Verbetering van zuurstofbalans maakt Schelde juist vuiler

Die paradoxale conclusie trekt de Utrechtse promovendus GertjanZwolsman uit een onderzoek naar het voorkomen van de zware metalencadmium, koper en zink in het water van de Westerschelde tussenAntwerpen en Vlissingen. Achtergrond voor de constatering vanZwolsman is het feit dat zware metalen in twee verschillende vormenin rivierwater kunnen voorkomen. In zuurstofloos water reageren zijmet het daarin voorkomende sulfide (HS-) tot metaalsulfides diebetrekkelijk ongevaarlijk zijn voor planten en dieren. Bijtoevoeging van zuurstof aan het water, zoals dat de laatste jarenin de Schelde is gebeurd, vallen deze metaalsulfides echter uiteendoordat zwavel een verbinding aangaat met zuurstof. De zwaremetalen komen daardoor in opgeloste vorm in het rivierwaterterecht. In die vorm zijn ze wel schadelijk voor het milieu.

Dat deze processen zich in de Westerschelde afspelen, blijkt uittal van meetgegevens, die laten zien dat het gehalte aan opgelostezware metalen in het water toeneemt naarmate het zuurstoflozerivierwater meer wordt gemengd met zuurstofrijk zeewater. Terwijlin de omgeving van Antwerpen nog nauwelijks zware metalen in hetwater worden aangetroffen, neemt de vervuiling in de buurt van deBelgisch-Nederlandse grens snel toe. Daarna wordt de situatie weerbeter, omdat het rivierwater door de grote hoeveelheid zeewatersteeds verder verdund wordt en omdat cadmium en zink in hetvoorjaar bovendien worden geabsorbeerd door plankton.

Op basis van het hierboven beschreven gedrag van zware metalenin rivierwater is door het Waterloopkundig Laboratorium in Delfteen model opgesteld dat het effect van beleidsmaatregelen op dewaterkwaliteit moet voorspellen. In het proefschrift Geochemistryof trace metals in the Scheldt estuary, waarop hij donderdag 10juni aan de faculteit Aardwetenschappen promoveert, constateertZwolsman dat dit model goed overeenkomt met meetgegevens uit deperiode 1980-1995. In die periode is er sprake is geweest van eenactief beleid van de Vlaamse overheid om de zuurstofhuishouding inde Schelde te verbeteren, terwijl tegelijkertijd ook de lozing vanzware metalen terugliep. Maar ondanks dat de gehaltes aan koper enzink in zwevend stof in de Schelde zijn gehalveerd, is devervuiling van het water met opgelost zink in die periode stabielgebleven, terwijl de kopervervuilingzelfs is toegenomen.

De grote nadruk in het Vlaamse milieubeleid op de verbeteringvan de zuurstofbalans in de Schelde heeft met betrekking tot zwaremetalen dus een averechts effect gehad, stelt de promovendus. "Hetprobleem is dat er in het beleid, maar ook nog vaak in dewetenschap, een te grote scheiding wordt aangebracht tussenenerzijds het tegengaan van vervuiling en anderzijds het verbeterenvan de ecologie. Uit mijn onderzoek blijkt dat je uit ecologischoogpunt wel kunt streven naar een betere zuurstofhuishouding, maardat dat nadelige effecten heeft als je niet tegelijkertijd ietsdoet aan de lozing van zware metalen en aan het opruimen vanverontreinigd bodemslib. Natuurlijk is herstel van dezuurstofbalans noodzakelijk, maar het is niet voldoende."

Als medewerker van het Rijksinstituut voor Zoetwaterbeheer enAfvalwaterbehandeling (RIZA) heeft Zwolsman goede hoop dat zijnonderzoek effect zal hebben op het beleid van de Nederlandse en deVlaamse overheid ten aanzien van de Schelde. Op andere Nederlandseen Belgische rivieren is zijn onderzoek niet van toepassing. "Ditonderzoek gaat uitsluitend over zuurstofloze rivieren, zoals deSchelde. Rivieren als de Maas en de Rijn zijn nooit volledigzuurstofloos geweest. En in bijvoorbeeld de Theems, waar ditprobleem vroeger wel heeft gespeeld, is de situatie nu gelukkig eenheel stuk verbeterd. Laten we hopen dat het met de Schelde ook sneldie kant op gaat."

EH