Universiteit gaat jong docenttalent stimuleren

Voorheen konden alleen facultaire studieverengingen docentenvoordragen, maar dit jaar heeft de jury ook veel tijd gestoken inhet benaderen van andere, kleinere, verenigingen. Want er isbepaald geen `overkill' aan inzendingen. Of dat aan een gebrek aangoede docenten dan wel gemotiveerde verenigingen ligt, is niet vooriedereen even duidelijk.

Frans Habraken is dit jaar, naast zijn directeurschap van hetonderwijsinstituut Natuur- & Sterrenkunde, voorzitter van de deAdviescommissie Kwaliteit Onderwijs, de ACKO. In die hoedanigheidis hij ook voorzitter van de jury die de prijzen, de aanmoedigings-en de docentprijs, dit jaar uitreikt.

Er zijn al niet veel jonge docenten, bovendien hebben ze niet deervaring die de ouderen hebben, erkent Habraken. "Zodoende kunnenze moeilijk aan de eisen van de docentenprijs kunnen voldoen." Dedocent talentprijs moet het nu mogelijk gaan maken dat ook zij eenseen kansje krijgen.

Bij Habrakens eigen faculteit Natuurà & Sterrenkundelopen eigenlijk geen jonge docenten rond. "Ook al nemen we nieuwedocenten aan, dan zijn deze normaal gesproken al gepromoveerd endus meestal wel wat ouder dan 33." Dat ook aio's en zelfsstudentassistenten officieel mogen meedingen, verrast Habraken:"Maar die verzorgen natuurlijk vooral ondersteuning en `trekken'het onderwijs niet zelf."

Of er genoeg aanmeldingen komen, hangt volgens Habraken minderaf van de docenten dan van de activiteit van de studie- enfaculteitsverenigingen. "Zonder vereniging geen nominatie. Diezullen dus hun best moeten doen."

De Utrechtse biologen vereniging UBV, al twee keer gelukkig inhet nomineren, weet nog niet wie ze dit jaar naar voren schuift.Dat ze voor zowel de docent- als de aanmoedigingsprijs zullenvoordragen, staat wél vast, vertelt secretaris Jeanine Berk."We willen niet als bestuur beslissen, maar laten het aan destudenten over om uit te maken wie ze voor willen dragen. We hebbenwel een lijstje gemaakt met kandidaten." Even leek het erop dat erop de faculteit Biologie geen docenten van 33 en jonger rondliepen,maar UBV vond ze toch. "Weliswaar bijna allemaal aio's enéén docent, maar toch ", aldus Berk.

Uitstraling

De vereniging van Utrechtse geschiedenisstudenten, de UHSK,heeft nog geen idee of en wie ze gaan nomineren, maar voorzitterMirjam van der Puijl is niet bijzonder onder de indruk van denieuwe prijs.

"De docentenprijs is een prima instelling. Het enige wat erop afte dingen valt is dat er appels met peren vergeleken worden. Ook detijd die je erin moet steken om iemand genomineerd te krijgen isvoor ons nogal een probleem. Dat is toch vooral voorbehouden aangrote studieverenigingen of echte fans." Ze ziet haar gelijk in hetfeit dat het de grote verenigingen - zoals UBV en ECU'92 - zijn,die de afgelopen jaren hebben gewonnen.

"De jonge docentenprijs vind ik iets minder, de leeftijdsgrensis nogal laag en ik vind hem eigenlijk overbodig. Een goede docentis een goede docent, daar heeft leeftijd weinig mee te maken. Jekunt zo iemand ook nomineren voor de gewone prijs." Ookgeschiedenis kent geen echt jonge docenten, behoudens aio's enstudent-assistenten. "De jongste is 42", weet Van der Puijl.

Bij het studentenoverleg wiskunde zijn ze er ook nog niet uit,al helemaal niet omdat ze dit jaar nog geen aanmeldingsformulierenbinnen hebben gehad. Ze dragen in ieder geval geen docent voor voorde aanmoedigingsprijs, "want er zijn hier geen jonge docenten",laat bestuurslid Carolien Reus weten.

Docent van het jaar 1999 Sjef Smeekens, weet niet of eenaanmoedigingsprijs voor jonge docenten de beste manier is om dezete stimuleren. "Interessanter is misschien om deze groeppersoonlijk uit te nodigen voor de conferentie `Het OnderwijsMeester' en ze op een of andere wijze te stimuleren daar aanwezigte zijn", denkt de 43-jarige hoogleraar MoleculairePlantenfysiologie.

Maar het belang van de docentenprijs en `Onderwijs Meester' inhet algemeen is volgens hem evident: "Het is de aandacht voor hetonderwijs in al zijn facetten. Naar mijn overtuiging is zo'n dagvoor de universiteit een gelegenheid de docenten en hun inzet inhet zonnetje te zetten." Het feit dat hij werd voorgedragen door destudentenvereniging en vervolgens de prijs ook won was voorSmeekens persoonlijk "natuurlijk een zeer leuke en stimulerendeervaring. Ook de mensen om je heen raken meer bij het onderwijsbetrokken. Er is een uitstralend effect van die prijs. Voor jezelfwerkt dit natuurlijk ook extra motiverend, maar mijnonderwijsaanpak heb ik niet dramatisch gewijzigd. Blijkbaar warende studenten hierover al tevreden."

O W_g

Leefwereld

Ook Orlanda Lie's onderwijsmethode werd nietbeïnvloed doorde prijs, die ze in 1996 ontving: "Maar het is wel zo dat anderen,doordat ik de prijs kreeg, meer belangstelling kregen voor demanier waarop ik lesgeef en naar mijn mening of advies gingenvragen over bepaalde didactische knelpunten." De neerlandica vindtde docentenprijs een mooi initiatief: "Hiermee wordt aangegeven dateen universitair docent niet alleen een goede onderzoeker moetzijn, maar ook een goede docent. Immers, het overdragen van kennisis bij een universitaire opleiding net zo wezenlijk als hetverrichten van wetenschappelijk onderzoek."

Frans Habraken belooft dat de jury, ondanks het gebruik vandezelfde criteria, zich toch wat coulanter zal opstellen tenopzichte van de jonge, onervaren, docenten. "Bovendien hebben jongedocenten, als het goed is, een groot voordeel: ze staan dichter bijde student." Habraken vindt dat oudere docenten aan dat contact metde veel jongere studenten moeten blijven werken, "terwijl dejongere docent vooral moet werken aan, zeg maar, de criteria van dedocentenprijs."

Orlanda Lie is het hiermee eens: "Mijn ervaring met jongedocenten is dat zij qua leeftijd, maar vaak ook qua leefwereld,dichter bij onze doelgroep - studenten - staan en dat zij vaak metnieuwe, verfrissende ideeën voor een didactische opzet komen.Op deze manier kan het onderwijs een dynamisch proces blijven en ishet elke keer weer spannend voor de docent om les te geven. Ikjuich de actieve inbreng van jonge docenten van harte toe en bendus erg vóór die aanmoedigingsprijs."


Nomineren

Studie- en faculteitsverenigingen kunnen tot 15 oktober docentennomineren voor zowel de docentenprijs als de prijs `jongdocenttalent'. Bij het opstellen van de voordracht moet dekwaliteit van de docent in de context van het onderwijsprogramma envan de studieresultaten naar voren komen. Op basis van deingediende voordrachten wordt een lijst met maximaal zes nominaties- per prijs - door de jury samengesteld. De genomineerde docentenzullen door de verenigingen moeten worden verdedigd tegenover dejury, waarna de jury rond november een winnaar zal aanwijzen. Decriteria voor de aanmoedigingsprijs prijs wijken, afgezien van deleeftijdsgrens, niet af van de al vijf keren uitgereikte'docentenprijs' ter grootte van 7500,- gulden. Niet alleen deuitverkoren docent krijgt een gedlbedrag. De winnende verenigingomtvangt 1500,- gulden voor de verenigingskas. De jury bestaat ditjaar uit: prof.dr. F. Habraken (voorzitter), prof.dr.mr. P.van denHoven, prof.dr. P. B"r, Stefan Ellenbroek en Sanne Tromp.

Meer informatie is verkrijgbaar bij desecretaris van de jury:Wally Regouin, Afdeling USP, Heidelberglaan8, 3584 CS Utrecht. Tel 030-2533558.