Utrechtse geschiedenisstudenten in de voetsporen van Peter Stuyvesant

Utrechtse geschiedenisstudenten in de voetsporen van PeterStuyvesant

Alles begon meer dan een jaar geleden, toen de afdeling OudeDrukken van de universiteitsbibliotheek (UB) het initiatief nam omeen twintigtal zeventiende-eeuwse boeken die betrekking hebben opde kolonie Nieuw-Nederland te digitaliseren, met het doel deze voorhet publiek toegankelijker te maken. De teksten werden gescand doorspecialisten van de UB, en het verdere verwerken werd overgedragenaan Els Kloek en Jaap Verheul van het Instituut voor Geschiedenisom er het het doctoraal-seminar 'De Wereld van Peter Stuyvesant',bestemd voor tweedejaars geschiedenisstudenten mee te geven.

Het werk bestond uit het bewerken, becommentariëren envertalen van de gedigitaliseerde teksten, voornamelijkplaatsbeschrijvingen uit de 16de en 17de eeuw van deze kersverseNederlandse kolonie, die als een land van grote beloften werdaangeprezen. Het eindresultaat van het seminar, dat liep vanjanuari tot en met juni 1999, was de creatie van een website diealle teksten via Internet beschikbaar moest stellen. De studentenplaatsten hyperlinks, waarmee de bezoeker verklaringen kan vindenvoor oud-Nederlandse woorden en uitleg bij allerlei begrippen. Ookschreven alle studenten een essay, waarin ze een specifiekonderwerp uit de teksten verder uitwerkten. Dit alles werduitgevoerd in een 'digitale leeromgeving' (vormgegeven met behulpvan Web-CT); de teksten werden bestudeerd via de computer,opdrachten werden niet ingeleverd maar ingevoerd, en veel van hetcontact liep via e-mail. Voor geschiedenisstudenten eenrevolutionaire manier van werken, waar iedereen aan moest wennen.Een half jaar na de start kon de website op 2 juli 1999 officieelworden gepresenteerd. Het resultaat is te bezichtigen opstuyvesant.library.uu.nl.

Handelspost

Maar deze website is niet het enige resultaat. Door hetonderzoekswerk kwamen de studenten in contact met het NewNetherland Project (NNP) in Albany, New York. Dit project bundelthet historisch onderzoek dat wordt gedaan naar de Nederlandseaanwezigheid in het Amerika van de 17de, 18de en 19de eeuw. Veelvan het werk dat door de historici van deze groep is gepubliceerd,werd gebruikt om de teksten op de website te schrijven.

Naar aanleiding van deze contacten werden de docenten enstudenten van het Peter Stuyvesant-project uitgenodigd om eenseminar van het New Netherland Project bij te wonen in Albany. Dezehuidige hoofdstad van de staat New York was de locatie van deeerste Nederlandse handelspost aan de Hudson River, waar vanaf 1614gehandeld werd met de native Americans . Later groeide dezenederzetting uit tot het centrum van de succesvolle Hollandsekolonie Renselaerswijck, nabij het toenmalige Fort Oranje. Metsteun van enkele subsidiegevers konden dertien studenten en tweedocenten uit Utrecht naar de Verenigde Staten afreizen, om daar hunwerk en website te presenteren aan de echte grootmeesters van hetonderzoek naar Nieuw-Nederland.

De Hollandse aanwezigheid, die formeel eindigde in 1664, heefttot op de dag van vandaag invloed op de Amerikaanse cultuur. InNederland is het een min of meer vergeten hoofdstuk, maar wellichtdat de Internet-site daar wat aan kan veranderen.

Michel Baartmans


Een chronologie van Nieuw-Nederland

1609: De Engelsman Henry Hudson, in opdracht van de VerenigdeOost-Indische Compagnie op zoek naar een noordelijke route naarAzië, raakt met zijn schip De Halve Maen uit koers en verkentde oostkust van Noord-Amerika. Hij vaart de rivier op die laterzijn naam zal dragen, tot aan de plaats waar nu Albany ligt. Hijvoert handel met indianen.

1614: Amsterdamse kooplui richten de compagnie `Nieu Nederlandt'op. Het belangrijkste doel: de bonthandel. Bij het huidige Albanywordt het Fort Oranje gebouwd.

1621: Oprichting van de West-Indische Compagnie. De WIC krijgthet monopolie op alle handel met het Westelijk Halfrond.

1624: De eerste kolonisten (30 families) arriveren inNieuw-Nederland. Sommigen vestigen zich in het noorden, anderen opManhattan.

1625: Begin van de bouw van Fort Amsterdam op de zuidpunt vanManhattan.

1626: Nederlanders `kopen' Manhattan van de indianen voor zestiggulden in goederen.

1629: De WIC neemt maatregelen om de kolonisatie te bevorderen:aandeelhouders kunnen onder gunstige voorwaarden `patroon' wordenvan een stuk land binnen de kolonie. Rensselaerswijck (het huidigeAlbany) is het enige patroonschap dat zal uitgroeien tot eenpermanente vestiging. De overige patroonschappen lopen uit op eenmislukking.

1632-1647: De eerste directeur-generaal, Peter Minuit, wordtvervangen door Bastiaen Jansz. Krol (1632-33); deze wordt opgevolgddoor Wouter van Twiller (1633-38); in 1638 treedt Willem Kieft aan.Deze wordt in 1647 naar het moederland teruggeroepen.

1643: Begin van een bloedige oorlog met de indianen. Deze`oorlog van Kieft' duurt tot 1645.

1647: Peter Stuyvesant arriveert als de nieuwedirecteur-generaal. Hij moet orde op zaken stellen.

1662: De Engelsen doen aanvallen op het gebied vanNieuw-Nederland.

1664: Nieuw-Nederland (met naar schatting 6500 kolonisten) wordtdoor de Engelsen veroverd. Het gebied heet voortaan New York.

1673: Een Zeeuwse expeditie herovert grote delen vanNieuw-Nederland, en weet het gebied 15 maanden in handen tehouden.

1674: Vrede van Breda: Engeland en de Republiek ruilenNieuw-Nederland tegen Suriname.


Het New Netherland Project

Mevrouw Kathy Lyon was de gastvrouw waarbij de Utrechtsestudenten verbleven. Op termijn wil ze haar nu nog vervallen huisomtoveren tot een scholars hostel met een bibliotheek,eencomputercentrum en slaapkamers voor wetenschappers die in debuurt onderzoek komen doen. Zij is zelf aan het New-NetherlandProject (NNP) verbonden. "Ik werk als docent natuurkunde aan deuniversiteit van New York en doe onderzoek op het gebied van'science, technology & society'. Daarbij komt ook het verbandtussen geschiedenis en maatschappij aan bod. Zodoende ben ikgeïnteresseerd geraakt in de geschiedenis van Nieuw-Nederlanden in contact gekomen met het New Netherlands Project, dat probeertmeer bekendheid aan de geschiedenis van Nieuw-Nederland te geven",antwoordt ze op de vraag hoe ze bij het NNP betrokken is geraakt."Het belangrijkste doel van het NNP is het vertalen vanbronnenmateriaal, zodat dit ook voor Amerikaanse wetenschapperstoegankelijk wordt."

Maar is er op gebied van onderzoek naar Nieuw-Nederlandondertussen niet genoeg gedaan? Nee, vindt Lyon. "Wat hier inAmerika vooral nog moet gebeuren is het maken van inventarissen vanarchieven. Er ligt hier nog verschrikkelijk veel materiaal overNieuw-Nederland opgeslagen, waarvan niemand weet wat het precies isen dat nog niet voor onderzoek is gebruikt. Ook moet het nogvertaald worden. In totaal zijn het zo'n 12.000 stukken! Kortom, eris nog veel werk te doen."

Ellen Stam