Twintigers saai? Echt niet!

Iris Klapwijk

'Twintigers saai? Helemaal niet!' is de reactie van de meeste studenten op de vraag of ze zichzelf en leeftijdsgenoten saai vinden. Catharina van Bentum (23), zesdejaars Rechten, vindt zichzelf én haar leeftijdsgenoten niet saai. “Ik studeer, ik doe veel dingen naast mijn studie, ik heb een jaarclub en ik werk. Dus ik ben best actief en dat vind ik niet saai. Ik denk wel dat het een groot verschil is of je studeert en in het studentenleventje zit, of dat je nog thuis woont bij je ouders in het dorp. Dat lijkt me wel saaier. Maar ja, als mensen dat leuk vinden, dan moeten ze dat vooral doen.” Vijfdejaars Bedrijfskunde Sita van Vilsteren (23) is het hier helemaal mee eens. “Ik vind mezelf ook niet saai. Maar ik ben, denk ik, de laatste jaren wel wat saaier geworden. Of misschien niet saaier. maar in ieder geval serieuzer qua studie.” Kim van Hoogmoed (24), ook zesdejaars Rechten, is het met Sita eens. “Ik zou het eerder serieuzer noemen. Maar dat heeft echt met je studie te maken. De eerste jaren van je studie ben je toch wat minder serieus met je carrière bezig dan tegen het einde van je studie.”

Peter van Hartingsveldt (22), Yvon Kooyman (22) en Sjoerd Meenks (22), allen vijfdejaars Farmacie, kunnen zich ook niet vinden in het truttige beeld van twintigers. Peter: “Het is juist een periode in je leven waarin heel veel gebeurt. Je hebt nog niet heel veel verantwoordelijkheden en relatief veel vrije tijd. Je merkt dat de wereld groter is dan je vertrouwde omgeving en dat de wereld avontuurlijk is!”

Sjoerd ziet dat net zo. “In deze periode van je leven maak je keuzes die vaak voor de rest van je leven gevolgen hebben. Eerst deed je gewoon middelbare school en koos je voor een studie. Maar nu kies je richtingen binnen je studie, en bijvoorbeeld een geloofsovertuiging. Dat zijn best belangrijke keuzes die je je leven lang bijblijven.”

Ook Yvon ziet haar twintiger jaren als een periode waarin veel nieuwe dingen gebeuren. “Ik vind het leuk dat er zoveel gebeurt, studeren, samenwonen, trouwen, werk zoeken.” Vorig jaar is Yvon getrouwd, op haar eenentwintigste. Dat klinkt een stuk minder spannend dan het leven van haar medestudenten. “Nee hoor, dat is helemaal niet saai. Misschien wel een beetje burgerlijk, maar ook burgerlijkheid vind ik niet saai. Ik heb een ander leven, maak andere keuzes en ben wat minder vrij. Ik mis misschien dingen die leeftijdsgenoten wel doen, in het buitenland studeren bijvoorbeeld. Maar ik vind getrouwd zijn ook een avontuur. Een huis kopen, klussen in huis, dat is allemaal best spannend. Ik ben bezig om een auto te kopen, ik heb het gehad met het feit dat mijn fiets gejat wordt in Utrecht.” Vinden Peter en Sjoerd dat Yvon saai is? Even is het stil. Peter: “Het is niet mijn keuze, het lijkt mij wel saaier. Maar ik vind Yvon haar leven niet truttig. Ik vind alleen andere dingen leuker.” Sjoerd vindt Yvon ook niet saai. “Ze leidt een ander leven. Zij is niet naar het buitenland gegaan voor haar stage omdat ze ging samenwonen. Maar ik ben ook niet naar het buitenland gegaan. Dus dat maakt haar niet per se saai eigenlijk. Het is gewoon anders.”

Het hebben van een relatie in je studententijd is dus niet suf? Catharina en Kim hebben allebei een vriend. “Mijn relatie is nog maar heel pril hoor” vertelt Kim, “En ook nog niet saai. En ik heb ook helemaal geen saai vriendje dus dat scheelt.” Catharina heeft al een langere tijd een relatie en woont 'praktisch' samen. “Maar ook dat is niet saai hoor. Mijn vriend woont wel bij mij in, maar dat was gewoon handig. Ik ben bijna altijd met vriendinnen en hij werkt fulltime. We eten ongeveer een keer per week samen. Natuurlijk houden we wel rekening met elkaar, maar het is nog geen huisje, boompje, beestje.”

Maar wie zijn dan wel saai? Catharina: “Mensen die niet energiek zijn en waar ik geen inspiratie uit kan halen, vind ik saai.” Kim: “Het is makkelijk om te zeggen dat iemand anders saai is, maar mensen die zichzelf ontwikkelen en veel ondernemen vind ik minder saai dan mensen die dat niet doen.” Zijn twintigers die niet studeren saaier dan degenen die dat wel doen? Peter: “Ik denk wel dat daar een groot verschil in zit. Als je na je MBO gaat werken, dan ben je begin twintig als je een fulltime baan heb. Dat lijkt mij minder uitdagend en ook minder afwisselend. Voor mij zou dat wel saai zijn. Maar wij zitten in een wat decadentere positie, als je na je VWO aan een studie begint, ben je achttien of negentien. Als je dan nog eens vier, vijf of zes jaar moet studeren, ben je een stuk ouder als je die stap maakt.” Yvon ziet dat ook zo. “Als student ontmoet je veel mensen en heb je een groot sociaal leven. Dat is wel lekker afwisselend. Maar als je eerder begint met werken, heb je ook op een jongere leeftijd meer geld te besteden. Maar ja, eigenlijk heb je ook weinig tijd om het uit te geven.”

Een veel gehoord fenomeen onder twintigers is de quarterlifecrisis. De wat? De quarterlifecrisis. De twintigers moeten tegenwoordig zoveel keuzes maken en beslissingen nemen, dat ze in een psychische crisis terecht komen. Hoe zit dat bij de Utrechtse studenten: gaan zij en masse naar de psycholoog?

“Ik heb er zelf geen last van, maar kan me die crisis wel goed voorstellen. Je hebt zoveel keuzes en mogelijkheden”, vertelt Kim. “Ik ben nu bijna klaar met studeren en beloop nu ook niet meer het standaardpad. Dan ga je wel nadenken over wat je precies wil en dat is best lastig.” Het maken van keuzes lijkt voor de meeste studenten lastig. Sita: “Je wilt toch een bewuste keuze maken, alles goed doorlopen en geen fouten maken.” En behalve kiezen voelen ze ook een grote prestatiedruk.

Yvon: “Prestatiedruk voel je wel ja. Bijna iedereen gaat naar het buitenland bijvoorbeeld. Als je dat dan niet doet, voelt het soms alsof je niet prestatiegericht genoeg bent. Het lijkt tegenwoordig wel een must om weg te moeten.” Peter kan dit beamen. “Tweederde van onze jaargenoten volgt op dit moment een stage in het buitenland. Het lijkt bijna alsof je je moet verantwoorden als je níet naar het buitenland gaat!” De rechtenstudenten die in het laatste jaar van hun studie zitten voelen de druk tot presteren ook. “Je wordt gedwongen om goede keuzes te maken en ziet om je heen allerlei mogelijkheden. Medestudenten zijn ook concurrenten. Dat geeft wel een extra drive om nog beter je best te doen”, legt Catharina uit.

Studerende twintigers vinden zichzelf dus niet saai en hebben wel last van prestatiedruk. Maar hoe zit het met hun idealen? Uit het onderzoek van TNO NIPO blijkt dat twintigers hun partner het belangrijkste vinden. Daarna komen zelfontplooiing, familie en plezier. En ergens onderaan het rijtje bungelt 'een zinvolle bijdrage leveren aan de wereld'. Hoewel de twintigers op het eerste oog niet idealistisch lijken, hebben ze het wel goed voor met de wereld. Catharina: “Ik vind mezelf wel begaan met mensen, ik wil ook graag een keer vrijwilligerswerk doen. Kinderen in oorlogssituaties helpen, dat lijkt me wel wat.” Kopen twintigers hun geweten af door geld te geven aan goede doelen? Catharina: “Ik geef wel geld aan Warchild, maar dat doe ik niet om mijn geweten af te kopen of zo. Zij doen gewoon goed werk en daar wil ik wel mijn steentje aan bijdragen.”

“Ik geloof niet dat speciaal twintigers hun geweten proberen af te kopen door geld te geven. Dan doen veertigers net zo goed,” zegt Peter. “Ik geef wel, maar doe dat om mezelf scherp te houden. Wij hebben veel gekregen en ik geloof dat we dat gekregen hebben van God. Ik vind het mooi om dat te delen en geef om zo mensen te kunnen helpen. Ik geef omdat ik het wil en uit dankbaarheid.” Yvon: “Geven omdat je er zelf beter bij voelt, moet niet je motivatie zijn. Maar soms is dat wel moeilijk, het goede doen en dat ook leuk vinden is lastig. Maar als je er zelf energie uit kunt halen, dan doe je èn iets goeds èn je voelt jezelf er beter door. Dan is dat toch niet erg.”

Doen de meeste mensen vrijwilligerswerk niet ook om zichzelf er beter door te voelen? Er zijn een heleboel projecten in Nederland, waarom gaan jongeren dan toch vaak naar het buitenland. Is dat niet voor henzelf? Kim: “Ik denk niet dat je het altijd voor jezelf doet. Maar het staat wel mooi op je cv, dus ik denk dat dat altijd wel meespeelt. Maar het moet niet het hoofddoel zijn.” Catharina is het hier niet mee eens. “Ik denk dat je cv niet meespeelt, je doet het niet alleen daarvoor. Met de UUMUN (Utrecht University Model United Nations, een groep studenten die de Universiteit Utrecht vertegenwoordigen tijdens internationale simulaties van de Verenigde Naties) bijvoorbeeld, praten we op Verenigde Naties-niveau over wereldproblemen, dat is gewoon heel gaaf.” Ook Sita zit bij de UUMUN. “Ik geef helemaal geen geld aan goede doelen, dat doe ik gewoon niet. Dat vind ik zonde van mijn geld, want je weet niet wat er mee gebeurt. Maar ik ben wel maatschappelijk bewust hoor”, vertelt Sita. “Ik denk alleen dat je ook op een andere manier kunt helpen dan met geld. De VN kan bijvoorbeeld met oplossingen komen en met de UUMUN denken we over dat soort zaken na.”

Sjoerd: “Ik geef makkelijker tijd dan geld. Tijd heb ik heel veel, geld wat minder. Iemand helpen hoeft natuurlijk niet altijd met geld. Je kunt ook wat voor een ander doen.”

Hoe betrokken de studenten ook mogen zijn, wereldproblemen blijken niet de grootste angst van twintigers te zijn. Hoewel oorlog of rampspoed het meest gegeven antwoord is op de vraag ‘wat is je grootste angst?’, wordt dat antwoord op de voet gevolgd door meer persoonlijkere zaken, zoals 'dat mijn naasten iets overkomt', 'tegenspoed voor mijn naaste omgeving' en ‘de angst voor het krijgen van een ongeluk of ernstige ziekte’.

Peter: “Eigenlijk heb ik voor deze generatie niet echt een angst. Ik ben juist benieuwd wat er allemaal gaat gebeuren. Wat er in Nederland gebeurt op politiek en sociaal vlak. Daar verandert op dit moment natuurlijk heel veel. Ook ben ik benieuwd naar de houding van deze generatie als het even tegenzit. We zijn allemaal opgegroeid met veel luxe en we zijn daar ook aan gewend, dus hoe zal er gereageerd worden? Alles kan en mag en is binnen bereik. Ik ben benieuwd wat daar mee gebeurt.”

Bang voor de kredietcrisis is Peter helemaal niet. “Voor mij persoonlijk zullen de gevolgen van de kredietcrisis niet zo groot zijn. Dat ligt misschien ook aan mijn studierichting, Farmacie. Het is niet verstandig om nu een eigen apotheek te beginnen, maar verder zijn er weinig gevolgen, denk ik.” Catharina maakt zich meer zorgen. “We leven midden in de kredietcrisis. Misschien komt het omdat mijn vriend in de makelaardij zit en ik er veel over hoor, maar ik kan me daar wel zorgen over maken. Ik denk dat het nog wel een jaar of drie, vier duurt voordat de economie weer wat meer begint aan te trekken. En dit is wel het moment waarop je moet gaan beginnen met werken, een huisje kopen, dat soort dingen. Twee jaar geleden ging dat allemaal veel makkelijker en dacht je daar niet echt over na. Dat is wel een verschil.”

Sjoerd maakt zich helemaal geen zorgen. “Ik leef bij de dag en ben niet druk over wat morgen komt. Ik zie wel wat er allemaal gebeurt. Dingen veranderen natuurlijk, maar dat is niet per se negatief.”

Yvon maakt zich zorgen over een ander onderwerp, de eerder genoemde prestatiedruk. “Mijn zus staat voor de klas en van haar hoor ik vaak van haar dat ouders veel verwachtingen hebben. Kinderen moeten uitblinken in sport en muziek. Ouders ontkennen het als hun kind problemen heeft op school, dat willen ze niet horen. De focus ligt op presteren en ik vind dat geen goede ontwikkeling. Ik ben wel bang dat dingen als karakter minder gaan tellen en dat het alleen nog maar om de prestatie draait.”

Sita: “Ik ben niet heel bezorgd over specifieke zaken, maar ik kan me wel zorgen maken om sommige situaties in de wereld. Kongo bijvoorbeeld. Met de UUMUN is dat mijn vakgebied, dus ik ben vrij goed op de hoogte. Dat zet je wel aan het denken. En ik maak me natuurlijk zorgen om geld. Dat heeft niets te maken met de kredietcrisis, maar dat heeft denk ik iedere student.”

Catharina: “Ik zou anderhalf jaar geleden nooit gedacht hebben dat ik dit nu zou zeggen, maar ik geloof dat ik eigenlijk wel toe ben aan een wat saaier leven. Ik mis het soms om niks te doen, ik heb het zo druk en doe van alles tegelijk en ben eigenlijk bijna nooit vrij. Hoe ik de toekomst zie? Ik ben er wel klaar voor om carrière te maken. Maar ik zie ook een rol als moeder voor me in de toekomst.”

Het Onderzoek

In opdracht van De Volkskrant onderzocht TNO NIPO hoe de twintigers van nu in het leven staan. Het onderzoek is uitgevoerd van 11 tot en met 14 december 2008. In totaal hebben 592 personen een vragenlijst ingevuld, waarbij gelet is op een juiste afspiegeling van de 20- tot en met 24- jarigen en 25- tot en met 29-jarigen en ook op sekse, leeftijd, opleidingsniveau, gezinsgrootte, regio en sociale klasse. Zo zijn de resultaten representatief voor Nederlandse twintigers.

Zie: tnsnipo.com > nieuws > pers en publicaties > politieke berichten > de Volkskrant > twintigers