'We kregen soms de raarste vakken'

"Ik ben in 1986 Algemene Letteren gaan studeren. Ik was al vanjongsaf geïnteresseerd in kunst en theater en op een gegevenmoment hoorde ik dat ze in Utrecht iets nieuws hadden verzonnen.Die aanpak van een brede studierichting met veel keuzevrijheidsprak me wel aan. Bovendien wilde ik per se weg uit Leiden en duswas Utrecht een logische keuze. Het was pas het tweede jaar in hetbestaan van Algemene Letteren en daardoor heerste er een enormgevoel van saamhorigheid in de groep.

"In het eerste jaar begon je met 'snuffelcolleges' en daar zatenecht de meest vreemde vakken tussen. Het raarste wat ik me herinnerwas een college orale woordkunst van Saskia Kersenboom. Het gingover de verteltraditie in verschillende culturen en een onderdeelvan dat college was dat we een Indiaas verhaal moesten spreken endansen. Ja hallo, zeiden we tegen elkaar, met dit soort dingen kaniedereen een studieprogramma van zes jaar vullen. Maar achterafwaren dat toch heel leuke ervaringen.

"Ik ben pas in mijn tweede jaar lid geworden van Unitas. Nietuit angst dat ik het eerste jaar niet zou halen, maar omdat ik dietraditionele verenigingen eerst niet zo zag zitten. Ik had na hetVWO een jaar de Vrije Hogeschool in Driebergen gedaan en daarheerste in die tijd een nogal alternatief sfeertje. Ik dacht dat ikhet zonder vereniging wel zou redden, maar daar ben ik snel vanterug gekomen. In mijn tweede jaar ben ik lid van Unitas geworden.Waarom Unitas? Dat was een echte vereniging. Ik had in mijn eerstejaar toneel gespeeld bij Veritas, maar dat vond ik niks, die clubhing als los zand aan elkaar. Ik wilde bij een vereniging waar deleden ook echt een band met elkaar hadden. Ik ben nog steeds blijdat ik die stap toen heb gezet. Zonder lid te zijn van eenvereniging mis je als student toch iets heel belangrijks.

Financieel heb ik nooit veel problemen gehad. Ik weet nietprecies meer hoeveel beurs we kregen, maar volgens mij had ik ervoor het normale levensonderhoud genoeg aan. Ik had de onwijzemazzel dat ik al in de eerste week een betaalbare kamer hebgevonden op de Domstraat, naast CATCH. Ik heb natuurlijk welgewerkt, maar alleen voor de extra dingen, zoals uitgaan in de RozeWolk en in Astaire op de Voorstraat. Alles bij elkaar heb ik eenperfecte studententijd gehad, die ik zo weer over zou doen. Enhoewel ik alleen als student in Utrecht heb gewoond, is het tocheen beetje mijn stad geworden. Vorig weekend was ik voor het eerstsinds lange tijd weer even terug. Goh, wat gaf me dat een mooinostagisch gevoel."

Erik Hardeman