U-raad wijst promotiebeurzen af

Het verzet van de raad manifesteerde zich tijdens eenvergadering van de onderzoekscommissie waarvan alle leden opéén na het collegevoorstel van de hand wezen. Datvoorstel houdt in dat faculteiten een grote vrijheid krijgen in demanier van aanstellen van promovendi. Kern van het voorstel is datnaast het huidige aio-schap een vierjarige beurs voor promovendiwordt geïntroduceerd, die afhankelijk van de omstandighedenkan worden gecombineerd met een junior-docentschap.

Hoewel het college van bestuur garandeert dat promotiebursalenin alle opzichten (tot aan een pensioenvoorziening toe) dezelfdefaciliteiten krijgen als aio's, kon het collegevoorstel geen genadevinden in de ogen van de raadsleden. In een gepeperde notitievoerde de studentengeleding liefst acht bezwaren aan tegen het stukdat in haar ogen getuigt van een gebrek aan visie en dat nietmotiveert wat de meerwaarde is van de keuze voor twee parallelleaanstellingsmogelijkheden.

De studenten kregen bijval van verschillende stafleden waaronderdr. André Manders. Hij riep het college op om moed te tonendoor hardop uit te spreken, wat rector-magnificus Voorma eerder alals zijn privé-mening had gegeven: dat promovendi in feitegewoon werk voor de universiteit verrichten en dus dewerknemersstatus verdienen. "Het voorstel om bursalen aan testellen is gelegenheidswetgeving voor één faculteit(Letteren) die vreest voor hoge werkloosheidsuitkeringen aanwerkloze gepromoveerden."

Manders kreeg bijval van andere stafleden die zeiden te vrezendat het huidige voorstel in de woorden van dr. Rien de Bie eensoort aio-min in Utrecht zou creëren. "Een universiteit waaronderzoek zo'n belangrijke rol speelt, kan het zich nietpermitteren om promovendi op deze manier af te schepen met eenbeurs."

Rector-magnificus Voorma deelde namens het college van bestuurmee dat hij niet van plan was om nu meteen op zijn schreden terugte keren. Omdat zowel de faculteitsdecanen als de universitairecommissie Personeelsbeleid zich eerder wel voorstanders haddengetoond van een tweesporenmodel, zal het college van bestuur zichde komende weken nog een keer op zijn standpunt beraden.

EH