Strijden om de gunst van de student

Staatssecretaris Rutte heeft zijn lang verwachte voorstel voor een meer vraaggestuurd nieuw bekostigingssysteem naar de Tweede Kamer gestuurd. Wordt het aanvaard, dan hebben de studenten vanaf 2007 een budgettaire sleutelpositie. Weliswaar zullen de opleidingen net als nu geld krijgen voor iedere student die ze binnenhalen, maar het grote verschil is dat ze dit geld weer snel kwijtraken als ze onvoldoende kwaliteit leveren en hun studenten tussentijds afhaken. Die kunnen hun 'leerrechten' namelijk verzilveren bij een andere opleiding of instelling die beter op hun wensen inspeelt.

Door studenten met de voeten te laten stemmen over de kwaliteit van hun opleiding, gooit Rutte het roer flink om. Universiteiten werken al jaren met een hoge basisbekostiging en een kleine diplomabonus. Hogescholen worden nu nog meer dan de universiteiten bekostigd voor het aantal studenten dat ze afleveren. Ruttes nieuwe stelsel handhaaft weliswaar een basisvergoeding om de continuïteit van opleidingen te garanderen, maar die zal in het nieuwe stelsel wel veel kleiner zijn. Ook de diplomabonus wordt - vooral in het hbo - minder belangrijk. Een instelling waar een student zijn eerste diploma haalt, krijgt een bonus van 25 procent bovenop de daar gebruikte leerrechten.

Lanterfantende studenten

Niet alleen de instellingen zullen harder worden afgerekend, ook van de studenten wordt meer verwacht. Immers, de financiële middelen voor het hoger onderwijs zijn beperkt en de kenniseconomie heeft meer hooggeschoolde inbreng nodig. Aan lanterfantende studenten wil de staatssecretaris zijn schaarse geld niet kwijt. Bachelorstudenten wil hij bekostigen voor de cursusduur plus een jaar, masterstudenten voor de cursusduur plus een half jaar. Als een student die tijdslimieten overschrijdt, moet hij voor de resterende jaren een marktconform collegegeld betalen - wat neerkomt op maximaal 6500 euro. Dat bedrag kan hij overigens wel bij de IB-Groep lenen.

Het voorstel om collegegeld voor te schieten geldt voor alle studenten, ongeacht het salaris van hun ouders. Dat is één van de voorgestelde aanpassingen van de studiefinanciering. De ingrepen in dat stelsel zijn overigens minder verstrekkend dan die in de bekostiging. Wel wordt de aflossing van de studieschuld flexibeler doordat uitgestudeerden deze naar eigen goeddunken vijf jaar kunnen onderbreken. Bovendien wordt het aflossingsbedrag sterker gerelateerd aan de hoogte van het inkomen, waarmee Rutte de leenaversie wil verkleinen. De afbetalingstermijn van vijftien jaar blijft gehandhaafd. Restschulden worden ook in de plannen van Rutte kwijtgescholden.

HOP