Universiteitsraad tegen centralisatie van administraties
De kritiek van de raad was vervat in een notitie, die tijdens de vergadering door voorzitter Fred Toppen van de ad hoc commissie ASC werd toegelicht. Kernpunt is voor de raadsleden de vraag of de door het college gewenste ‘fysieke’ concentratie van de administratieve financiële dienstverlening wel de oplossing is voor de geconstateerde tekortkomingen. Zowel bij medewerkers als bij gebruikers van de administraties heerst de vrees dat het directe, als zeer nuttig ervaren contact met de werkvloer daardoor verloren zal gaan.
Een ander kritiekpunt van de raad betreft het feit dat ook medewerkers met een gecombineerde functie onder de reorganisatie vallen. Toppen vroeg zich af of in het door het college gepresenteerde plan wel voldoende rekening was gehouden met de belangen van deze medewerkers. Meer in het algemeen hekelde hij de tekort schietende communicatie over de reorganisatie die op de werkvloer voor veel onrust heeft gezorgd.
In hun antwoord erkenden de collegeleden Van Rooy en Amman dat de communicatie over het plan beter had gekund. Ten aanzien van de inhoudelijke bezwaren van de raad zegden zij voor begin 2008 een aanvullende notitie toe. Op de vraag van Toppen of in die notitie de mogelijkheid zal worden opengehouden dat het beoogde service centrum niet doorgaat, reageerde Van Rooy afwijzend. “Tenzij u erin slaagt om ons van het tegendeel te overtuigen, en die kans lijkt me gering, houden wij vast aan de door ons voorgestelde organisatieverandering.”
EH