Wat is zinloos werk?



Wat kan uiterlijk toch bedrieglijk zijn. Al voor de pauze roerteen in driedelig pak gestoken man zich. Of het wel zo erg is dateen werknemer zich aan moet passen aan een bedrijfscultuur, vraagthij zich hardop af. Dat gebeurt in het dagelijks leven tochook?

Na de pauze blijkt Richard Korver een van de genodigde'ervaringsdeskundigen' die plaats nemen op het podium om tediscussiëren over het thema 'carrière anno 2000'. Hetdebat, dat voor de pauze, ondanks de scherpe column van PatrickVlug, een beetje bleef smeulen, barst daarna al snel in vollehevigheid los.

"Tachtig tot honderd uur", antwoordt Korver op de vraag hoeveeluur hij gemiddeld in de week werkt. Hoon in de zaal. Wat eendikdoenerij. Dit moet wel zo'n archetypische workaholic zijn diealleen maar uit is op persoonlijk en financieel gewin en aan derest van de samenleving geen

boodschap heeft.

Het vooroordeel blijkt niet op zijn plaats. Korvers droom is eenwit huis met oranje dakpannen waarin advocaten, acteurs,haptotherapeuten en zelfs humanisten samen mensen kunnen helpen.Zeker, hij houdt van diners in goede restaurants en gaat graag eenweekendje naar een luxe hotel om te ontspannen, maar zijnvoornaamste drijfveer is anderen helpen, zegt hij. Met ongeloofwordt er in de zaal gereageerd op dit altruïsme.

Aan de andere kant van het podium, en aan de andere kant van hetmorele spectrum, zit Monique van Heijningen. Jarenlang deed zevrijwilligerswerk met vluchtelingen. Sinds kort heeft ze eenMelkertbaan in diezelfde hoek. Een schoolvoorbeeld vanaltruïsme zou je zeggen, maar dat blijkt lelijk tegen tevallen.

"In Nederland hoef je niet te werken om te leven", voegt zeKorver toe. Waar ze dan van leeft? "Het is iedereen toch bekend datje gewoon een uitkering kunt aanvragen?" schampert ze. Dat datalleen ten koste van anderen kan interesseert haar niet. "Ik wilalleen werk doen dat zinvol

is, waar ik voor de volle honderd procent achter kan staan."

Ook nu mort de zaal een beetje. Wat is dan zinloos werk? VanHeijningen weet het zo snel niet. Is werk niet per definitiezinvol, wordt er gevraagd, al is het maar om waardering te krijgen,jezelf te ontplooien of iets om handen te hebben?

Zo eenvoudig is het echter ook weer niet, want niet iedereenblijkt waardering in zijn of haar omgeving te zoeken, over demogelijkheden tot persoonlijke groei binnen het bedrijfslevenbestaat ook onenigheid, en achter de geraniums zitten kan, volgenssommigen, ook zinvol zijn.

Toch zijn deze tegenstellingen slechts oppervlakkig. Geen van deaanwezigen zag carrière als een doel op zich. Daardoor ging dediscussie niet echt over de hedendaagse mallemolen waarincarrièremakers met ecu-tekentjes in hun ogen steeds snellerronddraaien om er, op hun

vijfendertigste, met een burn out-syndroom uit te slingeren. Hetwas meer een vrolijke gedachtenwisseling tussen gelijkgestemden daneen diepgravend debat over de hedendaagse arbeidscultuur.

Een poging werd nog gewaagd vanuit de feministische hoek. Inhoeverre worden werkende vrouwen een soort semi-mannen, was devraag. Ofwel, in hoeverre worden mensen eigenlijk gedwongen in eenpatroon dat hen niet eigen is. Een gsm aan het oor en een pc onderde vingers met daartussenin een brein dat zo efficiëntmogelijk zijn creativiteit probleemoplossend aanwendt volgens de ineen onderwijsfabriek aangeleerde methode. Maar de dames op hetpodium voelden zich niet aangesproken. Einde discussie. En waaromzouden ze zich ook druk maken over zulke theoretische kwesties alshet al dan niet bestaan van keurslijven? Het is lente en hetvolgende debat gaat dus, toepasselijk, over de liefde.

Raymond van de Wiel