Universitair medewerkers nemen tweede passie serieus: 'Schilderen is ook een vorm van onderzoek'

Universitair medewerkers nemen tweede passie serieus:'Schilderen is ook een vorm van onderzoek'

'Ik ben een echte colorist'

Martijn de Goede (53) is erfelijk belast. Hij heeft twee broersen een zus die allemaal professioneel kunstenaar zijn geworden.Maar zelf is hij pas op zijn vijftigste aan het schilderengeslagen. "Ik had wel eens gegrapt dat er bij mij toch ook iets inmoest zitten. Toen kreeg ik een schilderkistje en een cursus voormijn verjaardag en daarna ben ik er nooit meer mee opgehouden. Ikwas gegrepen."

De Goede is in het dagelijks leven hoofddocent bij SocialeWetenschappen. Hij schreef samen met een collega eenstandaardleerboek Methoden en Technieken en is een bevlogenvoorvechter van de combinatie van kwalitatief en kwantitatiefonderzoek. Of hij zich echt kunstenaar mag noemen weet hijeigenlijk niet. Wanneer is iets kunst? "Kunst is dat wat eenconservator van een museum aankoopt", denkt hij. En zelf verkoopthij meer dan sommige anderen die een professionele kunstopleidinghebben. Wel een intrigerende vraag vindt hij dat trouwens, watkunst is. "Als ik tijd heb zou ik daar nog wel eenssociaal-wetenschappelijk onderzoek naar willen doen." Voor De Goedeis schilderen een hobby maar wel een hobby die behoorlijk uit dehand begint te lopen. Hij heeft zelfs een stationcar aangeschaft omzijn werk te kunnen vervoeren en van de weeromstuit gaat hijalsmaar grotere doeken vervaardigen.

In zijn pijpela-kamertje helemaal boven in het Van Unnikgebouwhangen acht schilderijen. Geometrische figuren in felle kleuren,een vaag herkenbare kerkdeur in gedekte tinten, stadsgezichten. "Ikben nog steeds op zoek naar een eigen stijl", vertelt De Goede."Maar dit vinden de mensen mooi." Hij wijst op een kerstkaart innaieve stijl. "Ze worden er blij van. Maar het is niet de enigelijn waar ik op wil zitten."

Elke woensdagavond is het schilderavond. Dan heeft hij cursusvan acht tot tien. Verder doet hij vaak wat in het weekend en somseven tussendoor. "Vroeger schilderde ik in de gang en dan moest ikeerst alles pakken en klaarzetten. Dat was een drempel. Nu heb ikeen eigen kamer en daar staat alles klaar. Als ik dan wat moethalen op mijn kamer dan schilder ik soms even een kwartiertje. Datzijn de mooiste momenten. Dan hoeft het niet."

Maar op woensdagavond, dan komt het ook. Soms maakt hij dan intwee uur iets af. "De docent zegt dan altijd: "Dat is geen tweeuur. Dat is 53 jaar die eruit komt". Ik ben wel een sociaalbeestje, dus het is leuk om in zo'n groep te schilderen. We gevenelkaar commentaar. Als we het niet mooi vinden zeggen we'interessant'."

De uren dat hij aan zijn schilderijen werkt zijn echt 'qualityhours'. Misschien juist wel omdat hij er niet altijd tijd voorheeft. Olieverf is zijn favoriete materiaal. "Als ik al die fletseaquarel-ansichtkaarten zie dan denk ik: laat mij maar even."

Vaak begint hij met tekenen. Dan kleurt hij het in metkleurpotloden en dan gaat de olieverf eroverheen en metOost-Indische inkt tekent hij het dan weer bij. Een zelfverzonnentechniek. "Vitaliteit en beweging, dat is belangrijk in mijnschilderijen", zegt De Goede. "Ik kan tamelijk wild zijn met kleur.Ik ben een echte colorist." "Schilderen hoort bij mijn leven. Alsik het een tijdje niet gedaan heb dan moet het weer. Je spreektandere modaliteiten in jezelf aan wat een geweldige satisfactiegeeft. Ik ben opgegroeid met het idee dat kunst niets voor mij was.Over mij werd altijd gezegd 'jij kan goed leren maar je bent nietmuzikaal en ook niet creatief'. Maar dat ben ik wel. Ik speel heelredelijk piano en mensen vinden het mooi wat ik schilder. De les isdat je vaak dingen kunt waarvan je niet dacht dat je ze kon."

Op dit moment is er eenoverzichtstentoonstelling van werk van Martijn de Goede in de halen de kantine van het Bestuursgebouw.


'Het schilderij moet voor zichzelf spreken'

Als hij ergens een hekel aan heeft dan is het wel aanconceptueel gezwam. Jaap Bos (1961) houdt niet van kunst die hetenkel en alleen moet hebben van ingewikkelde verhalen over watermee bedoeld wordt. "Het schilderij moet voor zichzelf spreken",vindt hij. "Al geloof ik aan de andere kant niet dat een schilderijtotaal op zichzelf staat en een onmiddellijke ervaring is. De blikvan de toeschouwer moet wel getraind worden." Schilderen en tekenenis voor Jaap Bos veel meer dan 'iets ernaast'. Het grootste deelvan zijn tijd werkt hij als docent-onderzoeker bij Algemene SocialeWetenschappen, maar de kunst is minstens zo belangrijk. De tweeactiviteiten zijn in feite verwant. "Eigenlijk", vindt Bos, "isschilderen ook een vorm van onderzoek. Als sociaal wetenschapperkijk je naar de sociale omgeving. Schilderen is een onderzoek naarde aard der dingen. Je gaat zitten, en je gaat kijken en jeprobeert iets van die aard weer te geven." Omgekeerd hanteerde hijin zijn boek 'Een eeuw Freud' (Amsterdam: Boom) dat onlangsverscheen dezelfde bijna esthetische benadering. "Voor mij ging hetin dat onderzoek niet om de vraag of de psychoanalyse waar is ofniet", legt Bos uit, "maar om de vraag hoe die werkt en wordtervaren."

Als rechtgeaard sociale wetenschapper heeft Bos een voorkeurvoor onderwerpen in de directe sociale omgeving. Toen ik nog inWittevrouwen woonde waren dat stadsgezichten vanaf mijn dak. Hieris het groener en ruimtelijker. Dat zie je terug in mijn werk. Meergroen, meer natuur en meer kleuren ook."

In zijn huis in Zeist staan her en der schilderijen. Bloemen,stadsgezichten en grote koppen vooral. Hij maakt veel. De laatstetien jaar soms honderd schilderijen per jaar. Vooral in de zomerals het langer licht is kan hij heel productief zijn. Naast zijnschilderijen houdt hij getekende dagboeken bij. In dummys met hardekaften noteert hij met pen en inkt en waterverf scenes uit hetdagelijks leven. Zijn vrouw met baby. Kinderportretten, dat soortdingen. Ook heeft hij schetsboeken vol landschappen die hij tijdenswandelingen vastlegt. "Ik heb jarenlang speciaal vrij genomen omtwee weken te wandelen in de bergen met mijn schetsblok. Dan maakteik daar thuis schilderijen van."

Bos werkt graag met olieverf op ongeprepareerde doeken. De verfverdwijnt dan in het doek waardoor mooie matte kleuren en een ruwen onregelmatig oppervlak ontstaan. "En ik hou van slordig."

Hij probeert een dag per week voor het schilderen uit tetrekken. Het liefst werkt hij een hele dag ongestoord door, maardat lukt lang niet altijd. Soms maakt hij wel twee of drie versiesvan een schilderij op een dag. "Ik kan langer en harder werken aanmijn schilderijen dan aan wat dan ook. Als ik eenmaal begonnen benis het vaak moeilijk om te stoppen."

Toch heeft hij geen aanvechting om fulltime kunstenaar teworden. "Die wereld alleen zou voor mij onbevredigend zijn. Ik vindde denkwereld van een kunstenaar vaak te weinig gedisciplineerd. Ikzou niet goed kunnen zonder de academische scherpte." Vandaar danook dat hij een dilettant is, of zoals hij met de nodige zelfspotzegt: "een goedbedoelende prutser in de marge".

Maar tegelijk is dat niet iets om je voor te schamen, zoconcludeert Bos. Geleidelijk aan is hij de schaamte voorbijgekomen. "Ik ben niet meer bang om mijn werk te laten zien. Ikexposeer met enige regelmaat en verkoop genoeg om mijn materiaal tebetalen. Er is dus wel serieuze belangstelling."

Werk van Jaap Bos is te vinden in kunstuitleenTransArt in de Doelenstraat 36. Geinteresseerden in het werk vanBos kunnen kosteloos een cd-rom opvragen via: j.bos@fss.uu.nl


Je kunt er heerlijk oud mee worden

De voorkamer van de lommerrijk gelegen villa is in gebruik alsatelier en ter gelegenheid van de Biltse kunstroute is deachterkamer ingericht als galerie. Voor IVLOS-medewerkster Truusvan den Heuvel (1944) is schilderen veel meer dan een leuke hobby.Van den Heuvel (1944) studeerde in 1999 af aan de deeltijdopleidingvan de hogeschool voor de kunsten in Utrecht.

"Ik ben een laatbloeier", zegt ze, "maar toen ik eenmaalbegonnen was vond ik het heerlijk. Als ik teken of schilder ga iker echt helemaal in op. Het is een intense beleving van het hier ennu. Ik kan uren bezig zijn met schilderen zonder besef van tijd.Het is alsof een ander aspect van jezelf aan bod komt. Alsof hoofd,hand en hart samenkomen. Je hele wezen wordt aangesproken."

Dat is bij schilderen nog veel sterker dan bij beeldhouwen watze ook wel eens geprobeerd heeft. "Schilderen is directer. Overbeelden moet je veel meer nadenken voor je ze kunt maken.Schilderen moet je echt doen en al doende ontwikkel je je ideeen,worden die steeds helderder."

Al in het eerste jaar van de opleiding ontdekte ze haarfascinatie voor water. Ze heeft talloze schilderijen gemaakt vanglazen water, wasbakken, flessen water, waterkannen. Ze heefteindeloos veel naar water gekeken. "Dat is ook het fijne vanschilderen. Het heeft te maken met de lust van het kijken. Ikverveel me nooit. Er is altijd wat te zien. Als je goed kijkt zieje vormen in het water. Rimpelingen, weerspiegelingen maar soms ookruitpatronen."

Vervolgens ontdekte ze ook de spiegeling in andere materialenzoals roestvrij staal. Dat mondde uit in schilderijen vanbijvoorbeeld een metalen keukenrasp en andere gebruiksvoorwerpen.Als ze haar werk moet typeren dan noemt ze altijd de woordenverstild, krachtig en stralend. "Dat hoort bij mij. Ik denk dat elkschilderij een zelfportret is. Ook als er een glas water opstaat."

Haar werk bij het IVLOS is gaandeweg minder belangrijk geworden.Nu ze is afgestudeerd werkt ze er nog maar een dag per week.

"Als je zo weinig aanwezig bent word je wel een marginale figuurop je werk", geeft Van den Heuvel toe, "maar daar kan ik tegen." Zecoacht universitaire docenten. "Dat combineert uitstekend met dekunst", vindt ze. "Ik voer gesprekken met mensen over hunfunctioneren. Dat is vaak heel emotioneel. De intensiteit van hetluisteren lijkt wel op de intensiteit die je moet hebben als jeschildert."

Ze exposeert en verkoopt. Ook verhuurt ze werk aan een bedrijfdat weer aan bedrijven verhuurt. "Het laten zien van je werk enreactie krijgen is heel belangrijk. Als je het alleen zou maken omop te slaan, dat is niks." De laatste tijd is ze meer bezig metportretten. Dat levert weer nieuwe problemen op die om eenoplossing vragen. "Een streepje verkeerd en je hebt een totaalandere uitdrukking."

Over drieenhalf jaar wil ze stoppen met haar werk bij het IVLOSen alleen nog schilderen. Er is nog zoveel te ontdekken. Ook bijandere kunstenaars. Ze was altijd al fan van Matisse en DavidHockney. "Die heeft zwembaden geschilderd die ik schitterend vind."Onlangs heeft ze Wayne Thiebaud ontdekt. "Zijn taarten, prachtig.Wat je bij hem goed ziet is de materialiteit van de verf. Die lijktsoms echt op slagroom of chocola." Ze kan voorlopig nog wel evenvoort met de schilderkunst. "Je kunt er heerlijk oud meeworden."

Alette van Doggenaar