Studenten, je zal er maar naast wonen

Met een volmondig "ja" beantwoordt wethouder Rinda den Besten de vraag of er veel wordt geklaagd over studentenhuizen. Den Besten heeft zelf de wijken Zuilen en Ondiep in haar portefeuille. "Maar in Overvecht zijn er nog meer klachten."

Wat vinden niet-studenten zo vervelend aan studerende buren? "De bewoners vinden een paar studentenhuizen in hun wijk niet erg. Maar als het een meerderheid dreigt te worden, is dat simpelweg niet leuk. De sociale cohesie wordt minder."

Daar kan mevrouw Ritsma, woonachtig aan de Amsterdamsestraatweg, over mee praten. "Deze straat is achteruit gegaan. Ik woon hier sinds 1982. Eerst woonde er nog allemaal gezinnetjes aan de Amsterdamsestraatweg, maar er kwamen steeds meer studentenhuizen. Mijn oude buurvrouw is uit de straat vertrokken mede door de toename aan studentenhuizen. En dan woonde ze er niet eens direct naast. Ze stoorde zich aan de studenten iets verderop in de straat, die hadden lege melkflessen voor het raam staan. Dat vond ze vreselijk."

Nadat de buurvrouw van mevrouw Ritsma vertrokken was, werd haar huis verkocht aan een makelaar en een bouwondernemer. Zij splitsten het huis op in acht kamers voor evenzoveel studenten. Daar was Ritsma weinig gelukkig mee. "Ik heb de gemeente destijds opgebeld of zoiets zomaar kan. Ja, dat kon zomaar."

Draken

Mevrouw Bliekendaal woont ook aan de Amsterdamsestraatweg. Haar mening over haar studerende buren is duidelijk: "Het zijn draken." Bliekendaal is niet gecharmeerd van de lawaaiige studenten. Ze wijst op haar pantoffels: "Mij hoor je niet als ik de trap oploop, maar die jongens van hiernaast stampen continu de trap op en af."

Achter in de tuin koekeloert ze over de schutting. De tuin van de buren is rommelig, misschien zelfs smerig te noemen. Er staat een groot opblaasbad in het midden. "Als het warm is, liggen die jongens daarin bier te drinken." Het hoeft geen betoog dat dat niet geheel geluidloos gaat. Als het haar te gek wordt, klopt ze aan. Maar tot nog toe heeft dat kennelijk weinig effect. Bliekendaal zou maar wat graag willen verhuizen: "Maar wie koopt dit huis nou van mij?" Ze heeft zoveel overlast dat ze geregeld vlucht naar een huisje buiten Utrecht, vooral tijdens de zomermaanden, wanneer de buren tot laat buiten vertoeven.

Puppies

Adri Brands uit Hoograven woont met zijn vrouw en twee kinderen eveneens naast een studentenhuis. Terwijl zijn partner vanaf de zwartlederen bank naar GTST kijkt, vertelt hij dat hij de maatregel van de gemeente helemaal niet zo verkeerd vindt: "Twee studentenhuizen in de straat is leuk, maar als het er dertig zijn wordt het wat minder."

Toch heeft Adri naar eigen zeggen weinig last van het studentenhuis naast hem: "Ja, als er nieuwe mensen in komen effe. Die slaan helemaal door natuurlijk: eindelijk op zichzelf wonen. Springen ze van halverwege de trap, slaan ze met deuren en staan ze buiten hard te praten. Dan bel ik aan en waarschuw ik ze. Is het meteen afgelopen." Het huis van zijn buren ziet er, in tegenstelling tot menig ander studentenhuis in Utrecht, van buiten aardig onderhouden uit. Dat is te danken aan de huisbaas met wie Adri op goede voet staat. "Die houdt het huis gelukkig netjes bij. En hij houdt de studenten kort: als ik een klacht bij hem neerleg, is het zo verholpen."

Maar als Adri mocht kiezen had ie toch liever een gezinnetje naast zich wonen: "Ja, dat vind ik ook de normale woonsituatie in een straat. Studenten moet je een beetje bij elkaar houden, het is toch een apart soort volk. Als je ze een beetje op een eigen terrein bij elkaar laat wonen, kunnen ze lekker zooi maken zonder dat iemand er last van heeft. Iemand van een woonwagenkamp zet je toch ook niet midden in deze buurt? Dat werkt gewoon niet."

De 'echte Utrechter' uit Hoograven zou het nooit laten komen tot een situatie waarin mevrouw Bliekendaal verkeert: "Nee kom nou. Ik ga me niet zitten opvreten in mijn eigen huis voor een stel puppies. Ook niet voor andere buurtbewoners hoor. Laatst had de buurvrouw aan de andere kant naast mij visite. Die maakte haar fiets vast aan mijn hek bij de voortuin. Dan loop ik er gewoon heen en vraag ik of ze die fiets ergens anders wil neerzetten."

Stoep schoonvegen

Wethouder Den Besten weet als geen ander hoe studenten in studentenhuizen met hun wijk omgaan; ze studeerde Nederlands in Utrecht en woonde tussen 1996 en 2000 in een studentenhuis in Zuilen. "Wij deden meestal wel een briefje in de bus van de buren als we een feestje gaven. Maar verder trok ik me als student weinig aan van de buurt. We hielden elkaar niet in de gaten, checkten bijvoorbeeld niet bij de buurvrouw of de gordijnen niet al wat lang gesloten waren."

Den Besten waarschuwt dat de regel die de gemeente neemt geen overlastwerende maatregel is. "Het gaat ons vooral om de sociale cohesie in de wijken en de leefbaarheid. De mensen die in deze buurten hun beklag komen doen hebben geen hekel aan studenten. De studenten zijn eenvoudigweg niet actief in de wijk, niet betrokken. Buurtbewoners proberen bijvoorbeeld hun wijk schoon te houden. Ik heb nog nooit een student zijn stoepje zien schoonvegen."

Daarnaast kan de maatregel volgens de wethouder juist nu genomen worden, omdat de wachtlijsten voor studentenhuisvesting fors teruglopen. Dit is te danken aan de diverse studentenhuisvestingprojecten in onder andere De Uithof. "Door geen omzetvergunningen meer af te geven voor de vijf wijken wil het stadsbestuur het woningbezit van gewone bewoners in die wijken stimuleren."

Gesloten gordijnen

De maatregel van de gemeente komt een paar jaar te laat voor mevrouw Ritsma, ze woont sinds twee jaar naast niet minder dan acht studenten. Wat haar vooral stoort is dat de gemeente destijds nogal eenvoudig aan haar probleem voorbij is gegaan. "Ik heb mijn hele leven gespaard voor dit huis. Nu er een studentenhuis naast me is gekomen, is mijn huis in waarde gedaald. De gemeente zei me dat het heus geen waardevermindering zou geven, maar dat is onzin." Naast de waardevermindering van haar huis constateert ze een sfeerverandering in haar straat. "Vroeger waren overal altijd de gordijnen open. Hiernaast heb ik nog nooit naar binnen kunnen kijken; de gordijnen zijn dag en nacht gesloten. Niet dat ik naar binnen wil gluren hoor, maar het is zo ongezellig."

Vanuit haar slaapkamer kijkt ze neer op de tuin van de buren. "Wat een troep heh?" Starend naar een aantal fietswrakken en een wildgroei aan planten verzucht ze: "Tja, het is jammer dat het is gebeurd."