Studenten en hun katten

Joke van der Glas


Joris

Theo, Joris, Nicolai, Geesje en Maarten wonen metvijf andere huisgenoten op de derde verdieping van de 'blauwe flat'op het Tuindorp-West studentencomplex. Hun huiskat heetJoris.

Joris is een potige kater met een eigenwijze kop. Hij trekt zichniet zoveel aan van al dat studentvolk om hem heen maar looptparmantig door de gemeenschappelijke keuken van de etage. De katbehoort toe aan Geesje van Lieshout, die hem heeft meegenomen uithaar vorige studentenhuis in Houten.

Joris van Kempen, eerstejaars student Informatica en zijnwerkende huisgenoot Theo Boersma vinden het leuk dat er een huiskatis. "Joris is niet lastig, behalve toen ik hem per ongeluk eenweekend had opgesloten in mijn kamer. Hij heeft toen vanalles opmijn spiksplinternieuwe vloerbedekking gedeponeerd", vertelt deinformaticastudent. "Vorige week is hij uit mijn raam gewaaid. Datwas zo zielig. Ik schrok me rot, maar gelukkig kwam hij op degalerij hier onder terecht."

Volgens de jongens wordt Joris altijd heel lief rond vier uur 'smiddags. "Als iemand voor zijn charmes bezwijkt of over hemstruikelt, krijgt hij eten. Het lijkt me heerlijk om een huiskat tezijn: lekker de hele dag op de bank liggen en iedereen naar collegezien gaan." Ze vinden de kat lui en dik.

Geesje is verantwoordelijk voor de kat: zij koopt het eten enzorgt ervoor dat Joris regelmatig bij de dierenarts komt en dat hijanti-vlooienmiddel krijgt toegediend. De kattenbak verschoont zijook. Die kattenbak is vaak een discussiepunt in huis: "Dat dingstinkt", zegt iedereen.

De kat mag niet op de kamer van Maarten van het Bolscher komen;hij schiet 'm nat zodra hij één poot naar binnen waagt.Huisgenoot Nicolai Schewe heeft er spijt van dat hij ooit ingestemdheeft met Joris: "Hetis gewoon een klotebeest. Hij heeft mijn kamereen keer ondergepoept, zijn kattenbak stinkt en hij is nietaardig."

Nicolai vervolgt zijn relaas: "Hij geeft steeds over en in hethele huis zwerven plukken haar. Die kat spoort niet. Iedereen geefthem eten om van het gezeik af te zijn. Alleen Theo doet het uitpure liefde." Maarten relativeert tenslotte de hele zaak: "Ach,zo'n kat in huis, dan hebben we tenminste iets om over tepraten."


Poes

Elske, Carlie, Jan, Wouter en Cindy wonen met nogvier andere huisgenoten op het IBB-complex. Hun kat heet 'Poes' enhet dier is tevens de huisoudste.

Poes was eerst van Paul, vertellen de huisgenoten terwijl zenaar een kinderfoto van deze oud-huisgenoot wijzen die nog in dekeuken hangt. Toen Paul verhuisde heeft hij de kat achtergelaten omhet dier in zijn oude omgeving te laten. Jan ten Ham: "Poes isnogal gestresst en schichtig. Paul heeft in zijn nieuwe huis maaréén kamer en wij hebben hier een woonkamer. Daarom is zehier gebleven."

De oude eigenaar van Poes, Paul, heeft haar meegenomen in zijnjaszak vanaf de boerderij van zijn ouders. "Een boerderijkat isniet gewend aan mensen", zegt Jan. "Misschien is ze daarom zo bang.Als er een voetbalwedstrijd op TV is en er zitten veel mensen in dewoonkamer, durft ze niet naar binnen. Een groen scherm incombinatie met bruine flesjes is genoeg om haar de gang op tejagen."

Het dier heeft volgens de studenten een aantal vreemdegewoontes. "Ik snap dat beest niet, soms kotst ze alleen eenblaadje met wat speeksel uit." De studenten beginnen een discussieover kotsen en uiteindelijk besluiten ze: Kotsen is de hobby vanPoes. Jan: "Ze heeft een keer over mijn bureau gekotst, preciesover twee hele dure studieboeken. Ze kan wel goed mikken."

Iedereen in huis is verantwoordelijk voor Poes, er is nietéén specifieke verzorger. De kattenbak verschonen hoortbij de 'keukenbeurt' en eten krijgt ze van degene die in de buurtis om zes uur. Wouter van Weerendonk: "Je hoort het wel als zehonger heeft. Ze eet trouwens alleen kattenvoer en kwaliteitsham."Elske Eertink: "Laast heb ik haar boter gegeven en dat at zeook."

De huisgenoten noemen vervolgens verschillende etenswaren die zeweleens hebben gegeven aan Poes: boterhamworst, mayonaise entonijn. Het kattenvoer wordt betaald van de huisrekening. Jan:"Voordat ik hier kwam was ze al gesteriliseerd, daarna is ze nooitmeer bij de dierenarts geweest. Maar als ze iets heeft, betalen wedat ook van de huisrekening."

Over het schoonmaken hebben de huisgenoten nooit ruzie: "Datgaat vrij relaxed hier."

Ze vinden Poes vooral gezellig. Carlie Karouw: "Je kan altijdeen beetje met haar knuffelen." En Wouter praat altijd tegen Poes:"Als je mauw zegt, mauwt zij terug. Dat kan je vijf minutenvolhouden." Jan: "Poezen zijn makkelijk in een studentenhuis, jehoeft ze niet uit te laten. Zij zit altijd in de vensterbank."Huisgenote Cindy Strijbos: "Honden zijn zo aanwezig." Maar als Poeser niet meer zou zijn, zouden ze haar echt missen.


Ruim twee miljoen katten

Dr. Nienke Endenburg is klinisch pedagoog enonderzocht voor haar proefschrift de relatie tussen mensen endieren. Nu werkt ze als onderzoeker bij de faculteitDiergeneeskunde.

Volgens Endenburg lopen op dit moment zo'n 16 miljoen huisdierenrond in Nederland. De kat neemt daarvan als huisdier 2,2 miljoenplaatsen in. En dat aantal blijft stijgen. De onderzoekster noemtde kat 'het dier van de emancipatie'. "Katten redden zichzelf. Jehoeft je bij een kat geen zorgen te maken als je een uurtje laterthuiskomt."

De meeste katten komen in gezinnen voor. Endenburg geeft eenmogelijke verklaring: "Jongeren hebben een druk sociaal leven. Vooreen kat moet je toch zorgen." Een studentenhuis kan onder bepaaldevoorwaarden een goede oplossing zijn. "Er zijn daar altijd mensendie voor het dier kunnen zorgen."

Nienke Endenburg is geen voor- of tegenstander van een kat ineen studentenhuis. Als er goede afspraken zijn, gaat het volgenshaar goed. De taken en de kosten moeten verdeeld worden en er moetéén iemand eindverantwoordelijk zijn. "Er moet eenpersoon zijn die in de gaten houdt of de kat eten krijgt of dat hijingeënt is. Zijn die afspraken er niet, dan ben ik eentegenstander van katten in een studentenhuis. Het dier isafhankelijk van de mens, die hem voor de gezelligheid houdt,maarvoor de kat moet het ook leuk zijn."

Of een studentenhuis goed is voor een kat is individueelverschillend. Katten hebben een socialisatieperiode van twee totzeven weken na hun geboorte. Gaat het daar mis dan krijg je kattendie bang zijn voor mensen."Die moet je niet in een studentenhuiszetten. Maar een kat die bijvoorbeeld in een café is geboren,moet je weer niet in huis zetten bij iemand die er nooit is."

Voor katten is het verloop in een studentenhuis niet vervelendomdat katten zich vooral aan een plek hechten. Honden hechten zichmeer aan een eigenaar. "Maar katten zijn erg tijdgevoelig en hebbenroutine nodig. De ene dag bergen met eten geven en de volgende tweedagen niets is slecht."

Het enige waar Endenburg echt bang voor is, is dat er raredingen met de huiskat gebeuren. "Je hoort wel eens verhalen overdronken studenten die rare spelletjes spelen met het dier: ermeegooien of kijken of hij hittebestendig is, dat soort dingen."

Voor mensen kan een huisdier goed zijn. Uit onderzoek isgebleken dat het aanraken van een huisdier stress-verlagend werkt.De cholestorol- en triglyceridegehaltes in het bloed dalen. Debloeddruk gaat ook omlaag. Een voorwaarde voor die positieveeffecten is wel dat je plezier hebt van het dier. "Als je het drukhebt en je voelt je daar schuldig over tegenover je kat, dan zal jebloeddruk niet dalen. Dat is ook het geval als je een pesthekelhebt aan katten."

Uiteindelijk komt het er op neer dat de mens plezier moet hebbenin de kat en goed voor het dier moet zorgen. Endenburg somt debehoeften van katten op: "Eén eindverantwoordelijke,regelmatig eten, aandacht en een plekje voor zichzelf." Dat plekjezoeken katten zelf uit. Je hoeft geen speciale kattenmand te kopen.Een doos, een stoel of een vensterbank is ook goed.


Lola en Otis

Mireille Versteeg, studente Theater-, Film- enTelevisiewetenschap, woont in een studentenhuis met vijf anderen.Mireille heeft twee katten: Lola en Lola's dochter Otis.

"Toen ik in dit huis kwam wonen had ik een kat Sofie, maar dieis op een gegeven moment weggelopen", vertelt Mireille. "Lola iseen dochter van Sofie. En Lola heeft zelf twee kittens gekregen,Otis en Curtis." Ze wijst naar Otis; die eet onverstoorbaar dooruit zijn voederbak die op Mireilles kleine studentenkamer staat.Onder haar bureau staat een kattenbak.

"Soms is het wel smerig om een kattenbak op je kamer te hebben,maar je hebt tegenwoordig een speciaal soort korrels, die zijnultra-absorberend en klonteren de plas van de kat. Dan hoef je nietsteeds een hele bak te verschonen, maar je kan die klonten ergewoon uitscheppen."

De studente vindt vooral de eigenwijsheid van katten bijzonder."Honden zijn slijmerds, die doen alles voor eten. Katten zijn leukom naar te kijken. Ze hebben een eigen taal." Ze wijst naar dekleine Otis: "Zij is zó stoer; ze is heel klein maar jaagtalle katers uit de buurt de boom in."

De katten zijn van Mireille, dus zorgt zij er ook voor. "Niemandhier in huis doet moeilijk over de katten. Officieel staat in mijnhuurcontract dat we geen huisdieren mogen houden, maar de huisbaasweet er vanaf." De buren van Mireilles huis, ook een studentenhuis,zijn dol op Otis. "Ze zijn helemaal weg van haar. Otje gaat daarwel eens logeren en ze hebben allemaal kattenspeeltjes voor haargekocht."

Volgens Mireille is het niet duur om een kat te hebben: Zo'ntwintig gulden per week. "Het enige wat duur is, zijn de spuitjesbij de dierenarts en het steriliseren."


Muis, voorheen Curtis

Damiaan Volp, student fysiotherapie, is de vriend vanMireille en heeft het broertje van Otis in huis genomen. Maar, toenzijn huisbaas daar achter kwam moest de kat weer weg. "Hij zit nubij mijn moeder, die heeft zelf zes katten."

Het katertje is nu ongeveer een jaar oud en heet 'Muis'. "Eerstheette hij Curtis. Ik heb die naam veranderd omdat het bij mij inde familie een gewoonte is om katten een naam te geven die met een'M' begint. De eerste katten van mijn moeder heetten Maarten enMinou. Mijn zus heeft een kat die Madelief heet. Je kan leuke namenverzinnen die beginnen met een 'M'". De student somt op: "Medusa,Mokkel..."

Damiaan vertelt dat hij bij de geboorte van Muis was. "Lolaheeft de kittens gebaard tussen ons in, in bed. Dat is heel apart,een normale kat trekt zich terug in een hoekje, maar zij niet. Hetvlies dat nog om dekittens heen zit ziet eruit als een glazenknikker. Het breekt zodra ze eruit komen. Dat is zo mooi om tezien", zegt Damiaan. "Daarna likt de moederpoes ze helemaalschoon."

Na de geboorte ging Mireille een aantal weken op vakantie enDamiaan paste er op. "Ik wilde er toen ééntje hebben wanthet zijn echt de leukste katten die er zijn. Maar, ja, dat zegtiedereen over zijn kat."

De vreugde duurde echter niet lang. Damiaan: "Mijn huisbaas kwamer achter dat ik een kat in huis had door mijn onderbuurvrouw. Ikhad mot met haar. Toen de huisbaas een keer bij ons was, liep zijmee naar de voordeur en zei 'Kijk je uit voor de kat'. En hij:'Welke kat?'. Een week later kreeg ik een zakelijke brief over hethuurcontract. Ik had drie weken de tijd ..."

Damiaans' moeder woont achtehonderd meter verderop en heeft dekat nu. "Ik ga hem elke dag bezoeken, want het zo'n leuke kat. Ikkan hem niet missen", zegt Damiaan.