'Wat we missen is een CKI-dorpspomp'



Een laag rendement, een onsamenhangend vakkenpakket,en geen eigen gezicht. De kritiek van de visitatiecommissie op deUtrechtse studierichting Cognitieve Kunstmatige Intelligentie looger niet om en bezorgde CKI vorig jaar zelfs een 'gele kaart'. Dezeweek vieren de CKI-ers hun tienjarig bestaan. Maar wie op de vierdeverdieping van het Bestuursgebouw een bedrukte stemming verwacht,vergist zich.

Honderden lege bierflesjes, een wankel bankstel dat zo te zienal veel moois heeft meegemaakt, en muziek die tot ver op de gang iste horen. Hoe saai het verder ook in het Bestuursgebouw mag zijn,op kamer 4.86 kan het stevig swingen. Studenten wijsbegeerte en CKIdelen er broederlijk de ruimte, maar uit alles blijkt dat niet deingetogen wijsgeren, maar de meer uitbundige 'computernerds'achterin de gang de sfeer bepalen. En op die sfeer valt weinig aante merken, vindt vierdejaars Meike Grol.

"Ik heb het hier vooral in mijn eerste jaar goed naar mijn zingehad. Met zo'n driehonderd studenten is CKI een kleine,overzichtelijke studierichting. En doordat we allemaal op dezelfdeverdieping zitten, kom je elkaar, zeker in het begin van de studie,regelmatig tegen en leer je elkaar snel kennen. Ik voel me hier welop mijn plek."

De studierichting Cognitieve Kunstmatige Intelligentie werd tienjaar geleden door de faculteiten Letteren, Sociale Wetenschappen,Wiskunde/Informatica en Wijsbegeerte in het leven geroepen om tevoorzien in de behoefte aan wat toen 'kennisingenieurs' werdengenoemd. Om de introductie van 'robots' en andere expertsystemen tebegeleiden vroeg het bedrijfsleven om afgestudeerden die naastkennis van informatica ook inzicht hadden in de manier waarop demenselijke kennis 'werkt'. Resultaat was een interfacultairestudierichting met een combinatie van de vakken kennisleer,psychologie, taalkunde, logica en informatica. De eerste driedisciplines moeten een antwoord geven op de vraag hoe mensen metkennis omgaan. De logica zorgt voor een exacte formulering van hetgevondene, die met behulp van de informatica in computerprogramma'swordt vertaald.

Cohesie

Voor studenten met interesse in meer dan alleen informaticavormt de brede aanpak in Utrecht een duidelijke pré,zegttweedejaars Chris van der Blonk. "Ik wilde eerst naarAmsterdam, maar daar bleek de nadruk heel sterk op wiskunde eninformatica te liggen. Dat vond ik wat te beperkt. Ik wil weliswaarhet bedrijfsleven in, maar niet zo exclusief naar de computerkant.Voor mij was Utrecht door zijn combinatie van hardebèta-onderdelen met vakken als psychologie en kenleer hetperfecte alternatief."

Vierdejaars Debbie Bijtjes kwam via een andere route totdezelfde conclusie. "Ik was vooral geïnteresseerd in mensen enin de psychologische vragen die in de kunstmatige intelligentie eenrol spelen. Wat is bewustzijn en hoe werkt dat precies? Je kunt dannatuurlijk psychologie gaan studeren, maar dat vond ik te soft. CKIis wat exacter, wat formeler. Dat spreekt mij aan, terwijl er tochgenoeg herkenbaars in zit om het ook een beetje op jezelf te kunnentoepassen."

De drie studenten zijn tevreden over hun studiekeuze. Zij noemende studie-inhoud gevarieerd en zijn in grote lijnen positief overde inzet van het docentencorps. Zat de visitatiecommissie er metzijn stelling dat de studenten een eigen identiteit van CKI missenen dat de cohesie in het programma ontbreekt, dan helemaal naast?Dat blijkt toch niet het geval te zijn. Met name de vesnipperdheidvan CKI over vier faculteiten is voor veel studenten een probleem,erkent Meike.

"De studie is zo opgezet dat het onderwijs wordt gegeven doordocenten die hun hoofdtaak hebben in een van de vier faculteiten.Wij krijgen dus geen les van echte CKI-docenten, maar vanpsychologie- of taalkundedocenten met interesse in CKI. Dat is tochwel een groot probleem, want daardoor is er weinig overleg tussende docenten onderling. Zij weten vaak niet wat hun collega's uitandere faculteiten doen.

"Bovendien volgen we de doctoraalvakken in één van devier faculteiten samen met studenten uit die faculteit. Gevolg isdat het contact met studiegenoten die niet actief zijn binnen destudievereniging, na de propedeuse snel minder wordt. Ik doe zelfeen psychologische specialisatie. Daardoor heb ik nog maar weinigcontact met jaargenoten die meer de taalkunde- ofinformatica-richting zijn opgegaan. Voor mijn gevoel studeer ik nuook eigenlijk geen CKI meer, maar iets als Psychologie enInformatica."

Debbie: "Daar komt bij dat er door die positie tussen vierfaculteiten ook geen echt herkenbaar CKI-onderzoek is. Dat isvooral lastig als je als student een afstudeeronderwerp wiltkiezen. De docenten willen veel voor ons doen, daar gaat het nietom. Maar omdat ze allemaal in hun eigen faculteit zitten, missen zehet overzicht, en zijn ze minder aanspreekbaar als het gaat omvragen buiten hun eigen vakgebied. Je moet hier als ouderejaarsheel veel zelf uitzoeken en regelen."

Dat dat de meeste studenten uiteindelijk wel lukt, blijkt uithet feit dat alle afgestudeerden tot nu toe een promotieplaats ofeen baan in de IThebben gevonden. Maar CKI-coördinator MarcBezem, docent logica in de faculteit Wijsbegeerte, geeft toe dathet rendement van CKI niet best is en dat nog te veel studentenvoortijdig afhaken. Deels komt dat omdat de afvallers meerinformatica hadden verwacht dan CKI kan bieden. Voor die studentenis dit studiejaar binnen Informatica de nieuwe studierichtingTechnische Kunstmatige Intelligentie van start gegaan. Maar deelswordt de uitval volgens Bezem zeker ook veroorzaakt door het feitdat studenten bij het versnipperde CKI niet goed weten waar ze aantoe zijn.

Kerndocenten

"Eigenlijk worstelen we al tien jaar met onze tussenpositie,waardoor CKI door de docenten nooit echt als hun hoofdtaak isbeschouwd. Dat betekent inderdaad dat de studenten geenintellectueel 'home' hebben. Ze hebben wel hun eigen vereniging,maar wat we missen is zoiets als een CKI-dorpspomp, waar staf enstudenten elkaar ontmoeten. Door die versnipperdheid is er ook geenherkenbaar CKI-onderzoek. Ik merk dat zelf. Als logicus doe ikonderzoek dat deels op het gebied van CKI ligt, en datzelfde geldtvoor mijn collega's bij Taalkunde, Informatica en Psychologie. Maarwe presenteren het niet als zodanig, zodat het voor studenten lijktalsof er geen CKI-onderzoek wordt gedaan."

Tot nu toe bleven alle pogingen om wat aan de verbrokkeldheid tedoen zonder resultaat. Maar Bezem heeft goede hoop dat het tij gaatkeren, nu de studierichting onder de nieuwe wet MUB eenopleidingsbestuur heeft gekregen met veel grotere bevoegdheden dande Gemeenschappelijke Commissie die tot nu toe over de opleidingging. "Het nieuwe bestuur is voortvarend van start gegaan en heeftinmiddels plannen ontwikkeld om in alle vier faculteiten twee ofdrie kerndocenten aan te wijzen die een zware onderwijstaak binnenCKI zullen krijgen. Ook zijn er plannen om het onderzoek van diedocenten meer zichtbaar te maken, bijvoorbeeld door het op te nemenin een apart onderzoeksplan. Als dat lukt, heb ik goede hoop datCKI eindelijk het eigen gezicht zal krijgen dat het tien jaar heeftmoeten missen."

Het succes staat of valt wat Bezem betreft met de bereidheid vande decanen van de deelnemende faculteiten om CKI, met name infinancieel opzicht, de nodige ruimte te geven. En paradoxaal genoegziet hij de onlangs door de Inspectie voor het Hoger Onderwijsuitgereikte gele kaart daarbij als een welkome steun in de rug."Het klinkt misschien vreemd, maar die kaart heeft ons primageholpen. De faculteit Wijsbegeerte had als penvoerder voor CKI aleerder aangedrongen op maatregelen, maar had tot dusver weiniggehoor gekregen. Na die gele kaart bleken zowel het college vanbestuur als de andere drie faculteiten opeens heel erg gemotiveerdom wat aan onze problemen te doen. Zo'n kaart is kennelijk eenprima middel om het college van bestuur en de betrokken faculteitente attenderen op destructurele problemen van multidisciplinaireopleidingen zoals bij voorbeeld ook Milieukunde, Algemene SocialeWetenschappen en Natuurwetenschappen en Bedrijf & Bestuur dieondervinden. Als we er in Utrecht in slagen om die problemen op telossen zie ik de toekomst voor CKI zonnig in."

Erik Hardeman