'Vanaf zes uur een toeslag niet van deze tijd'

Als één lid van het gezin diensten draait, draait het hele gezin diensten

Pas vorige week drong het tot de universitaire gemeenschap door: In het kader van 'de modernisering van de arbeidsvoorwaarden' hebben de bonden een maand geleden niet alleen een mooie salarisverhoging uit het vuur gesleept, ze hebben ook ingestemd met het verzoek van de werkgevers om de onregelmatigheidstoeslag te schrappen voor de periode tussen zes en acht uur.

"Wij hebben lang geprobeerd om deze verslechtering tegen te houden", zegt onderhandelaar Marieke van den Berg van vakbond ABVAKABO FNV, "maar voor de werkgevers was het een hard punt. Omdat wij op andere punten wel het nodige binnen konden halen, is uiteindelijk deze deal eruit gekomen. Toen duidelijk werd wat het voor deze kleine, en bovendien laag betaalde groep medewerkers betekende, hebben we voor het personeel in schaal 7 of lager nog wel een overgangsregeling kunnen treffen. Tot maart 2010 houden zij hun volledige toelage. Daarna wordt die in drie jaar stapsgewijs afgebouwd."

Receptionisten Theo Hijman en Jolanda Mulder zijn aangeslagen door de gang van zaken. Zij vragen zich af wat de reden voor de universiteiten is geweest om op deze maatregel aan te dringen. "Het kan niet om een bezuiniging gaan", zegt Hijman, "want het gaat in Utrecht maar om vijftig tot honderd mensen op een totaal van meer dan achtduizend medewerkers." Maar wat het dan wel is geweest? Simpel, is het antwoord van Rob Cozzi, directeur personeelszaken van de UU. "Wij vinden het niet meer van deze tijd om, waar een verlenging van de bedrijfstijd steeds vanzelfsprekender wordt, al om zes uur een toeslag te gaan betalen. Docenten werken ook vaak langer door. Wij hebben er wel over gedacht om zittende medewerkers van de verslechtering uit te zonderen, maar dat zou betekenen dat je voor iemand die nu 25 is, jarenlang een uitzonderingsregeling moet handhaven. Dat is niet te doen."

Hijman en Mulder vinden dat onderschat wordt wat het betekent om eens in de twee weken tot elf uur 's avonds te moeten werken. "In de eerste plaats hebben receptionisten na vijf uur het volledige mandaat in hun gebouw. Dat is een behoorlijke verantwoordelijkheid. Daar komt bij dat werken in de onregelmatige dienst een forse aanslag op je privé-leven betekent. Vaste activiteiten gedurende de week zijn vrijwel niet mogelijk en ook van je gezin vereist zo'n rooster flink wat aanpassingsvermogen. Als één lid van het gezin onregelmatige diensten draait, draait het hele gezin onregelmatige diensten. De vergelijking met docenten, die meestal maar gedurende een blok of maximaal een semester 's avonds les moeten geven, en dan nog niet eens elke avond, gaat dus niet op."

Daartegenover staat op dit moment een toelage van veertig procent op je salaris voor na zes uur gewerkte uren, aldus de twee receptionisten. "Die vergoeding maakt het werk nog een beetje aantrekkelijk. Als de toeslag tussen zes en acht uur wordt afgeschaft - of dat nu met onmiddellijke ingang gebeurt of over een paar jaar -, dan gaat dat ons zo'n vijf procent in salaris schelen. Dat krijg je helemaal niemand meer voor dit werk."

Sinds de consequenties van het onderhandelingsakkoord in hun volle omvang duidelijk zijn, gonst het in de wandelgangen van de geruchten. Marieke van den Berg ontkent dat er in Den Haag opnieuw onderhandeld gaat worden. "Meer dan de overgangsregeling zullen we er nu niet uit kunnen slepen." Volgens Jack van Poppelen, namens het CNV lid van het Lokaal Overleg, is een plaatselijke reparatieregeling op termijn daardoor nog de enige mogelijkheid. U-raadsvoorzitter Matthias Jorissen is inmiddels een handtekeningenactie gestart waarmee hij het college van bestuur vraagt om een oplossing voor het probleem te zoeken.

Hijman en Mulder zijn blij met alle aandacht. Zij hebben hun hoop gevestigd op die leden van de bonden die via internet hun oordeel over het onderhandelingsresultaat moeten geven. "Wij hopen dat zij in ieder geval ook even stilstaan bij onze positie."

Maar zal een negatieve uitspraak van een of meer bonden nog enig gewicht in de schaal leggen? Bij het CNV lijkt die kans klein, omdat de leden daar inmiddels met het akkoord hebben ingestemd. Bij ABVAKABO FNV kan nog tot 21 november gestemd worden. "Als onze leden niet in meerderheid met dit resultaat instemmen, hebben we een probleem", erkent Van den Berg, "Wat ons betreft is het akkoord als geheel acceptabel, maar als onze leden daar anders over denken, dan zullen we opnieuw met de werkgevers om de tafel moeten gaan zitten."