Waarom slangen een gespleten tong hebben

Vijf jaar geleden gaf bioloog Kurt Schwenk in het blad Scienceantwoord op de tot dan toe onbeantwoorde vraag hoe het komt datslangen een gespleten tong hebben. Bekend was dat slangen met huntong geursignalen van een potentiƫle prooi van de grondoppikken en die naar een reukorgaan in het verhemeltetransporteren. Schwenk toonde nu aan dat dat mechanisme alleenwerkt als de geur op twee plaatsen tegelijk wordt verzameld.Slangen ruiken als het ware in stereo en kunnen daarom nietoverleven zonder gespleten tong, aldus de uitleg van Schwenk.

Met zijn verklaring voor de gevorkte slangentong zadelde deonderzoeker de filosofie op met een levensgroot probleem. Inmeerderheid vinden filosofen namelijk dat een verklaring causaalmoet zijn en dus moet uitleggen hoe een verschijnsel is ontstaan,en dat deed Schwenk niet. Sommigen filosofen wezen zijn functioneleverklaring (als een slang geen gespleten tong had, zouden slangenhun prooi niet vinden) dan ook van de hand omdat die volgens henniets toevoegt aan de constatering dat slangen hun tong gebruikenom prooien te volgen. Anderen stelden dat de Duitse bioloogeigenlijk in het kort uitlegde hoe de gespleten tong in de loop vande evolutie was ontstaan en dat hij dus wel degelijk een causaleverklaring gaf.

In zijn proefschrift Explanation without a cause noemt Woutersbeide standpunten onjuist. Schwenk gaat niet in op deevolutiegeschiedenis, maar toch snijdt zijn verklaring hout. Defilosofen in kwestie zien namelijk over het hoofd dat de redeneringdat slangen zonder gespleten tong een veel minder groteoverlevingskans hebben, iets zegt over het verband tussen de manierwaarop de tong gebouwd is en de manier waarop de tong gebruiktwordt: de tong kan alleen gebruikt worden om prooien te volgen alsdeze gevorkt is.

Een dergelijke functionele verklaring laat weliswaar niet zienhoe een verschijnsel is ontstaan, maar geeft wel inzicht in demanier waarop de verschillende onderdelen en gedragingen van eenorganisme van elkaar afhankelijk zijn. Volgens Wouters, die op 3november op zijn onderzoek promoveert, is het onzin om te bewerendat dit soort verklaringen, die inbiologische kringen zeer gangbaarzijn, minder kracht zouden hebben dan de causale verklaringenwaarop veel filosofen zo dol zijn.

Erik Hardeman