Voorstel imamopleiding afgewezen
In het Rotterdams-Utrechtse voorstel, dat dit voorjaar bij het ministerie werd ingediend, was sprake van een opleiding tot islamitisch geestelijke (imam) en/of tot geestelijk verzorger. Weliswaar heeft ook de Vrije Universiteit een dergelijke opleiding, maar Rotterdam en Utrecht zeiden te mikken op een breder opgezette en volledig academische imamopleiding.
Een van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de subsidie van 400.000 euro was een grote islamitische achterban. Volgens de initiatiefnemers werd hun voorstel ondersteund door een groot aantal islamitische koepelorganisaties, maar getuige het oordeel dat de IUR te weinig draagvlak onder moslims heeft, denkt het ministerie daar kennelijk anders over.
Met de afwijzing gaat de minister in tegen een advies van de onafhankelijke commissie Van der Duyn Schouten. Die oordeelde eerder positief over het initiatief van de UU en de IUR en adviseerde het ministerie om de beoogde subsidie toe te wijzen. Tegelijk met het Utrechts-Rotterdamse initiatief werden ook drie andere voorstellen door minister Verdonk afgewezen. Alleen een voorstel van Hogeschool Inholland werd aangehouden.
Decaan Otten van de Utrechtse subfaculteit Godgeleerdheid zegt teleurgesteld te zijn over de beslissing van minister Verdonk. Zij is vooral verbaasd over het feit dat het onafhankelijke advies zo gemakkelijk terzijde is geschoven, maar zal zich niet tegen de beslissing verzetten.
Positief is in de visie van Otten de goede verstandhouding die de afgelopen maanden tussen haar subfaculteit en de Rotterdamse universiteit is gegroeid. “We zijn vast van plan om de inmiddels opgebouwde contacten met de IUR aan te houden en uit te breiden. Het is onze wens om in Utrecht niet alleen een ontmoetingsplaats te zijn voor verschillende confessies binnen het christendom, maar ook voor verschillende religies.”
EH