Utrechtse studenten bestijgen 6500 meter hoge dwerg: 'Wij willen komen waar nog nooit een mens is geweest'

Utrechtse studenten bestijgen 6500 meter hoge dwerg: 'Wijwillen komen waar nog nooit een mens is geweest'

Iedereen die kan afzien en niet teveel last heeft van de hoogtekan zich tegenwoordig voor een paar ton door getraindebergbeklimmers op de top van de Mount Everest laten zetten. Detouwen hangen er al en alle bagage wordt naar boven gedragen. DeEverest biedt nu de aanblik van een enorme vuilnisbelt metzuurstofflessen, tenten en her en der het lijk van een verongelukteklimmer.

Deze manier van klimmen wordt verafschuwd door de leden van deKapura-expeditie die in juli vertrekken naar het meestspectaculaire gedeelte van de Himalaya, de Karakoram in Pakistan.In de Karakoram ligt weliswaar de K2, de op een na hoogste berg terwereld, maar de zes expeditieleden, Wouter Dorigo, Coenraad Doeser,Bart Hersmus, Martijn Jongmans, Fedor Broekhoven en Bas Henzinghebben niet de hoogste berg van het gebied op het oog. Hun doel isde Kapura te bedwingen, een 6500 meter hoge dwerg die naast de 7200meter hoge reus K6 ligt. Die Kapura is namelijk nog nooitbeklommen. En dat is volgens de expeditieleden de ultieme kick vooreen klimmer. "Het is geweldig om een onbeklommen berg op te gaanwaarbij we al onze klimcapaciteiten en ons route-inzicht moetengebruiken. Andere mensen willen de ruimte in. Wij willen ergenskomen waar nog nooit een mens geweest is."

Helikopter

Maar er zijn meer verschillen met andere expedities. DeUtrechters gaan het project in de alpiene stijl aanpakken. Dat wilzeggen dat ze in de Himalaya net zo gaan klimmen als in de Alpen.De ethiek van alpiene stijl is dat je op eigen kracht klimt. Dathoudt vooral in dat er geen zuurstofflessen worden gebruikt, datniet de halve bevolking van de vallei wordt ingeschakeld om heteten naar boven te dragen en dat er niet overal tentenkampen wordeningericht en achtergelaten. "Wij kiezen een top uit en klimmen danlekker naar boven."

Helemaal zonder personeel mogen ze het echter niet aanpakken.India en Pakistan maken al jaren ruzie om dit gebied en daarom wilhet Pakistaanse leger een oogje in het zeil houden en is hetverplicht om een 'liaison officier' mee te nemen. Die officier moetniet alleen door de expeditie van stijgijzers en goede kledingworden voorzien, maar bovendien moet er voor hem ook een kok mee endie kok moet weer een koksmaatje hebben. Maar verder gaat debemoeienis van de Pakistani niet. Die blijven trouwens ook achterin het basiskamp terwijl de expeditieleden hun berg'aanvallen'.

Toch was de begeleiding niet de enige eis die de Pakistaanseregering stelt. Het bleek door de stugge bureaucratie onmogelijk omhet vervoer van duizend kilo bagage vanuit Nederland te regelen. Deexpeditie heeft voor de organisatie een Pakistaans bureau moeteninschakelen. Ze hebben daarnaast een dure 'permit' moeten kopen omboven de zesduizend meter te mogen klimmen. Tot slot moesten ze ooknog zesduizend dollar als borg neertellen zodat er een helikopterkan uitvliegen als ze in de problemen zitten. Niet dat ze veel aandie helikopter zullen hebben in geval van nood, want die kanhelemaal niet vliegen boven de zesduizend meter.

Lawines

Waarom die Kapura nog nooit beklommen is, is overigens een grootvraagteken. Het uitpluizen van allerlei reisverslagen op internetheeft geen informatie over mislukte pogingen opgeleverd. Demogelijkheid bestaat dat de berg illegaal is beklommen om de kostenvan klimpermit uit te sparen, maar daar geloven ze niet in. Het egovan de meeste klimmers is dusdanig groot dat ze zo'n prestatie aande rest van de wereld zouden willen laten weten.

De nabijheid van de meer 7200 meter hoge K6 lijkt eenplausibelere verklaring. Wie beklimt er zo'n lage berg als je ookzijn grote broer kunt nemen. Bovendien is het meer in de mode omsteile granieten wanden te beklimmen, het zogenaamde 'Big Wallklimmen'. En de Kapura is een combinatie van rots, sneeuw en ijs.En dat is klassiek alpinisme en niet in de mode. De laatstemogelijkheid is dat er zoveel lawines naar beneden komen, dat deKapura helemaal niet te beklimmen is. Dan treedt plan B in werkingen zoekt de expeditie zijn heil op andere toppen in deomgeving.

Hoewel over de ruzies die Nederlandse expedities maakten op deMount Everest boeken zijn vol geschreven, zijn de zes niet bangvoor onderling getwist. Ze kennen elkaar al tien jaar van allerleiklimtochten. Twee jaar geleden zijn ze in Nepal op expeditiegeweest. "Wij zijn een team. Wij zijn vrienden. De meeste andereteams zijn bij elkaar geraapt en leren elkaar pas kennen op deberg. En die aanleidingen voor ruzies blijken ook op grote hoogteheel triviaal: 'Ik moet de hele tijd voorop lopen, jij eet allepindakaas op'."


Mailrunner

De vorderingen van de expeditie zijn te volgen op een site(http://www.now.at/kapura).Maar de belevenissen van de expeditie gaan door heel wat handenvoordat ze op het scherm verschijnen. Even een sms'je sturen is ernatuurlijk niet bij. Satelliettelefoon was een optie maar bleekveel te duur. De oplossing was een mailrunner. Dat is niet delaatste Microsoftuitvinding maar een Pakistaan van vlees en bloeddie om de zoveel dagen bij de expeditie een handgeschreven briefophaalt. Dit briefje brengt die mailrunner lopend naar hetdichtstbijzijnde dorp vanwaar het bericht met de auto naar een nogverderop gelegen faxapparaat wordt gebracht. Daar wordt de briefnaar Nederland gefaxt. In Nederland wordt de tekst door iemandanders overgetikt en op de site gezet.

Jurgen Swart