Vincent Bijlo schrijft roman over blinde student in Utrecht

Vincent Bijlo schrijft roman over blinde student inUtrecht

In Nederland lijken humor en literatuur niet samen temogen gaan. Onbegrijpelijk, aldus cabaretier/schrijver VincentBijlo. Gelukkig staat zijn tweede roman 'Achttienhoog', over dejonge blinde student Otto, garant voor vertedering enlachsalvos.

Binnenkort opent hij het Ruppertgebouw, de nieuwe en verbeterdeversie van Trans I op De Uithof. Een gewaagde keuze van deorganisatie, want cabaretier Vincent Bijlo is niet direct degrootste fan van dit koude, nare en winderige gebied. "Als hetTrans II was geweest, was ik naar de bovenste verdieping gegaan, omiets of iemand naar beneden te gooien. Wt een omgeving. Gelukkiggebeurt er de laatste jaren steeds meer dat leven doet vermoeden.En ik vind het leuk om eens terug te komen, zonder dat ik zelfcolleges hoef te volgen. Daar droomde ik vroeger al van. De magievan het ouwehoeren voor een groep!"

'Achttienhoog', de nieuwe roman van Bijlo, is min of meer hetvervolg op zijn debuut 'Het instituut'. In dat eerste boek wordtkomisch en ontroerend verhaald van de belevenissen van Bijlos alterego Otto Iking op een blindeninstituut. In 'Achttienhoog' zet Ikingzijn eerste en direct ook laatste stappen in het studentenleven.Hij gaat Nederlands studeren, uit huis, beleeft zijn eerste echteliefde en komt erachter wat hij wil met zijn leven. En dat alleszonder iets te zien.

Dat alles valt voor de zeer beschermd opgevoede Otto niet mee.Altijd is zijn voedsel voor zijn neus gezet, de kamer dusdanigopgeruimd dat hij geen verrassingen tegenkwam en alle administratievoor hem geregeld. Nu moet hij ineens zelf zijn boodschappen doen.Op de tast gaat hij richting IBB-super, biddend dat de winkelierhet zelfgetypte briefje kan lezen:

Wil je vierenveertig bier? Nee, dan heb ik een vierteveel ingedrukt. En wat is een Miyd? Een Wat? Een miyd, m. i. y.d. Dat weet ik niet. Dat heb je anders zelf opgeschreven, een Miyd.O, dat is een Nuts. Waarom noem jij Nutsen Miyden? O, dan stondenmijn vingers een toets teveel naar rechts op detypemachine.

Dapper

In de grote studentenstad moet Otto maar hopen dat het groen isals hij de weg oversteekt. Er is niemand die op zijn spullen let enhet straatbeeld, met paaltjes, bouwputten en agressievehangjongeren, varieert per vierkante meter. Ook maakt hij kennismet ongeveer tienduizend nieuwe mensen, die hij alleen aan hun stemkan herkennen. Met de tentamens vlot het ook al niet zo en Ottobesluit na n lesmodule voor zichzelf te kiezen.

In het echt hield Bijlo zijn studie Nederlands drie jaar vol."Op de een of andere manier was ik wel altijd met iets andersbezig. Met boosheid, vooral. Onbewust dan, want ik had totaal geentijd om mijn woede te uiten. Ik was bezig met overleven. Wat datbetreft ging het precies als bij Otto. Iedereen liep maar te roepenhoe dapper ik was. Goed gemeend, maar zodra er iets moest gebeurendat afweek van het gebruikelijke, lukte dat niet." Met als gevolgdat Bijlo zijn gebrailleerde boeken en readers veel te laat ofnooit ontving, en hij tentamens plotseling mondeling moest doen("fluisterend, ten overstaan van driehonderd driftig schrijvendezienden") omdat er geen versie voor blinden was gemaakt.

Net als Otto wilde Bijlo een daad stellen met zijn besluit om testoppen. "Ik dacht jongens, bekijk het maar. Ik weet iets leukersdan mijn hele leven geleefd te worden door alles wat mislukt. Ikmoet zelf beslissen, zelf handelen. Alle verwachte ellende bleefuit."

Bijlo heeft inmiddels een reeks succesvolle theaterprogrammas opzijn naam staan en leeft al jaren van zijn werk. Van overdrevengereguleerd is zijn bestaan inmiddels losvast geworden. "Ik moetmijn leven zelf vaart geven. Dat is stimulerend en creatief, maarook wel eens gevaarlijk. Er liggen geen taken te wachten. Als ikniets doe, gebeurt er meteen geen reet. Op vaste tijden heb ik nognooit gewerkt. Het heeft geen zin om om half negen s ochtends tebeginnen als leuk zijn je brood is. Dan krijg je slappekutteksten."

Beeldend

Een andere regelmaat is er tegenwoordig wel: gedurende hettheaterseizoen treedt Bijlo zon vier keer per week op, daarbuitenschrijft hij cabaretteksten en boeken. Voelt hij zich schrijver ofcabaretier? "Ik hoop allebei te zijn, maar de activiteiten staanvolkomen haaks op elkaar. Als je een boek inlevert is het klaar.Een voorstelling is pas af na de laatste keer dat je hem hebtgespeeld. Dat is complexer: je weet niet hoe je verhaal gaatwerken, wat het ritme van die avond wordt, of het publiek meegaatin de spanningsboog. Ook al is je programma nog zo goed, als je hetn avond minder goed brengt, is het meteen helemaal klote. Daarommoet ik als cabaretier tijdens de voorstelling alles geven, nergensanders aan denken. Het is een ongelooflijk egostischebezigheid."

Hoewel de serieuze pers meestal niet veel opheeft met mensen vanbuiten het vak, die zich aan literatuur wagen, werd 'Het instituut'opvallend goed besproken. "Misschien omdat ik op een totaal anderewijze te werk ga dan in het theater. Op het toneel kun je degrootste onzin aannemelijk maken. Daar kun je het publiek aan dehand nemen. In een roman niet. Daarom vertel ik tamelijk lineaireverhalen, zonder lagen of flashbacks. Ik kies er niet bewust voorom wars te zijn van literair gedoe, een verhaal schept nu eenmaalzijn eigen onontkoombare vorm.

Utrecht was vol, en druk, nergens zijn zoveel bussen alsin Utrecht, en Utrecht was stil, en klein, nergens zijn zoveelsteegjes als in Utrecht.

Wie 'Achttienhoog' leest belandt in een niet-visuele wereld.Otto Iking is afhankelijk van zijn gehoor, reuk en tastzin. Bijlo:"Ik heb er bewust voor gekozen om het zicht totaal los te laten. Ikwilde het wereldbeeld van de blinde hoofdpersoon helemaaluitbuiten. Zelf weet ik op mijn 35ste veel van zien. Dat neem ikmee in mijn dagelijks leven, maar in boeken is het leukexperimenteren: kun je als blinde wel een roman schrijven? Lukt hetom de lezer vast te houden, terwijl je geen visuele beschrijvingengeeft?" Bijlo heeft de indruk van wel. Ook wanneer hij nietsvertelt over haarkleur, ogen, behang en het soort wolken dat er inde lucht hangt, wordt zijn werk ervaren als beeldend. "Ik geef geenconcrete voorstelling, maar maak wel hetzelfde mee als zienden.Bovendien ben ik op een bepaalde manier accurater, omdat ik me nietlaat afleiden door vooroordelen die je automatisch hebt, als je dewereld kan zien."

Het feit dat het ontbreken van visuele omschrijvingen geenprobleem is bij het lezen van zijn werk, bevestigt voor Bijlo datde wereld van blinden meer overeenkomst heeft met die van ziendendan men aanneemt. "Ik pleit er voor geen scheiding te maken. Daaromben ik voorzichtig met de neiging die blinden en gehandicapten somshebben om mij als een soort boegbeeld te zien. Ik wil niet in diehoek geduwd worden, en vind dat anderen dat ook niet moeten doen.Je moet beoordeeld worden op je individuele kwaliteiten, niet op jefysieke eigenschappen. Wie dat als blinde zelf al niet doet, enzijn wereldbeeld niet maximaal oprekt, zal nooit werkelijkeintegratie bereiken."

Vrouwkje Tuinman

Achttienhoog (Arbeiderspers) verschijnt op 20februari en wordt gepresenteerd in boekhandel Broese/Wristers op deStadhuisbrug. Aanvang 19.30 uur, entree 2,50 gulden, informatie:http://www.broesewristers.nl.Vanaf september toert Bijlo met de show Beurs van Bijlo.