'Vroeger was ik echt party party'
Synchroonzwemmen, dat is toch op je kop in het water hangen met een wasknijper op je neus? De ogen van Christel de Kock (21) spuwen vuur als de eeuwige vooroordelen naar voren komen. De studente Theaterwetenschap maakt deel uit van het Nederlands synchroonzwemteam dat deze week meedoet aan het EK in Eindhoven. "De meeste mensen hebben geen idee wat de sport inhoudt."
Reemt Borcherts
Midden in de Zeister bossen ligt het zwembad van de voetbalbond KNVB. Deze idyllische locatie wordt iedere dinsdagavond bevolkt door het Nederlands synchroonzwemteam. Christel de Kock kan door een oorontsteking niet meedoen, maar is wel moreel verplicht om bij de training aanwezig te zijn. Terwijl de synchroonzwemsters zich aan de ene kant van het bad met topsport bezighouden, krijgen aan de andere kant kinderen van een jaar of acht zwemles.
Topport en breedtesport in één bad. Het geeft aan dat de synchroonzwemsport in Nederland nog niet helemaal serieus wordt genomen. Het idee dat het Nederlands voetbalelftal een veld zou delen met beginnende pupillen uit, pakweg, Bunnik, is onvoorstelbaar. "Doordat die kinderen hier zwemmen, kunnen wij pas later trainen met muziek aan", vertelt Christel. Toch lijken de topsporters en de basisscholieren zich niet aan elkaar te storen. De harde stem van bondscoach Leonie Cornielje overstemt de kindergeluiden. Met handen en voeten benadrukt ze haar aanwijzingen. "Ik zie zo veel verschil, dat stoort me! Je moet op de goede tel omhoog, dan bam-bam en dan een tel wachten." De zwemsters zijn overduidelijk aan de aanwijzingen gewend, maar voor een leek is het abacadabra.
Korte spieren
De dames oefenen verschillende nummers. De sport bestaat uit drie onderdelen; de korte kür, de lange kür en de combo. Bij een korte kür heb je vaste elementen, elk team doet dezelfde onderdelen. Een lange kür is spectaculairder, vaak wordt een zwemster tijdens het nummer uit het water omhooggeduwd. Elk team mag een eigen invulling geven aan dit onderdeel. De combo is nog vrijer, er kan een solo inzitten, of een duet en er mogen tien in plaats van acht zwemsters meedoen. Bij wedstrijden geeft de jury net als bij turnen een cijfer voor elk onderdeel.
"Het is een sport waarbij je veel moet uitleggen", vindt ook Christel. "Het is niet zo relaxt en makkelijk als veel mensen denken. Ga jij maar eens onder water je adem inhouden en daarna, als je boven komt, breeduit lachen! Er komt veel meer bij kijken." Ze begint te stralen als ze over haar sport vertelt. "Het is een mix van coördinatie, conditie, techniek, ritme, lenigheid en kracht. Je korte spieren zijn belangrijk, voor bijvoorbeeld de explosiviteit waarmee je omhoog moet komen vanuit het water, maar ook je lange spieren moet goed getraind zijn, voor de spagaat en de split."
Pusherig
Haar passie voor de zwemsport kreeg Christel met de paplepel ingegoten. "Mijn moeder komt uit een echte zwemfamilie en deed aan wedstrijdzwemmen. Mijn vader was waterpoloër. Ik geloof dat ze samen nog zwemles hebben gegeven. Mijn beide broers hebben ook waterpolo gespeeld. Eén heeft zelfs het Nederlands elftal gehaald. Je kunt dus wel stellen dat het zwemmen in de genen zit.
"Toen ik een jaar of zes was, mocht ik, zoals bijna alle andere kinderen, op een sport. Mijn ouders waren niet pusherig, ik mocht alles doen wat ik wilde, maar we gingen eerst even in het zwembad kijken", lacht Christel. Zo belandde dus ook deze De Kock-telg bij de zwemvereniging in haar toenmalige woonplaats, Amersfoort. "Ik had voor wedstrijdzwemmen gekozen, maar ik vond het vreselijk. Elke keer die baantjes op en neer. Toch vond ik het wel leuk om iets in het water te doen."
Toen ze bij synchroonzwemmen ging kijken vielen de puzzelstukjes op hun plaats. "De combinatie van muziek en bewegen vond ik heel interessant. Ik hoorde van mijn moeder dat ik zei: 'Dit wil ik, want hier hebben ze geen wedstrijden'. Dat is dus behoorlijk anders uitgepakt."
Scoliose
Christel was talentvol een haar trainster in Amersfoort besefte dat het mogelijk was, met intensieve trainingen, de Nederlandse top te behalen. Een chronische blessure onderbrak echter haar plannen. "Ik was een jaar of dertien toen mijn vader ineens opmerkte dat ik scheef liep. Ik belandde in een ziekenhuis in Nijmegen, waar uit foto's bleek dat mijn rug in een s-vorm stond. Ik had scoliose, een afwijking aan mijn ruggengraat. Mijn rug had een bocht van 60 graden. Vanaf 40 graden is een operatie nodig..."
De arts kwam met een alternatief. "Ik wilde alles aangrijpen om niet onder het mes te hoeven. Het gevolg was wel dat ik twee maanden vanaf mijn keel tot mijn bekken in het gips zat en daarna een korset moest dragen."
Na een half jaar bleek het een vruchteloze onderneming te zijn. "Het gips en het korset werkten voor geen flikker, alles was weer ingezakt. We hebben de boel toen maar bij het grof vuil gezet." Een gesprek met de osteopaat, een alternatief genezer, leidde tot een opmerkelijke conclusie. 'Als jij geen pijn hebt en je komt hier zo binnen huppelen, wie ben ik dan om jou te opereren', zei die arts tegen mij. Ik ben dus niet geopereerd en ik heb nu nergens last van."
Kwijlen
Inmiddels komt Christel uit voor de vereniging ZPCH in Hoofddorp. "De trainingen zijn daar op een hoger niveau dan in Amersfoort. Ik maak nu ook meer kans op een plek in het bondsteam." De studente heeft al verschillende keren met haar nieuwe club op het podium gestaan tijdens de Nederlandse kampioenschappen en nu staat het EK voor de deur.
Het Nederlands team kijkt niet naar de medailleplekken. "Teams als Rusland en Griekenland zijn onbereikbaar voor ons. Ik was laatst, tijdens mijn eigen training, aan het kijken bij het Griekse team. Mijn trainster zag dat en zei toen: 'Niet kwijlen hè, Christel'." De Nederlandse ploeg redeneert daarom andersom, aldus Christel. "Wie moeten we sowieso verslaan? Landen als Tsjechië, Polen en België kunnen we absoluut achter ons laten", klinkt het resoluut.
Christel komt overigens alleen in actie op de 'combo', voor de andere onderdelen is ze niet geselecteerd. "Ik had het wel verwacht, de trainster had in gesprekken al aangegeven dat ik op korte stukken prima mee kan, maar dat het conditioneel nog beter moet."
Voor de toekomst hoopt de studente Theaterwetenschap op een vaste plek in het bondsteam. Ook een deelname aan een WK staat hoog op haar verlanglijstje. "Maar als Europees team is het ontzettend lastig om je te plaatsen. Bijna alle goede landen zitten in Europa, en er is voor elk werelddeel maar een beperkt aantal plekken beschikbaar."
Camera's
Door haar drukbezette schema heeft Christel ook niet veel tijd om van het studentenleven te genieten. "Aan feesten en uitgaan kom ik momenteel niet veel toe. Die periode van 'seks, drugs en rock 'n roll' heb ik anderhalf jaar geleden afgesloten toen ik bij ZPCH ging zwemmen. Vroeger was ik echt party party, maar tegenwoordig heb ik bijvoorbeeld op zaterdag meer zin om thuis te relaxen, bij te komen. Het is een bewuste keuze geweest. Toch ben ik blij dat ik wel een 'feesttijd' heb gehad. In het bondsteam zitten meiden die al van kleins af aan bezig zijn met topsport. Die hebben altijd dat strakke ritme gehad en hebben nooit van het uitgaan kunnen genieten."
Een snel rekensommetje leert dat Christel nu ongeveer twintig uur per week in het bad ligt. Tel je daar de individuele trainingsuren op de kant en de reistijden bij op, dan haalt ze ongeveer een 32-urige 'werkweek'. "En dan heb ik ook nog mijn studie en mijn baantje bij een bank. Eerlijk gezegd houd ik het ook niet altijd vol. Op zo'n moment vraag ik me wel eens af of topsport nog wel leuk is. Maar 'effe niet' bestaat niet. Je moet door. Als ik dan aan het EK denk, zijn die twijfels al weer snel vergeten. Dat grote bad, die camera's, live op televisie, ..."