Studente communicatiekunde Arien Bosch stapt van ijs over op tartan: 'Je verzuurt tot achter je oren'

Studente communicatiekunde Arien Bosch stapt van ijs over optartan: 'Je verzuurt tot achter je oren'

"Ik heb het er heel moeilijk mee gehad. Het is fantastisch omvoor honderd procent met je sport bezig te zijn en de illusie tehebben dat je ooit op de Olympische Spelen kunt staan." Jarenlangtrainde Arien Bosch (23) twee keer per dag.

Als lid van Jong Oranje van de KNSB bivakkeerde ze 150 dagen perjaar in het buitenland. Geld speelde geen rol. Maar Bosch haaldehet net niet.

"Ik had tijden geschaatst die goed genoeg waren voor dekernploeg, maar de KNSB vond dat ik te weinig had laten zien",blikt de studente communicatiekunde terug. En ze had ook nog depech dat het aantal ploegen werd ingekrompen. Met al het commercilegeweld van dit moment, had het misschien anders kunnen lopen. "Hetvoelt nog steeds een beetje vreemd om op televisie naar wedstrijdente kijken. Ik ben beter dan de meeste deelnemers."

Illusies

Bosch vraagt zich nog steeds af en toe af waar het aan lag. "Ikheb er altijd naast gestudeerd. De trainers stimuleerden dat ook.Het was goed om even je oogkleppen af te kunnen doen. Maar ik sloegwel eens een krachttraining over om naar college te kunnen gaan.Mijn studie had weinig contacturen. Ik kon in het buitenland allesbijhouden. Maar terwijl ik studeerde, lagen de anderen te rusten.Die waren zo gedreven. Bij hen moest alles wijken voor hetschaatsen. Ik kan veel beter relativeren. Maar misschien was datjuist niet goed. In de schaatswereld moet je je illusies hoogkunnen houden."

Na de kernploeg trainde ze door in het gewest. Maar de stapterug van Calgary naar Deventer bleek heel erg groot. Ze kwam ineen nationaal team dat net onder de top zat. "We kregen welfaciliteiten. Vier of vijf keer per jaar mochten we naar hetbuitenland. Maar ik was bij Jong Oranje gewend aan het snelste ijsen hele goede mensen om me heen. Dat is belangrijk bij hetschaatsen. Trainingsmaatjes die net iets beter zijn. Er warenopeens zoveel obstakels. Ik moest allemaal selectiewedstrijdenrijden, waar me vroeger de hand boven het hoofd werd gehouden."

Bosch besloot zich helemaal te richten op haar afstuderen, maarze is blij dat ze de topsport heeft meegemaakt. "Recht vooruitkijken en alles moet wijken. Je leeft zo vaak op het randje. Je dagis verpest als je verkouden bent. Het is zwaar. Je traint dag indag uit en je rijdt misschien drie persoonlijke records per jaar.Maar ik heb er ontzettend veel van geleerd. Je ziet veel van dewereld, al zijn het dan plekken waar een ijsbaan is. En je doetveel mensenkennis op."

Spieren

Na het schaatsen volgde toch nog een nieuwe sportcarrire. Om afte trainen werd ze vorig jaar lid van de Utrechtseatletiekvereniging Phoenix. "Het leek me leuk om hier nieuwe mensente leren kennen. Hardlopen vond ik altijd al een leuke sport." Degezelligheid moet vooropstaan, maar die gezelligheid bestaat ervoornamelijk uit dat Bosch na de training nog even blijft hangen omwat te drinken met haar clubgenoten. Verder worden de zaken ergserieus aangepakt.

"Het was een behoorlijke overgang, want het zijn hele anderespieren en hele andere bewegingspatronen. De loopsnelheid moet ooknog groeien." Maar toch voert ze inmiddels al twee clubranglijstenaan. Onlangs werd ze met haar ploeggenoten tweede op het Nederlandskampioenschap estafette op de 400 meter. En het kan nog veel hardervindt Bosch. "Ik kan nog niet elke dag op tartan trainen. Datpikken mijn spieren nog niet."

De 400 blijkt samen met de 800 meter haar beste afstand. Dieafstanden staan bekend als hele zware afstanden. "Je verzuurt totachter je oren. Dat had ik bij het schaatsen veel minder daar zithet voornamelijk in je benen. Je hebt altijd nog wel eenglijbeweging. Bij het lopen moet je jezelf echt omhoogtrekken."

Wat voor andere sporters al op topsport lijkt, valt voor Boschonder het kopje rustig aftrainen. "Dit is niets in vergelijking metJong Oranje. Maar sporten zit in me. Ik vind het leuk om elke dagte trainen, maar ik ga nu geen offers meer brengen. Die tijd isgeweest. Potten breken zal ik niet meer, maar nationaal moet ik eeneind komen." Haar doel is om volgend jaar bij de NederlandseKampioenschappen finaleplaatsen te halen. Maar het is vooral desfeer die haar bevalt. "Nu staan mijn teamgenoten te juichen langsde kant als het goed gaat. Bij Jong Oranje vochten we vaak met zijnvieren om drie plaatsen op een toernooi. Dan word je geenvriendinnen."

Sportjournaliste

Rustig aftrainen bij een gezellige schaatsvereniging was geenoptie. "Dat is mijn eer te na. Ik heb een bepaald niveau gehad. Ikben snelheid gewend en als ik minder train, wordt dat ook minder.Ze is nog wel actief in de schaatssport. Ze bezoekt de Deventerijsbaan regelmatig als sportjournaliste voor het Deventer Dagblad.Die contacten bestonden al in de tijd dat ze nog een regionaaltalent was. In die combinatie van studie en sport ziet ze welbrood. "Het lijkt me erg leuk om voor de KNSB iets te doen opcommunicatiegebied. Het schaatsen ligt natuurlijk wel het dichtstbij mijn hart."

Jurgen Swart