Therapie voor nachtmerries

De meeste Nederlanders hebben wel eens last van nachtmerries, maar bij ongeveer 2,5 procent van de bevolking komen nachtmerries zo vaak voor dat er sprake is van een probleem. Vrouwen hebben er meer last van dan mannen. Veelvuldig is een nachtmerrie het gevolg van een traumatische ervaring.

Tot voor kort bestond er geen behandeling voor nachtmerries. Medicamenten zijn beperkt effectief en psychologische behandelingen gaan ervan uit dat niet nachtmerries zelf, maar een ‘onderliggend probleem’ behandeld moet worden. In de door Spoormaker ontwikkelde 'lucide dromen therapie' beseft de dromer dat hij aan het dromen is, waarna hij gewoon verder kan dromen maar dan wel grip heeft op de inhoud van de droom.

Spoormaker heeft zijn therapie getest in een experimentele pilot van 23 mensen, verdeeld over drie groepen. De eerste groep kreeg de therapie individueel, de tweede groep werd in een groepsetting behandeld en de derde groep diende als controlegroep (met behandeling pas na drie maanden). Bij een nameting na drie maanden bleek dat het aantal nachtmerries in de twee behandelde groepen significant was gedaald, terwijl dit niet zo was in de controlegroep. De therapie werkt dus, aldus Spoormaker, maar beter in een individuele dan in een groepsbehandeling.

AH