'Veel studenten zijn nu een stuk wijzer'

Eerste nationale Masterbeurs groot succes

Fleur Baxmeier

Zowel op vrijdag als zaterdag is het vanaf tien uur ’s ochtends al een drukte van belang op de beurs. Studenten lopen enthousiast langs de stands met het doel zoveel mogelijk informatie te scoren. De rode tasjes die bij binnenkomst worden uitgedeeld raken al snel gevuld met dikke boekwerken, rolletjes snoep en glanzende folders. “Ik ben hier net een half uurtje, maar heb al een hele tas vol zooi”, zegt Paul van Asperen, tweedejaars student rechten aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

Hij is samen met een aantal vrienden naar Utrecht gekomen, omdat hij eens wil kijken wat de mogelijkheden zijn wat betreft de masters: “Ik hoopte dat ik hier wat zou opsteken, maar tot nu toe vind ik het een chaotische boel. Het aantal stands valt me tegen en de mensen die bij de informatiekramen staan, verwijzen je steeds door. Bel de studieadviseur maar op, zei een meisje bij de stand van de Universiteit Utrecht. Ben ik daarvoor hierheen gekomen?”

Paul en zijn vrienden besluiten de geplande masterclass van de Utrechtse nobelprijswinnaar professor dr. Gerard ’t Hooft over te slaan: “We hebben het gehad,” zegt hij terwijl hij nog een hand gratis Engelse drop in zijn mond stopt. “Ik zoek thuis wel verder op Internet.” Ze zijn niet de enigen die de masterclass links laten liggen: van de veertig stoelen blijven er zeker dertig leeg. Ook bij de masterclasses van andere universiteiten blijft het rustig. “De studenten komen toch vooral voor de informatie. Je moet de masterclasses als extraatje zien”, verklaart Leonie Silkens, medewerker van de Utrechtse faculteit Natuur- en Sterrenkunde.

Silkens heeft de hele ochtend bij de stand van de Universiteit Utrecht gestaan en controleert nu of studenten een toegangsbewijs hebben voor de masterclass. Ze kreeg vanmorgen vooral vragen over de aansluiting van het hbo op een universitaire master: “Er lopen vandaag veel hbo’ers rond die in de toekomst een universitaire master willen doen, maar niet precies weten wat de mogelijkheden zijn en hoe lang een omschakelingscursus duurt. Ze willen graag weten hoe het precies zit.”

Nieuwsgierig

De stand van de Universiteit Utrecht staat in het midden van de beurszaal en valt op door de grote glazen wand, die in het midden van een groot donkerrood blok is geplaatst. Op het blok staan vier computers die door zowel bezoekers als de zes standmedewerkers gebruikt kunnen worden om informatie op te zoeken over de verschillende masters. Ietwat verloren hangt Joost Bloemendal rond bij de stand. Hij studeert communicatie & informatiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht en hoorde via vrienden van de beurs: “De universiteit heeft ons niet geattendeerd op deze beurs, terwijl ik toch wel nieuwsgierig ben naar wat masters van andere universiteiten mij te bieden hebben.”

Hij denkt erover de master Interculturele Communicatie te gaan doen, maar als het even kan liever niet in Utrecht: “Mijn studie is relatief nieuw en ik merk dat veel dingen in Utrecht niet goed georganiseerd zijn. In Amsterdam zijn ze al langer bezig met masters, dus ik verwacht dat het er daar beter aan toegaat.” Tot nu toe is hij nog niet erg onder de indruk van de beurs. Joost: “Het is hier veel kleiner dan ik had verwacht en ook mis ik een algemene stand van de Universiteit van Amsterdam. Eigenlijk bieden alleen Rotterdam en Utrecht veel algemene informatie aan.”

De Universiteit van Amsterdam (UvA) staat op de beurs met een aantal gespecialiseerde masters, zoals Computer Science. Een paar mannen in pak staan in deze stand geboeid te kijken naar een plasmascherm waarop een ingenieus voetbalspel te zien is. “Grappig hè”, zegt assistent in opleiding Frank Aldershoff van de UvA. Hij meldt dat hij vandaag al ‘best veel vragen heeft gehad’. “Vooral of het aansluit op het hbo, niet echt over de inhoud van de master. Als ik het antwoord op een vraag niet weet geef ik ze een pen. Dan gaan ze vanzelf wel weg”, lacht hij. Of de beurs een succes is, weet hij nog niet. “Dat kan ik pas zeggen als we de nieuwe inschrijvingen hebben geëvalueerd.”

Wie wel al durft te spreken van een groot succes is de standhoudster van de Hawaï Pacific University. “Het loopt hier storm”, roept een oververhitte standmedewerkster. “Kan nu niks zeggen, moet mensen helpen!” Marieke Vink haalt haar schouders op als de drukke vrouw haar vragen negeert en eerst iemand anders helpt. “Moet je deze folder kijken”, roept ze naar haar vriendin Rebecca , die net als zij Fashion Management studeert aan de Hogeschool van Amsterdam. “Je kan gewoon een jaar naar Hawaï! Beetje studeren, lekker in de zon liggen, jongens versieren, dáár wil ik wel heen!”

Voorzichtig peilt haar vriendin of deze master wel mogelijk is met hun vooropleiding: “Ach joh”, wuift Marieke haar bezwaren weg. “Volgens mij kun je alles doen, als je maar bachelor bent.” Haar vriendin kijkt bedenkelijk. “Zullen we weer verder gaan? Ik wil nog wat vragen stellen over de omschakeling en hier kan dat niet”, mompelt ze terwijl ze knikt naar de vrouw die nog steeds met iemand anders in gesprek is. “Mij best”, antwoordt Marieke vrolijk. “Ik wil eigenlijk ook nog wel even naar de stand van Education Australia, vind je dat goed?”

Wijzer

Er wordt op de beurs goed ingespeeld op het stijgend aantal mensen dat een studie wil volgen in het buitenland. Marlous van Schie, vijfdejaars student communicatie en management aan de Hogeschool van Utrecht, stopt een paar informatiefolders over Australië in haar propvolle plastic tasje. “Ik wil misschien wel naar het buitenland, alleen weet ik niet goed hoe het zit met de studiefinanciering. Ik heb net wat vragen gesteld, maar daar werd ik niets wijzer van. Die vrouw ratelde gewoon een verhaaltje af en luisterde niet naar mijn vragen. Ze zei dat ik maar naar hun site moest gaan.”

Er zijn meer studenten die klagen over de karige informatievoorziening bij de stands. Hiljanne van der Meer, derdejaars student biomedische wetenschappen aan de UU, haalt de schouders op bij het horen van deze kritiek: “De meeste studenten komen hier met nul kennis en willen van alles weten over hun specifieke mogelijkheden en de omschakelingsprogramma’s. Soms moet ik dan iets op de computer opzoeken of ze doorverwijzen. Wij proberen ze zo goed als mogelijk te helpen, maar ze moeten niet vergeten dat het voor ons ook allemaal nieuw is.”

Ook Noor Blaauw, studieadviseur Cognitieve Kunstmatige Intelligentie, verwijst regelmatig mensen door, maar het merendeel kan ze goed helpen. Het verbaast haar niet dat er op de beurs meer studenten van het hbo dan van de universiteit rondlopen. “Studenten van het wetenschappelijk onderwijs weten allang wat hier verteld wordt, daarom heb ik deze beurs ook niet gepromoot bij mijn studenten. Voor hen organiseren we specifieke bijeenkomsten waar meer gedetailleerde zaken zoals de afstudeermogelijkheden worden behandeld.”

Als aan het eind van de beurs blijkt dat ruim de helft van de bezoekers hbo’er was, één derde universitair student en de rest werkend, is ook medeorganisator Jeroen Otter niet verrast. “Dat verwachtten we al. Onder wo’ers leeft de master nog niet zo erg omdat het nog een tijd duurt voor ze ermee te maken krijgen. Ook zijn zij minder geneigd om van universiteit te switchen, terwijl voor hbo’ers de boel openligt. Zij moeten sowieso ergens anders heen en zijn heel intensief bezig om alle mogelijkheden te onderzoeken. Voor hen was deze beurs perfect om informatie te winnen. Ik denk dat veel studenten nu een stuk wijzer zijn.”