'Theologie studeren is eigenlijk hetzelfde gebleven'



In deze zesde aflevering: Detheologen


In De Bilt staat een huis waar maar liefst drietheologen onder één dak wonen. Yme (48), Jelle (21,vierdejaars) en Dirk-Jan (20, tweedejaars) Horjus hebben het thuisregelmatig over theologische kwesties. Soms slaat het jongere zusjemet de vuist op tafel: "En nu gaat het over wat anders."

Negentig procent van alle theologiestudenten volgt naast destaatsopleiding aan de universiteit een aanvullende kerkelijkeopleiding. Voor Jelle en Dirk-Jan is dat het Baptistenseminarium inBosch en Duin waar hun vader, voorheen dominee in onder andereHarlingen en Hengelo, nu rector en docent is.

Yme Horjus studeerde van 1971 tot 1977: "Ik maak nu als docentde huidige studenten mee. Ik vind ze vrijer geworden. Wij haaldenhet destijds niet in ons hoofd om te laat te komen op een afspraakmet een docent, maar dat gebeurt mij nu als docent regelmatig. Menis assertiever en tutoyeert makkelijker. Soms denk ik: 'Ik heb noghelemaal niet gezegd dat je mij mag tutoyeren'."

Jelle: "De democratisering is in mijn vaders tijd tot standgekomen. Officieel stamt de mondige student uit de jaren zeventig.Maar vroeger genoot de hoogleraar meer aanzien. Die mannetjesbepaalden alles. Ze gedroegen zich ook anders. Nu kun je gewoon eenpraatje in de koffiekamer maken."

Yme: "Je probeert mensen tegemoet te komen. Ik ben niet iemanduit de hoogte, maar kennelijk begrijpen mensen dat als eenvrijbrief. Ik ben informeel, maar dat betekent niet dat dan allegrenzen wegvallen."

Jelle: "Theologie studeren is eigenlijk hetzelfde gebleven, denkik. Theologiestudenten zijn serieus, studeren veel. Ze steken ookveel tijd in de kerk, dus dan heb je niet zoveel vrije tijd omdingen te doen. In principe kun je wel stellen dat eentheologiestudent niet de hele nacht in een kroeg zal hangen."

Dirk-Jan: "We drinken wel eens wat na in een café maar hetis nooit echt dronken worden. Dat zul je niet snel tegenkomen."

Jelle: "En je hebt natuurlijk sowieso een grote groep die nietmeegaat naar een kroeg. Niet zozeer principieel of dat ze dat nietzouden mogen, maar ze voelen zich daar gewoon niet prettig. Ik beneen stereotype theologiestudent. Ik hou van klassieke muziek, ik galiever naar een concert. Rustig praten in een cafeetje doe ik wel,maar dan ga ik om éénuur weer naar huis."

De herkenning is duidelijk groter dan de verschillen tussen destudietijd van Yme en die van zijn zoons. Na hard nadenken komt Ymeop de 'studeerbaarheid'.

Yme: "Alles is meetbaar in studiepunten tegenwoordig."

Dirk-Jan: "Het is nu veel strakker geregeld. De eeuwige studentis weg. Je moet echt je studiepunten halen."

Jelle: "Als een docent te veel pagina's opgeeft is er altijd weliemand die roept dat dat niet klopt met het aantal punten dat voorhet vak staat."

Yme: "De studeerbaarheid zie ik als een pluspunt. In mijn tijdliep de studie vaak uit. Het vak van dominee is een roeping, maarik heb als docent nooit een student horen roepen: 'Het is mijnroeping en daarom moet ik zoveel studeren'."

Jelle: "Veel mensen hebben een roeping voor het voorgangerschap.Het is een motivatie die meer is dan alleen geld verdienen. Ditbetrekt je hele leven erbij. Soms moet je als je vertelt dat jetheologie studeert eerst uitleggen wat dat is. In een ver verledengingen mensen naar de kerk, maar dat er nog jonge mensen zijn diedominee willen worden, kunnen sommigen zich moeilijk voorstellen.Negatieve reacties krijg je eigenlijk zelden. Jongeren zijn heelopen over geloof. De gefrustreerde generatie begint pas vanafveertig. Die hebben een jeugd waarin alles mis is gegaan enzo."

Yme: "In de jaren zeventig was het geloof iets waarmeeafgerekend was. Men identificeerde zich met Maarten 't Hart en JanWolkers en dat bepaalde hun houding ook ten opzichte van jou alstheologiestudent."

Dirk-Jan: "Je hebt tegenwoordig heel snel een gesprek. Mensenvragen wat theologie inhoudt en ook of je elke zondag naar de kerkmoet en of je wel bier mag drinken. Wel grappig."

Jelle: "Alsof je van een compleet andere planeet komt."

Klonen

Jelle beklemtoont dat hij en Dirk-Jan nooit onder druk zijngezet om theologie te gaan studeren: "Dat ga je misschien denkenals twee zonen hetzelfde doen als hun vader, maar het tegendeel ishet geval. Het is eerder afgeraden. Dat is misschien wel de bestemanier om pubers die kant op te sturen."

Yme: "Ik vind het natuurlijk heel bijzonder dat ze het doen,hoewel ik ze nu ook dagelijks meemaak in de opleiding en het al watgewoon begint te worden. Mensen vragen: 'Voelen jullie je nietgeweldig gezegend?' - dat is de term die in onze kring dan valt -maar het is niet zo dat ik me nou elke dag gezegend loop tevoelen."

Jelle: "Het leuke is dat wij het aan tafel vaak over theologiehebben.Mijn jongere zusje vindt dat alleen niet altijd evenleuk."

Yme: "Die slaat wel eens met de vuist op tafel: 'En nu gaat hetover wat anders'"

Jelle: "Mijn moeder leest de laatste tijd ook veel theologischeboeken, die vindt het ook interessant."

Yme: "Wat nog wel aardig is, is dat toen Jelle in het eerste entweede jaar zat, hij een aantal docenten had die ik ook nog gehadheb. Dan hebben we het over hun maniertjes en die typische dingendie mensen hebben."

Jelle: "We hebben allebei dr. van Amersfoort gehad en die kwamop de eerste maandagochtend in de pauze naar mij toe: 'Zo Jelle,ben jij een zoon van Yme Horjus?' Die man leert elk jaar allegezichten en namen uit zijn hoofd."

Als Yme met een lijvig boek op de proppen komt met de naamHorjus op de kaft, kreunen de zonen even voor de vorm: "O, nee" Hetboek is onlangs verschenen en gaat over de familiegeschiedenis vande, overwegend Friese, Horjussen van 1382 tot nu, met familiewapenen al. Uit het boek blijkt onder andere dat de namen Yme en Jelleal tijden van vader op oudste zoon wordt doorgegeven.

Yme: "Er waren twee lijnen, een van beurtschippers,turfschippers en kooplui en een van dominees. Het grappige is datik een afstammeling ben van de beurtschippers en de turfschippers.Ik ben dus een dominee in de verkeerde tak."

Maar in die verkeerde tak valt het beroep ook in goedeaarde.

Dirk-Jan: "Afgelopen zondag ging ik voor de eerste keer in eendienst voor en toen waren we alledrie ergens anders. Ik inArnhem-Zuid, Jelle preekte in Stavoren en mijn vader inAmersfoort."

Jelle: "Sommige mensen herkennen in onze stijl van preken weliets gemeenschappelijks."

Yme: "Maar het zijn gelukkig geen klonen van mij. Dat zou ikniet willen."