Voetbal tegen het wetenschappelijke licht gehouden

Wetenschappers kunnen zich jarenlang bezighouden metheel belangwekkend onderzoek zonder dat iemand er ooit naar taalt.Maar wie zich gewapend met een goed idee een paar maanden opwetenschappelijke basis met voetbal bezighoudt, is verzekerd vaneeuwige roem. De makers van de Nederlandse voetbalkaart zijn nu alberoemd.

Dat merkten Niek Ludden en Roderik Ponds twee Utrechtsestudenten internationale economie die door hun docent Sjef van Hoofwerden gevraagd om samen met hem voor het verantwoorde voetbalbladJohan de eerste voetbalkaart van Nederland te ontwerpen. Na hetverschijnen van Johan doken allerlei andere media er bovenop entwee geboren Tukkers vonden hun namen -weliswaar verkeerd gespeld-prominent terug in de regionale Twentse krant Tubantia.

Overal zijn kaarten van, ontdekte Van Hoof, maar een goedevoetbalkaart bestond nog niet in Nederland. Nergens ter wereldtrouwens. Een kaart leek hem de manier om eeuwigdurende discussieste beslechten welke stad een voetbalstad is en welke niet.

De voetbalkaart kan inderdaad dienen om discussies tebeslechten, maar de criteria die aan de kaart ten grondslag liggenzullen ongetwijfeld nieuwe discussies oproepen. Van Hoof, Ponds enLudden besloten de Nederlandse gemeentes te laten scoren op deaanwezigheid van topamateurvoetbal op zondag en zaterdag, degeboorte van Nederlandse internationals en historische resultatenvan een eventuele eredivisieclub.

Zoals gebruikelijk moesten de studenten aan de slag om al diegegevens overal vandaan te vissen. De site van de KNVB bleek veelinformatie te leveren. De meeste problemen kostte het nog om uit tevinden uit welke gemeente amateurclubs eigenlijk kwamen. Degegevens werden met behulp van een zogenoemde multivariate analyseuitgezet tegen het inwonertal van de gemeente. "De Economistgebruikt die methode om landen te vergelijken. Dus die mogen we ookgebruiken om een voetbalkaart te onderbouwen", verklaarde deUtrechtse economisch geograaf Ton van Rietbergen in het bladJohan.

Ponds en Ludden besteedden er in mei en juni elk vrij uurtjeaan. Alleen de zaterdagmiddag hielden ze vrij om zelf te kunnenvoetballen in het vierde van de Utrechtse verenigingRivierenwijkers. De resultaten van dat elftal vervuilden hunonderzoek overigens niet, want alleen de eerste elftallen vanamateurverenigingen werden in de analyse meegenomen.

De analyse leidde tot een ranglijst van 504 gemeenten. En degemeente Edam/Volendam blijkt de voetbalgemeente van Nederland. Degemeente scoort hoog op alle variabelen. Volendam leverde een keuraan internationals zoals Gerrie en Arnold Muhren, en heeft een clubdie regelmatig eredivisie speelt en topamateurvoetbal binnen degemeentegrenzen heeft.

Maar elk lijstje gaat zijn eigen leven leiden en maaktnatuurlijk ook slachtoffers. De gemeente Diemen staat stijfonderaan. De plaatselijke amateurvereniging betaalt haar spelersniet en kan dus onmogelijk hoog spelen. En het is niet zo dat ergeen goede voetballers uit Diemen komen. Edgar Davids groeide zelfsop in deze fijne plaats, maar hij is buiten Nederland geboren entelde dus helemaal niet mee voor de ranglijst.

Ook in Borne, nog wel vlakbij hun geliefde Twentsegeboortegrond, kunnen Ponds en Ludden hun gezicht voorlopig beterniet laten zien. Borne eindigde op de een na laatste plaats. Devoorzitter van de plaatselijke voetbalvereniging deed in deregionale pers al zijn beklag. Hij vond het pijnlijk dat Borne eenslechte naam krijgt terwijl de vrijwilligers van die vereniging'hun stinkende best doen'. Bovendien hadden de onderzoekers volgenshem ook naar de jeugd moeten kijken.

Ponds en Ludden konden hun oren nauwelijks geloven. "Dat moeteen uit de hand gelopen grap zijn", dachten wij. "Er ligt geenjarenlang gedegen onderzoek aan ten grondslag. En het is alhelemaal geen kwestie van goed of slecht. Maar iedere gemeente wilop voetbalgebied toch graag goed tevoorschijn komen." De tweestudenten kregen wel een uitnodiging van Tubantia om in een artikeleen ranglijstje te maken van alle Twentse gemeenten en daarbij huncommentaar te geven.

Wie de voetbalkaart wil bestuderen, kan kijken op deInternetsite: http://www.geografie.nl/voetbalkaart/index.php.

Jurgen Swart


Delft en Johan Cruyff

De voetbalkaart van Van Hoof, Pons en Ludden nodigt natuurlijkuit tot het maken van allerlei eigen lijstjes. Zo blijkt Eindhovende best voetballende universiteitsstad van Nederland. Utrecht moethet doen met een vierde plaats op deze ranglijst.

1. Eindhoven

2. Maastricht

3. Enschede

4. Utrecht

5. Amsterdam

6. Rotterdam

7. Groningen

8. Tilburg

9. Nijmegen

10. Wageningen

11. Delft

12. Leiden

Middelgrote steden met een eredivisieclub scoren hoog. Eindhovenis de grote winnaar en dat is vooral te danken aan deeredivisieprestaties van PSV en -alweer een tijdje geleden- FCEindhoven. Er zijn ook andere verklaringen denkbaar. De TechnischeUniversiteiten scoren hoog. Cruyff heeft dus gelijk = techniek isbelangrijker dan fysiek. Utrecht eindigt boven Amsterdam en dattelt hier. Amsterdam staat op de vijfde plaats omdat negentienprocent van alle internationals in de hoofdstad is geboren. Je kuntje dus toch het Nederlands elftal inkletsen. Rotterdam valt tegenals voetbalstad en Tilburg blijkt de geboorteplaats van zestieninternationals, vrijwel allemaal eendagsvliegen. Nijmegen kan zichbeter bekwamen in de wetenschap. Leiden is te deftig voor voetbal.En Delft toont het ongelijk van Johan Cruyff. Techniek alleen isniet goed genoeg.