Telefoon op zondagavond

De eerste kop stond vorige week in het Algemeen Dagblad boveneen nieuwsbericht over een artikel van de Utrechtse onderzoeker dr.Marijke Kuyvenhoven in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.De medewerker van Huisartsgeneeskunde had in opdracht van deministeriële werkgroep 'Meldpunt kindermishandeling', samenmet prof.dr. T. Voorn, een enquête uitgevoerd om erachter tekomen hoe vaak een vermoeden dat kinderen als gevolg vanmishandeling zijn overleden door artsen niet bij justitie wordtgemeld. Reden voor het onderzoek was het feit dat in 1994 bij deBureau's Vertrouwensarts Kindermishandeling veertien van zulkevermoedens waren gemeld, terwijl het Centraal Bureau voor deStatistiek in dat jaar maar twee gevallen van overlijden met alsreden mishandeling had genoteerd.

Kuyvenhoven benaderde alle Nederlandse huis- en kinderartsen metde vraag of in 1996 in hun praktijk sprake was geweest van eenvermoeden van dood door mishandeling van kinderen tussen 0 en 18jaar en wat zij met dat vermoeden hadden gedaan. Op basis van dereacties (liefst 83 procent) schat zij dat artsen in dat jaar inongeveer veertig gevallen een dergelijk vermoeden hebben gehad.Slechts in zeven gevallen werd dit vermoeden níet door de artsgemeld aan de lijkschouwer, die het Ministerie van Justitievertegenwoordigt. Geen sprake dus van 'Doodslaan kind vaak nietgemeld'.

In oktober 1997 werden de onderzoeksresultaten aangeboden aan destaatssecretarissen van VWS en Justitie, en in het Jeugdjournaaltoegelicht. Inmiddels worden verschillende aanbevelingen uit hetrapport al in beleid vertaald. Restte alleen nog dewetenschappelijke publicatie, ruim één jaar later, maardie zou uiteraard niets nieuws bevatten. Groot was dan ook deverbazing van Kuyvenhoven toen zij op zondagavond werd gebeld dooreen journalist van het AD. Op haar mededeling dat het nu niet zogoed uitkwam en of hij wellicht maandag kon terugbellen, kreeg zijnul op het rekest. Dit pas één jaar oude nieuws kon echtgeen dag langer wachten, vond de wakkere journalist. Als het nietmét haar kon, dan maar zónder haar. Gevolg was dat al dieartsen die keurig omgaan met hun vermoedens nu opeens in de krantlazen dat zij informatie achterhouden.

Een week na dato reageert de onderzoekster nog steeds verbaasdover demanier waarop sommige journalisten kennelijk met nieuwsomgaan. Niet alle, zegt zij nadrukkelijk, want een ploeg van hetNOS-journaal besloot na haar uitleg dat er inderdaad geen sprakewas van nieuws en liet de camera uit. In overleg met devoorlichters van het AZU is inmiddels een toelichting voor de persopgesteld, waarin de conclusies uit het onderzoek kort en helder opeen rij zijn gezet. 'Mocht u naar aanleiding van deze toelichtingprijs stellen op een uitvoerig interview met de onderzoekers dankan dat', zo besluit het persbericht fijntjes. De boodschap isduidelijk: alsjeblieft geen telefoontje op zondagavond!

EH