Utrecht middenmoter in Haagse ranglijst

Bij de samenstelling van de ranglijst gebruikte het ministerieonder meer onderwijs- en onderzoeksvisitaties en werd er gemetenmet de studentenoordelen uit de Keuzegids Hoger Onderwijs.Daarnaast werd het aantal citaties uit onderzoeken geteld en werdgekeken naar de jaarlijkse hooglerarenenquete van Elsevier.

Zo danken Tilburg en Maastricht de 'toppositie' vooral aan hungoede onderwijs en gooit Leiden hoge ogen bij het (top)onderzoek,maar laag bij het onderwijs. Utrecht geeft een soortgelijk beeld.In de totaalranking scoren de TU Delft en de Universiteit vanAmsterdam het slechtst.

De koepelorganisatie vindt dat er appels met peren wordenvergeleken en betreurt dat de lijsten naar buiten komen. "We vindenhet nogal ver gaan om allerhande beoordelingen op een hoop tegooien en er een conclusie uit te trekken. Al die beoordelingenzijn anders interpreteerbaar en dus is deze ranking eerder eensoort grabbelton dan een fatsoenlijk meetinstrument."

De rapporteurs zijn het daarmee oneens. Omdat ze werken metrangschikking naar officieel disciplinegebied is de kwaliteitvolgens hun wel degelijk meetbaar. Om tot eeninstellingsvergelijking te komen worden die gebieden weer bijeengeveegd. Hoe groter het gebied, hoe zwaarder het meeweegt.

Het is overigens niet de eerste keer dat Zoetermeer een pogingwaagt om aan de hand van visitaties en andere onderzoeken tot eenranking te komen. Halverwege de jaren negentig kregen deonderwijskenners van het Nijmeegse IOWO de opdracht om een lijst opte stellen. Onder druk van de universiteiten werd die ranking toenonder de pet gehouden, temeer omdat ook het ministerie de diverserapporten niet erg vergelijkbaar vond.

Inhoudelijk wil de VSNU nog niet op het nieuwe rapport ingaan,onder meer omdat de koepel er nog over moet spreken met hetministerie.

HOP, Thijs den Otter/XB