Tim Boekhout van Solinge

Margot van der Kamp

Toen in 1995 de diplomatieke rel over drugs tussen Frankrijk en Nederland uitbrak, had ik toevallig net mijn onderzoek af naar cannabis in Frankrijk. En ineens ging het heel snel: de Fransen pikten het rapportje op, De Volkskrant schreef erover op zaterdag en toen ik in Netwerk was geweest, was ik ineens een mediapersoon. Nog steeds word ik regelmatig gevraagd voor lezingen en discussiepanels. Mijn interesse in de drugsproblematiek ontstond toen ik in 1991 een jaar in Parijs ging studeren. Daar las ik dat de drugsindustrie net zo groot was als de auto-industrie: er gaat acht procent van de wereldhandel in om. Ik liep door de straten van Parijs en vroeg me af: waar zit dat geld dan? Dat bleek dus overal te zitten; bij banken, particulieren, vastgoed.

Ik heb sindsdien verschillende onderzoeken gedaan naar drugs. Mijn manier van kijken bleek vernieuwend en werd internationaal gewaardeerd. Noem het holistisch, maar ik sprak met iedereen die betrokken is bij drugs: straatpolitie, hoge beleidsmakers, gezondheidswerkers, voorlichters, gebruikers en dealers. Ook wilde ik weten waar de drugs vandaan komen, hoe je er aan komt, hoeveel je ervoor betaalt, hoe het drugsbeleid er uiteindelijk in de praktijk uitziet.

Dat betekende dat ik de ene keer keurig in pak was, maar op andere momenten onopvallend door ongure wijken moest slenteren. Als ik mijn baard laat staan en me kleed met capuchon, leren jasje en petje, heb ik wel een beetje een Arabische look. Dat kwam wel van pas bij dit veldwerk. Soms ging ik alleen op stap, vaak ook met lokale mensen die ik via-via heb leren kennen om nog meer informatie over de 'markt' te verzamelen. Nadat ik die de drugsketen in Frankrijk en Zweden in kaart bracht, heb ik ook onderzoek gedaan in Nederland, Jamaica en Thailand. Ik was en ben nog steeds veel bezig met de ongelijkheid in de wereld, het herverdelingsvraagstuk. Drugs hebben mondiaal gezien een sterke noord-zuid component: ze worden geproduceerd in de arme zuidelijke landen en geconsumeerd in het rijke noorden.

Door de illegaliteit zijn drugs een krankzinnig probleem. De strijd ertegen zorgt voor structurele overbelasting van het justitièle apparaat en zitten gevangenissen overvol. Ik ben dan ook voorstander van het legaliseren van drugs. Maar ik spreek liever van regulering want anders denken mensen dat ik drugs in de supermarkt wil hebben liggen. Nu is de markt ongereguleerd, overgelaten dus aan illegale handelaren terwijl het denk ik verstandig is als de overheid meer grip op deze markt krijgt. Daarom nam ik in 1998 ook het initiatief een brief te schrijven aan Kofi Annan om over dit onderwerp een echte internationale discussie te openen.

De laatste paar jaar verschuift mijn onderzoeksterrein zich. Volgens mij is onze omgang met de natuur een van de grootste vraagstukken van deze tijd. Ik ben er van overtuigd dat we nu op een belangrijk moment in de menselijke evolutie leven. We gaan helemaal verkeerd met onze leefomgeving om. Het is 'erop of eronder': of we veranderen onze manier van leven en handelen, of we maken de boel, en daarmee onszelf en ander leven kapot. Ik zie mezelf als deel van die noodzakelijke verandering. Ik wil helpen voorkomen dat de wereld naar de klote gaat. Daarbij probeer ik praktisch te denken, mee te helpen. Waar moet je beginnen? De grootste soortenrijkdom vind je in het tropisch regenwoud dat massaal wordt gekapt. Mijn onderzoeksingang is ook hier de illegaliteit. Er wordt veel meer hout illegaal dan legaal gekapt en verhandeld.

Ik ben al in het Amazonegebied in Braziliè geweest en vorig jaar op Borneo. Het was het begin van mijn onderzoek naar illegale houtkap. De bedoeling was om daar een beetje rond te kijken en uit te zoeken waar ik terecht kan voor mijn onderzoek. Deze bezoeken leverden heel veel informatie op, maar doordat ik op een toeristenvisum reisde, mag ik mijn bevindingen niet als officièle onderzoeksinformatie gebruiken. Dus met de foto's die ik heb genomen van houtkap en houtsmokkel kan ik formeel niets.

Het probleem van de houtkap en de export is groot. Volgens officièle statistieken is in Braziliè tachtig procent van de export illegaal. Nederland is wereldwijd gezien een belangrijke houtimporteur. Ongeveer de helft van het tropisch hardhout in Nederland is illegaal gekapt. Veel hout komt uit Maleisiè, terwijl daar niet veel bos meer is.

Ik wil de komende tijd terug naar Indonesiè en Braziliè. Criminologisch onderzoek doen. Ik wil de handelsketen blootleggen, de spelers, de belangen. Ook bij dit onderzoek werk ik weer met lokale contacten. Die doe ik altijd 'vanzelf' op. Ik ga gewoon ergens heen, en loop altijd tegen mensen aan die me verder kunnen helpen. In het Amazonegebied kwam ik toevallig iemand tegen die met Greenpeace op onderzoek was geweest. Hij kon me weer verder helpen aan informatie over de illegale houtkap. Ik vertrouw sterk op mijn intuitie. Dat klinkt misschien niet wetenschappelijk, want het staat niet bij 'methoden en technieken'.

Een belangrijke drive voor dit type onderzoek is dat ik de wereld wil kennen. Dat ik andere manieren van denken wil leren begrijpen, en ook een beetje op zoek ben naar het verborgene. Daarnaast wil ik de wereld bewust maken van de problemen die de illegale kap veroorzaakt. Dat wil ik uitdragen waar dat maar kan. In persoonlijke gesprekken, presentaties; whatever.

Bewustwording is zo belangrijk: de meeste mensen hebben niet goed door wat de problemen van de houtkap zijn en dat we die met zijn allen moeten oplossen. Zelf kan je al veel doen. Ik ben niet zo'n wereldverbeteraar die bij vrienden onder de eettafel duikt om te zoeken naar het FSC-keurmerk - ik woon ook in sociale woningbouw met kozijnen van tropisch hardhout, misschien wel van illegale oorsprong - maar ik probeer wel bewust te leven. Ik ben vegetari‘r en heb ik geen auto.

Ik ben ook nog lang niet klaar met mijn werk. Misschien zit ik over twintig jaar nog steeds bij de universiteit, maar misschien neem ik meer verantwoordelijkheid en zit bij de VN. Als ik er tenminste

tegen kan dat je in zo'n hoge functie wordt geleefd, veel moet vergaderen en moet meedoen aan politieke spelletjes. Dat lijkt me namelijk wel erg moeilijk, want ik hecht veel waarde aan mijn vrije rol als wetenschapper.