Studentenverenigingen en drankgebruik: "Biertje?"

"Onze verwachtingen liggen niet super hoog" zegt Wim van Dalen ,van het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering enZiektepreventie (NIGZ) die de campagne leidt. Onder studenten wordtregelmatig alcoholgebruik als normaal beschouwd en dat baart decampagneleider zorgen. "Hun instelling zal de komende jaren ookniet veranderen. Deze jongens en meisjes zijn hardleers op ditpunt. Ze denken dat ze hun leven goed in de hand hebben en datalcohol daar geen bedreiging voor vormt. Dat hoort ook een betjebij die leeftijd."

Van Dalen weet waar hij over praat. In de zestiger jaren is hijook lid geweest van een studentenvereniging. "Tijdens de groentijdvan SSR in Wageningen moest ik glaasjes jenever drinken. Ik weetnog dat ik dat vanzelfsprekend vond en heb zelfs nietgeprotesteerd. Terwijl ik het niet lekker vond."

Voordat de studietijd begint wil het NIGZ de verse studenten alwijzen op de risico's van overmatig alcoholgebruik. Zo werdafgelopen zomer in twintig steden tijdens de introductiealcholvoorlichting gegeven aan eerstejaars onder het motto: Ik benzat en wie ben jij?. De beginnende studenten konden mee doen aan deAlcohol Wetenschapsquiz en een prijs winnen. Ook de mentoren werdbijgebracht hoe ze konden voorkomen dat de nuldejaars zich tebuiten gingen aan het gerstennat.

In Utrecht werden deze trainingen gegeven door Marco Loyee vanCentrum Maliebaan voor verslavingszorg. "Ik heb de mentoren destabiele zijligging geleerd en de tip gegeven dat ze zelf nietmeteen moeten beginnen met drinken, om te voorkomen dat het eenzuipfestijn wordt. Ze hitsen elkaar op om mee te doen. Je moet nietdenken dat je veel invloed hebt, ze willen toch zelf hun grenzenontdekken." Twintig procent van de mentoren in Nederland nam deelaan de trainingen en dat vindt Loyee te weinig. Hij wil de trainingvolgend jaar minder vrijblijvend maken.

Vijf dagen bier

Uit onderzoek blijkt dat onder ouderejaars die lid zijn van eenstudentenvereniging het meest gezopen wordt. Gemiddeld drinkt eenmannelijke student die lid is 27 glazen per week ten terwijl eenstudent die geen lid is 20 glazen achterover slaat (eenniet-student drinkt 13 glazen alcohol per week).

Wanneer vrouwelijke studenten lid worden van een vereniging gaanze van acht glazen (niet-lid) naar 12 glazen per week. Uit hetonderzoek 'Ad Fundum' van het Nipo uit 1999 blijkt ook dat ledenvan verenigingen vaker drinken. Gemiddeld drinkt een verenigingslidvijf dagen in de week, terwijl de student die niet bij eenvereniging zit drie dagen per week aan het bier zit. Tijdens hetonderzoek werden ook groepsgesprekken gevoerd waaruit bleek dat demeeste studenten hun drinkgedrag niet als een probleem beschouwen.Ze waren er zelfs trots op.

Via de nieuwe Drank- en Horecawet hoopt de overheid en het NIGZhet drankbeleid bij verenigingen enigszins te benvloeden. Sinds 1november 2000 is het Alcoholbestuursreglement van kracht. Eenvereniging moet nu aan bepaalde regels voldoen wil ze eenvergunning krijgen.

Ook worden er adviezen gegeven over het invoeren van strengerehuisregels. Zo zouden leden direct hun bestelling moeten afrekenenen moet drinken op rekening niet meer mogen. Op die manier wordthet moeilijker oeverloos te drinken. Ook zou het beter zijn als deprijs van frisdrank lager is als die van alcoholische drankjes. Nuis bier vaak even duur als fris.

Het zal geen grote verrassing zijn dat uit onderzoek van NIGZblijkt dat de verenigingen niet direct positief op deze, overigensniet verplichte, huisregels reageren. Toch is nu, ruim een jaarlater, negentig procent van de verenigingen in Nederland in hetbezit van een Alcoholbestuursreglement. Dat is volgens Van Dalenvan NIGZ een goed teken. "Het is snel opgepakt, maar we hebben dereglementen inhoudelijk niet bekeken. Dus van toetsing kan je nietspreken".

Lijf en geest

Van Dalen merkt dat vooral bij verenigingen waar incidenten metalcohol zijn geweest het bestuur het reglement serieus oppakt."Maar hoe minder incidenten er zijn hoe minder het speelt bij hetbestuur. Extra moeilijk is het omdat de besturen ieder jaarwisselen. Dus we moeten de verenigingen blijven prikkelen."

Van Dalen denkt dit te doen door studenten bewust te maken vanhetgeen alcohol doet met het lichaam waardoor het drinken van eenbiertje wellicht minder vanzelfsprekend wordt. "Er moet eennormverandering plaatsvinden, bovendien moeten studenten realiserendat zij een belangrijke doelgroep vormen voor de producenten vanalcohol."

De traditie van veel drinken wordt volgens Van Dalengestimuleerd door productpromotie. Het NIGZ wil de studentenovertuigen met harde feiten over de gevolgen van alcohol. VanDalen: "Misschien dat dat de studenten meer overtuigt. Hetonderzoek op dit gebied is bovendien enorm verwaarloosd. Daaromwordt op dit moment een fonds opgericht waarmee onderzoek wordtbetaald dat het effect op lijf en geest gaat meten na zes jaarstevig drinken." Dit fonds is heel toepasselijk genoemd naar hetGroningse alcoholslachtoffer: Reinoud Pfeiffer.

Marieke Feringa


"Voor het laatst dronken? Vannacht nog", giechelt tweedejaarsUnitarier Eline Palme. "Erg he? Ik ben heel slecht", lacht ze. "Datkomt doordat ik nu vier avonden per week bezig ben aan de almanakvan Unitas." De 19-jarige die even niet studeert, maar volgend jaarmet frisse moed aan een rechtenstudie begint, zegt dat ze zekermeer is gaan drinken tijdens het eerste jaar van haar studie. Dronkze eerst alleen bij het uitgaan in het weekend, nu nuttigt ze eenaantal keer per week alcohol. "Bier is toch de drank van destudentenverenigingen."

Toch gaat ze bewuster om met drank dan in haar eerstestudiejaar, vertelt ze. "Ik houd er wel rekening mee als ik vroegop moet. Vooral vorig jaar vroeg ik me tijdens college nog wel eensaf: 'Waar was ik gisterenavond mee bezig'", vertelt ze. Het valthaar wel op dat ze sommige studenten vaak of altijd dronken ziet.Lachend zegt ze: "Dan denk ik weleens: 'studeert hij eigenlijknog?'."

Op de vereniging wordt volgens haar stevig gedronken tijdens deBiercantus of het drankdammen. "Tijdens bierliederen moet je met znallen een adje trekken, dan moet je in een teug een glas naarbinnen gieten. Soms laat ik dan wel verstek gaan." Ze denkt nietdat ze na haar studietijd extra gaat drinken. "Ik drink nu ook nietiedere avond.

Joris Hermans, zesdejaars lid van de Utrechtsestudentenvereniging Veritas, ziet de noodzaak van een campagnegericht op jonge studenten niet echt. "Omgaan met alcohol leer jevanzelf wel 'als je vaak drinkt," zegt hij. De 24-jarige studentzegt tegenwoordig minder vaak te drinken. "Eerst zat ik zon vijfdagen per week aan het bier, nu maar twee tot drie keer perweek."

Het gemiddelde aantal biertjes dat Hermans op zo'n avond totzich neemt, is volgens hem altijd stabiel gebleven. "Ik drinktussen de vijf en de vijftien biertjes, denk ik. Dat is nooit echtveranderd, ik weet altijd wel wanneer ik aan mijn tax zit."

Tegenwoordig doet Hermans het wat rustiger aan. "Ik word eendagje ouder. Ik ga echt niet iedere avond naar Veri om daar metsjaars te brassen", zegt hij lachend. Gezondheidsproblemen of eenontluikende alcoholverslaving vreest de Veritijn niet. "Ik ben echtniet afhankelijk van drank. Zit niet shakend op de bank ofzo als iknuchter ben, al sluipt alcoholisme er bij sommigen misschienmakkelijk in."

Marijn Both, vierdejaars lid van studentenroeivereniging Orca:"Ik heb niet zon behoefte aan veel drank, het is soms wel gezellig.Maar ik vind het niet lekker om veel alcohol in mijn bloed tehebben." Met alcohol in het bloed hardlopen of roeien, zint hemniet. "Ik drink gemiddeld drie keer per week alcohol. Een paarglazen wijn of bier, niet erg veel", zegt hij. Met nadenken over demogelijke consequenties heeft dat volgens hem niets te maken: "Ikben gewoon niet zon drinker." Hoewel op Orca-feesten behoorlijk watwordt gedronken, zitten de meesten doordeweeks aan de thee, verteltBoth. Lid zijn van een gezelligheidsvereniging lijkt hem niets. "Desfeer spreekt me niet aan. Ik heb tijdens de UIT-dagen in zon huisgelogeerd, als je daar even droog stond, keken ze je daar meteen opaan. Dat is drinken om het drinken." Voor een bepaalde groepstudenten, denkt hij dan ook, zou een drink-minder campagne bestnodig zijn.

"De gezondheid van de studenten staat voorop, vindt Sing-ChienYap, de rector van Unitas. Volgens hem is de campagne van het NIGZnuttig. "Het is goed dat over dit soort dingen wordt nagedacht."Het Utrechts Studenten Corps sluit zich hierbij aan. WoordvoerderGuus Vermeulen zegt: "Zon campagne is absoluut nuttig. We gevenzelf voorlichting aan de eerstejaarsstudenten. Het zijn vaakjongeren die net onder het 'juk van hun ouders' vandaan zijn. Hetis dus verstandig om hen te informeren over verantwoordalcoholgebruik."

Bram Voncken, wedstrijdcommissaris bij de Utrechtseroeivereniging Orca ziet eveneens het nut van een campagne in. Hijzegt: "In principe worden hier vrij normale hoeveelheden gedronken.Onze leden zijn zich bewust van wat ze drinken. Orca is natuurlijkook geen gezelligheidsvereniging maar eigenlijk eensportvereniging." Dat bij de roeivereniging bewust wordt omgegaanmet drankgebruik illustreert Voncken met een voorbeeld: "Op eenfeest verkocht de feestcommissie Breezers. Die drinken heelmakkelijk weg. Een aantal mensen is dat slecht bekomen, vooral incombinatie met bier en wijn. Als bestuur hebben we toen gezegd:Geen sterke drank meer. Op feesten wordt nu alleen bier, wijn enfrisdrnak geschonken. We willen wel dat onze leden heel blijvennatuurlijk.

Jesse Pouw