Vrouwen werken minder vaak op academisch niveau
Met die informatie reageert het college op een verzoek van de Universiteitsraad om informatie over de arbeidsmarktpositie van vrouwen. Uit de bespreking van het Arbojaarplan in mei van dit jaar was namelijk naar voren gekomen dat relatief veel vrouwen niet voor een baan op academisch niveau zouden kiezen, maar exacte cijfers ontbraken.
Op basis van de arbeidsmarktmonitor 2007 meldt het college nu dat 62 procent van alle Utrechtse voltijds afgestudeerden toen een werkkring had op academisch niveau. Liefst 92 procent van de Utrechtse diergeneeskundestudenten komt in een academische functie terecht tegen maar 35 procent van de studenten geesteswetenschappen, zo blijkt uit de cijfers.
Afgestudeerde mannen (66%) hebben zowel universiteitsbreed als in de meeste faculteiten iets vaker een academische functie dan afgestudeerde vrouwen (59%). Afgestudeerde mannelijke veterinairen vinden zelfs allemaal werk op academisch niveau tegen 89% van hun vrouwelijke studiegenoten. In de faculteiten Bèta- en Geowetenschappen liggen de verhoudingen echter omgekeerd. Daar vinden juist relatief meer vrouwen dan mannen zo’n baan. In de faculteit Recht, Bestuur en Organisatie (73%van de alumni werkt op academisch niveau) is van verschil vrijwel geen sprake.
Dat de balans UU-breed toch doorslaat naar de mannen, komt volgens het college omdat vrouwen relatief vaak kiezen voor opleidingen waar het aantal alumni werkzaam op academisch niveau laag is. Door de sterke toename van het aantal vrouwen in alfa- en gammaopleidingen is het aandeel vrouwelijke alumni in academische functies sinds 2002 zelfs licht gedaald.
EH