Verbod op onderzoek wapens

De noodzaak om de onlangs gepubliceerde Handleiding nu al aan tevullen is het gevolg van een eigenmachtige actie van het collegevan bestuur. Dat had de U-raad in oktober 1998 weliswaar toegezegddat in de nieuwe regeling een verbod op wapenonderzoek zou wordenopgenomen, maar was bij nader inzien minder gelukkig met deformulering. Zonder de U-raad verder te raadplegen werd gekozenvoor de wat opener formulering dat 'voor activiteiten in het kadervan de ontwikkeling van wapens vooraf toestemming van het collegevan bestuur is vereist'. Om onderzoekers duidelijk te maken dat hetniet om een sinecure ging, werd daaraan toegevoegd: 'Dezetoestemming is tot op heden nooit verleend.'

In feite is het lood om oud ijzer, betoogde rector-magnificusVoorma vorige week in de onderzoekscommissie van de U-raad. Wantook het college is gekant tegen wapenonderzoek. "Maar een algemeenverbod is gevaarlijk gezien de onduidelijkheid over wat nu precieseen wapen is." Volgens Voorma zou de formulering van de U-raad weleens het einde kunnen betekenen van het Utrechtse bacteriƫleonderzoek. "Dan kun je een deel van het bio-medisch clustersluiten." Maar dat staaltje demagogie vond de commissie eenstemmiggrote onzin.

Een bepaling die stelt dat onderzoekers geen toestemming krijgenvoor onderzoek naar de ontwikkeling van wapens biedt het collegevoldoende speelruimte om te beoordelen waar grenzen wordenoverschreden, maar geeft de buitenwereld tegelijk een helder enduidelijk signaal over het Utrechtse standpunt, aldus de voltalligecommissie die de rector en passant duidelijk maakte niet blij tezijn met de eigenmachtige actie van het college.

Na enig aarzelen ging Voorma akkoord met dedoor de U-raadgekozen formulering. Gevolg is dat alle bezitters van deHandleiding binnenkort een inlegvel in hun postvak kunnenverwachten met de nu officieel door de U-raad geautoriseerdetekst.

EH