Utrechtse ethicus Jan Vorstenbosch is voor afschieten: 'We moeten de zeehond niet doodknuffelen'

Utrechtse ethicus Jan Vorstenbosch is voor afschieten: 'Wemoeten de zeehond niet doodknuffelen'

Op basis van interviews met onder andere medewerkers van dezeehondenopvangcentra Ecomare en Pieterburen, wetenschappelijkonderzoekers en beleidsmedewerkers van het ministerie van Landbouw,Natuur en Visserij, zetten de ethici de argumenten voor en tegenopvang op een rijtje. Hoewel het rapport een inventarisatie is, isVorstenbosch niet bang stelling te nemen. "De conclusie is dat jeterughoudend moet zijn. Opvang is niet meer nodig voor depopulatie. De omstuimige groei van de laatste jaren moet in degaten worden gehouden om verdringingseffecten te voorkomen enradicalere maatregelen zoals afschot te voorkomen."

De mening is minder schokkend dan het lijkt. In een verdragtussen de waddenlanden Nederland, Duitsland en Denemarken isafgesproken de opvang tot een minimum te beperken. In Denemarkenworden zieke dieren bijvoorbeeld al gedood. In Nederland looptvooral de opvang in Pieterburen uit de pas met dit beleid. Lenie 'tHart, de personificatie van de zeehondenopvang, blijft onverminderdvoor opvangen. Vorstenbosch: "Haar verhaal is simpel: de zeehondenzijn zielig en wij mensen hebben het gedaan. Daarom moeten we zeopvangen."

In de jaren tachtig viel daar wat voor te zeggen, want het gingslecht met de zeehond. Inmiddels staan de zaken er anders voor. Dezeehondenpopulatie in de Waddenzee groeit als kool. Er zijn nubijna vierduizend zeehonden en als het huidige groeitempo doorzet,verdubbelt de populatie elke vijf jaar. Maar de zeehondencrche inPieterburen gaat rustig door met het opvangen en verzorgen vanzeehonden. Vorstenbosch: "Ook de crche in Pieterburen zal tot eenmeer doordacht beleid moeten komen. Ze zouden mensen kunnenontmoedigen om dieren te brengen. Aan de poort kun je ze moeilijkweigeren, maar je kunt ze wel voorlichten."

Het beleid van Pieterburen is een uiting van een dier-ethischevisie op de natuur, daarin staat het welzijn van een individueeldier centraal. In de discussie staat deze visie tegenover deeco-ethische, die het ecosysteem als geheel beschouwt. Biologenneigen vaak naar de laatste zienswijze: de natuur moet zijn loophebben. Het lot van individuele zeehonden is irrelevant voor depopulatie en het ecosysteem.

"De eco-ethische visie noem ik holistisch", zegt Vorstenbosch,"omdat het draait om het geheel; om de populatie en het ecosysteemof het natuurgebied. Voor ons telt als argument ook dat dieren hetbeste af zijn in de natuur. Eigenlijk zeggen de opvangers dat ook.Want het doel van opvangen is uiteindelijk weer uitzetten, waarmeeze dus erkennen dat de natuurlijke situatie het meest wenselijkis."

Maar menselijk ingrijpen is soms onvermijdelijk. "Als je dedirecte oorzaak bent van dierenleed, dan zul je vaak wel iets doen.Als je een dier kunt redden door het uit een net te halen, zou hetwel heel sadistisch zijn om niets te doen. Ik begrijp de moreledrijfveer achter de activiteiten van Lenie 't Hart. In het rapporthebben we daar ook recht aan proberen te doen. We moeten nietvergeten dat ze inmiddels een expertise heeft opgebouwd die vangroot nut is. Maar wat de systematische, actieve opvang op het Wadbetreft, is er een tijd van doen en een tijd van laten."

Helaas is de werkelijkheid niet altijd zo simpel. De vraag'opvangen of niet' wordt niet altijd beantwoord vanuit hetperspectief van het dier. "Emoties en belangen spelen een grote rolin deze discussie. Eigenlijk hadden wij als ethici alleenargumenten willen inventariseren, maar dit was een wespennest."

Een wespennest van menselijke belangen die niet dezelfde zijnals de belangen van het dier. zegt Vorstenbosch.Zeehondenopvangcentra varen wel bij bezoekers, maar zonderopgevangen zeehonden komen er natuurlijk geen bezoekers. Hetzelfdegeldt voor vogelopvangcentra. "Als de dierenopvang zelf belangenkrijgt, staat het welzijn van dieren niet meer voorop."

En dan is er nog de kwestie van de griep. In de jaren tachtigoverleden vele zeehonden in de Waddenzee aan een griepvirus. Decrche in Pieterburen werd door sommige wetenschappers aangewezenals plaats waar een menselijk griepvirus oversprong naar de zeehond- met verwoestende gevolgen.

In 'Doen en laten' zit bijgevoegd een los briefje. Een erratum :'Inmiddels is het wel duidelijk dat het influenza B-virus inzeehonden is overgebracht van mens naar dier, zeer waarschijnlijkin de opvangsituatie.' "Tja", zegt ethicus Jan Vorstenbosch,"eigenlijk is dat erratum ook al weer achterhaald." Het erratumstelt op gezag van het Texelse onderzoeksinstituut Alterra, dat hetvirus waarschijnlijk van menselijke oorsprong is. Rotterdamsevirologen hebben inmiddels weer gezegd dat dat zeeronwaarschijnlijk is. "Als door het opvangen van zeehonden inderdaadmenselijke virussen kunnen worden overgedragen, dn is dat eenijzersterk argument tegen", stelt Vorstenbosch in afwachting vanwetenschappelijke consensus.

Een mening die velen zullen delen, want we willen de zeehondtoch niet opzadelen met onze ziektes. "De zeehond heeft een enormkrediet opgebouwd dankzij zijn hoge aaibaarheidsfactor. Net als depanda wordt het dier enorm gekoesterd. Maar dat is niet altijd inzijn voordeel. We moeten oppassen dat we de zeehond nietdoodknuffelen."

Rinze Benedictus


Olievogels

"Ik herinner me dat ik als twaalfjarig jongetje verdwaaldeeendjes in huis haalde. Die voerde ik brood en melk met als gevolgdat ze aan de diarree raakten. Ze zijn op een ellendige maniergestorven." Vorstenbosch put uit zijn geheugen om aan te geven dathet welzijn van dieren niet altijd gebaat is bij menselijkingrijpen, al zijn de intenties nog zo goed.

Dat blijkt ook uit de casus van de olievogels. In januari 2001zonk een olietanker voor de Franse kust. De weggelekte oliebesmeurde een grote hoeveelheid zeevogels. Vele olievogels werdennaar Nederland getransporteerd om hier gewassen en weer uitgezet teworden.

Van de vogels overleeft echter slechts vijf procent de wasbeurtmet water en zeep. Doordat behalve de olie ook het natuurlijke vetvan de dieren weggewassen wordt, raken ze als het ware 'lek'.Binnen enkele weken na uitzetten overlijdt daardoor 95 procent vande vogels aan de gevolgen van een longontsteking. "We moeten dievogels dan ook niet opvangen", vindt Vorstenbosch. "Veel vogelszijn met euthanasie beter af."

Omdat de dieren echter lijden door menselijk falen, vinden veelmensen dat het hun plicht is de dieren te helpen. Vorstenbosch ishet daarmee niet eens. "We moeten de schuldvraag los zien van deredelijkheid van opvang. Als dieren lijden door menselijk toedoen,is het niet automatisch het beste om ze te helpen."