Studentendecanen pleiten voor een uitkering

De huidige studiefinanciering is veel te laag. Het merendeel gaat op aan huisvesting en collegegeld. Het is de bekende klaagzang over de stufi die dit keer niet van de studentenbonden komt, maar van de studentendecanen uit WO en HBO.

Tegenover het zogenaamde 'profijtbeginsel' — hoger opgeleiden verdienen veel dankzij hun diploma — staat het maatschappelijk belang van een hoog opgeleide beroepsbevolking. Daarom is het volgens de studentendecanen verkoopbaar om studenten onder strikte voortgangsvoorwaarden van een uitkering te voorzien.

Vervanging van stufi door een volledige lening is voor de studentendecanen geen optie. "Omdat het tijdens de opleiding moeilijk is voorspellingen te doen over de kans op het vinden van een baan op hbo- of academisch niveau en het verwerven van een bijbehorend inkomen, zal het moeilijk zijn de leen-aversie weg te nemen", schrijven ze de Commissie Vermeend.

Daarbij vragen ze speciale aandacht voor studenten uit de lagere inkomensklasse, vluchteling-studenten en studenten met een functiebeperking. Voor de eerste groep geldt dat ze doorgaans een grotere leenaversie hebben. De andere twee groepen lopen door voor de hand liggende problemen al snel vertraging op tijdens hun studie en verdienen om die reden extra aandacht.

Bovendien moet de uitkering omhoog. De studentendecanen rekenen nog maar eens voor: sinds de invoering van de stufi in 1986 is de basisbeurs verlaagd van de 304 euro tot 220 euro met OV-kaart. Het collegegeld is verhoogd van 726 euro naar 1445 euro voor het komend studiejaar. Dat is een nominale achteruitgang van 1727 euro op jaarbasis, ofwel veertig procent.

De laagte van de beurs en de hoogte van uitgaven voor collegegeld en kamerhuur noopt de student tot bijklussen. Iets wat volgens de groep wel degelijk een negatief effect heeft op de verloop van de studie. "Hier moet de politiek een keuze maken. Of een hoger beursbedrag in de periode van de cursusduur of gedurende een langere periode een lager bedrag."

HOP