondlopen, moet je dat bedrijf reorganiseren. Maar dat laatonverlet dat de lichamelijke klachten die het gevolg zijn vanstress, en het feit dat de een veel stressgevoeliger is dan deander, een fysiologisch aanwijsbare oorzaak hebben. Die kant van dezaak wordt helaas nog door veel pyschologen genegeerd. Er zijn weleen hoop stresstherapieën die allemaal een beetje helpen, maarniemand is geïnteresseerd in de vraag waarom ze helpen en ofdat misschien beter kan.

"Ik denk dat het hoog tijd word om een fysiologische basis aande behandeling te geven, zodat we een beetje afkomen van dieellendigevaagheid die nu nog rond stress hangt. Ik ken mensen metburn-out die na een half jaar thuis geen enkele veranderingbespeuren. Maar ja, omdat ze ogenschijnlijk niets meer mankeren,worden ze als querulanten beschouwd die maar naar een psychiatermoeten. Onzin. Kennelijk heeft het stress-mechanisme ietsbeschadigd wat langer nodig heeft om te herstellen. In onsonderzoek willen we er achter komen wat dat precies is."

Stress-profiel

Kort samengevat wil van Doornen als het ware een fysiologischedefinitie van stress en stressgevoeligheid te ontwikkelen. "Wijmeten bij mensen in allerlei verschillende omstandigheden dehoeveelheden adrenaline en cortisol, de bloeddruk en de hartslag enwe proberen na te gaan hoe die niveau's gedurende een etmaalvariëren, en wat de invloed is van pieken in de activiteit envan rustperioden."

Een van de hypotheses van Van Doornen is dat verschillen instress-bestendigheid samenhangen met het vermogen van het lichaamom snel te herstellen. Het idee daarbij is dat niet zozeer destress zelf maar een gebrek aan herstelvermogen de schadeveroorzaakt, omdat daardoor het cortisolniveau te lang hoog blijft.Een deel van het Utrechtse onderzoek richt zich daarom op dat nogvolstrekt onbekende herstelmechanisme, dat waarschijnlijk vooraltijdens de eerste uren van de slaap, de diepe slow-wave slaapactief is. Dat onderzoek is volgens Van Doornen vooral van belangomdat het uitzicht biedt op methoden om risico-groepen voorchronische stress en burn-out te identificeren. "Als je weet hoe jeherstel in fysiologische termen moet definiëren, kun jemisschien patronen ontdekken in de manier waarop mensen van stressherstellen."

Op termijn moet het onderzoek van Van Doornen uitmonden in hetopstellen van een individueel stress-profiel. "Mijn ideaal is datwe in de toekomst een vergelijkbare risico-analyse kunnen maken alsnu al gebeurt voor hart- en vaatziekten. Daarvoor hoef je alleenmaar de cholesterol en de bloeddruk te meten en te vragen of iemandrookt. Dan tokkel je dat bij wijze van spreken in op je PC endaaruit rolt de kans die iemand heeft om de komende vijf jaarproblemen te krijgen.Het stressonderzoek bevindt zich nu indezelfde situatie waarin het hart- en vaatonderzoek zich dertigjaar geleden bevond. Vandaar dat ik ervoor pleit om dit onderzoeknu met kracht ter hand te nemen. Gezien het percentage mensen in deWAO met stressklachten lijkt het me geen onbelangrijke zaak om eengoede maat voor stressgevoeligheid te ontwikkelen."

Dat zijn onderzoek zou kunnen leiden tot de ontwikkeling vanmedicijnen acht Van Doornen niet denkbeeldig, maar hij waarschuwtvoor te hoge verwachtingen. "Als je al een anti-stressmiddel zoukunnenontwikkelen, dan zou dat hooguit geschikt zijn om in eenvroeg stadium van burn-out het schadelijke effect van cortisol teneutraliseren. Maar het zal nooit meer dan een hulpmiddel wordennaast een gedragstherapeutische aanpak van chronische stress, eenbeetje op dezelfde manier waarop anti-depressiva nu wordengebruikt. Van anti-stress middelen moet je zeker geen wonderenverwachten."

Erik Hardeman