Wereldreizigster met een filosofische inslag: Selma Sevenhuijsen

Wereldreizigster met een filosofische inslag: SelmaSevenhuijsen

Ze had het probleem bij haar moeder gezien. Deze dochter van eentimmerman, de knappe kop in de familie, wilde razend graagdoorleren. Ze zorgde er zelf voor dat ze naar de hbs kon en deeddaarna de kweekschool. Maar toen ze trouwde en kinderen kreeg,heeft ze met haar opleiding nooit meer iets kunnen doen: "Ik zaghaar verscheurdheid, omdat ze haar ambities niet waar heeft kunnenmaken. Dat heeft me gesterkt in mijn streven mijn eigen brood tewillen verdienen."

Bij de generatie van haar moeder was het nog óf-óf: ofje kreeg kinderen en stopte met werken, of je maakte carrièremaar bleef ongetrouwd en kinderloos. Sevenhuijsen heeft het welkunnen combineren. Toen begin jaren zeventig hun twee zoons werdengeboren, hadden beide partners een deeltijdbaan: "Ik zat in debevoorrechte positie dat er altijd naast mij een zorgende vaderwas. Dat was in die tijd nog helemaal niet zo gewoon, een manachter de kinderwagen. Mijn echtgenoot werd dan ook stomverbaasdaangekeken als hij met een baby bij de zuigelingenzorg zat."

Totdat haar twee zoons de middelbare schoolleeftijd bereikten,werkte de politicologe in deeltijd. Dat is volgens haar nog steedseen probleem op de universiteit. "Er is weliswaar veel ten goedeveranderd. Toen ik pas werkte, eind jaren zeventig, werd je raaraangekeken als je vroeg of de vergadering wat later kon beginnenomdat je de kinderen naar school moest brengen. Dat is normalergeworden. Maar voltijd werken is nog steeds de norm, vooral als jezoals ik hoogleraar bent."

Ook andere zaken van het universitaire arbeidsklimaat ontkomenniet aan haar kritiek: "Sinds de decentralisatie door de MUB (dewet Mondernisering Universitair Bestuur) is de besluitvorming voorveelmensen ondoorzichtig geworden. Ik zie om me heen dat mensendaardoor gedesillusioneerd raken, dat ze afhaken. Ook is de cultuurharder geworden, hiërarchischer. Zo zijn de publicatie-eisenverscherpt, soms met terugwerkende kracht, zonder dat er rekeningmee is gehouden of je dat allemaal kunt doen in een mensenleven.Daar hebben veel vrouwen geen zin in, die gaan ergens anders naartoe. Op deze manier gaan de cijfers van het aantal vrouwen dat aande universiteit werkt er alleen maar verder op achteruit."

Tijdens haar loopbaan heeft de wetenschapster vele vrouwenbegeleid in hun onderzoeken en publicaties, een belangrijk aspectvan haar vak, vindt ze: "Mensen helpen die aan het begin staan vanhun wetenschappelijke ontwikkeling is heel relevant werk. Daarmeekunnen we elkaar ook ondersteunen."

De lijst van academici die zij als promotor begeleidde is nietalleen lang, zij toont ook een zeer uiteenlopend aantalwetenschappelijke disciplines, van sociologie en rechten totpoliticologie, geschiedenis en ethiek. Sevenhuijsen is altijd eengroot voorstander geweest van een multi- en interdisciplinaireaanpak: "Al toen ik aan mijn proefschrift werkte, merkte ik dat ikook terecht kwam bij juristen, sociologen en psychologen. Veelonderwerpen komen in verschillende disciplines terug; als je datweet te combineren heb je veel gewonnen. Bovendien kan eenvastgelopen discussie tussen vakgenoten ook weer op gang komen alser eens iemand met een heel andere blik naar kijkt."

En waar komt haar voorliefde voor de studie van de ethiek danvandaan? "Mijn ethische neiging heb ik van thuis meegekregen. Mijnvader, een onderwijzer die later sociologie heeft gestudeerd en aande sociale academie werkte, had een beschouwende inslag. Mijnouders waren actief in de PvdA en de NVSH, dus ook mijn politiekebetrokkenheid komt daar vandaan."

Haar gevoel voor rechtvaardigheid uitte zich in het feminisme.Een woord dat tot haar spijt tegenwoordig bijna niemand meer in demond durft te nemen: "Toen ik ging studeren was het begrip albeladen, dat is de laatste jaren weer teruggekomen. Terwijl tocheen hoop van de zaken waarover nu wordt gediscussieerd - hetzorgverlof, een kortere werkweek - issues zijn die 25 jaar geledendoor de vrouwenbeweging zijn aangekaart. Bovendien heeft defeministische theorie blijvend voor een aantal veranderingengezorgd in de wetenschapsbeoefening."

Ook de jonge generatie wil liever niet met het feminisme wordengeassocieerd, heeft de politicologe ervaren. De studentenaantallenvan vrouwenstudies zijn de afgelopen jaren gedaald. Dit is een vande redenen waarom haar leeropdracht is veranderd, zodat zij minderpuur gericht is op vrouwenstudies.

"De meeste studenten hebben het gevoel dat het allemaal nietmeer zonodig is, de vrouwenbeweging. En er is natuurlijk veel tengoede veranderd. Toch gaan de veranderingen erg traag. Daaroverwanhopen, zal ik niet hoor, zo ben ik niet. Er is veel positiefs temelden. Zo nemen Nederlandse mannen naar verhouding het meesteouderschapsverlof op in vergelijking met de omliggende landen. Dankun je natuurlijk gaan zitten somberen dat ze die vrije tijd alleengebruiken om het huis op te knappen, maar ik zie het tochoptimistischer."

Wel mist ze soms de concrete actiepunten uit de begintijd van detweede feministische golf: "Veel onderzoek bij vrouwenstudies is delaatste jaren behoorlijk abstract geworden. Als ik dan bijvoorbeeldin China ben of in Zuid-Afrika en zie hoe ontzettend groot daar depolitieke urgentie is van maatschappelijke veranderingen, dan gaatmijn hart sneller kloppen."

Verre landen bezoeken, is dan ook een van de dingen die zij meerwil gaan doen in de toekomst. Hoewel zij nog geen concrete plannenheeft voor de tijd na haar pensionering, zal zij geen moment laterstoppen met werken dan nodig is: "Die discussie over doorgaan totje zeventigste vind ik maar niets. Ik wil liever eerder ophouden.Ik heb een leven lang keihard gewerkt, ik vind het dan mooigeweest. Ik wil nog een paar goede boeken schrijven. Dat dat tochweer werk is? Tja, ik vrees dat ik meer arbeidsethos in mijn lijfheb dan ik zou willen."


`Zorgverlenen is niet alleen stofzuigen'

"Leuk hoor, voor de tweede keer oreren. Het hoeft eigenlijk nietper se, maar het is toch een goede manier om je onderwerp onder deaandacht te brengen. En spannend is het natuurlijk ook." Prof.dr.Selma Sevenhuijsen hield precies tien jaar geleden ook zo'nredevoering bij het accepteren van de leerstoel Vrouwenstudies.Toen al ging haar aandacht uit naar de positie van zorg in desamenleving: "Ik heb eerst het oude stuk erbij gepakt. Toen ik datweer las, dacht ik, dat zou ik zo weer kunnen gebruiken. Toch is erveel veranderd. Ik ben zelf nog sterker gaan beseffen hoebelangrijk het onderwerp is."

De plaats van zorg in de samenleving is de afgelopen jarenuitgegroeid tot een belangrijk maatschappelijk vraagstuk. DeCommissie Dagindeling, de Meerjarennota Emancipatiebeleid, de wetop het ouderschapsverlof, het zijn allemaal politieke aspecten vande discussie over de combinatie van zorg en arbeid. Het isbelangrijk daarbij te kijken naar de manier waarop zorggedefenieerd wordt, vindt Sevenhuijsen. Daarover gaat haar oratie`De plaats van zorg'.

Smeermiddel

"Te lang is zorg alleen gezien als huishoudelijk werk. Terwijlzorg ook betekent: aandacht hebben voor elkaar. Zorgverlenen gaatom intermenselijke verhoudingen, het is niet alleen stofzuigen. Wijhebben het allemaal nodig om een goed leven kunnen te leiden", legtde hoogleraar uit. Langzaam begint dit besef volgens haar te dagen:"Zorg is geen noodzakelijk kwaad meer dat afhankelijk maakt, maarkrijgt meer erkenning als smeermiddel van de samenleving."

De veranderende maatschappij maakt ook dat de zorg zichverplaatst naar meer openbare gebieden. De politicologe heeft hetdan niet alleen over ziekenhuizen en verzorgingshuizen: "Ook op hetwerk zou meer de nadruk moeten liggen op de zorg voor elkaar. Hoegaan mensen met elkaar om, is er aandacht voor elkaar en hoe isdeze aandacht geïnstitutionaliseerd? Daar moet veel meerruimte voor komen."

Zij waarschuwt voor een te eenzijdige opvatting van zorg:"Sommige aspecten ervan zijn nu eenmaal moeilijk in tijdseenhedenuit te drukken. Dat is ook de grote klacht in de thuiszorg, waar nuprecies omschreven is hoe lang iedere handeling mag duren. Daardoorkomen de mensen niet meer toe aan een praatje, de intermenselijkecommunicatie. Terwijl dat een belangrijk aspect is van dezorg."

Meedenken

Doordat steeds meer zorg plaatsvindt op het openbare toneel,wordt de rol van de politiek hierin steeds belangrijker. In dediscussie hierover kan de zorgethiek zijn steentje bijdragen, zobetoogt de wetenschapster: "Het is belangrijk dat de politiek eenbreder opvatting van zorg accepteert. Ook moeten waarden zoalsaandachtigheid, verantwoordelijkheid en vertrouwen een plaatskrijgen in het politiek handelen. Anderzijds moeten we ook niet teveel van de politiek verwachten, niet alles kun jeinstitutionaliseren."

Zo is een deel van zorg, bijvoorbeeld in relaties, zeerpersoonlijk: dat is privé en daar heeft de politiek niets meete maken. Anderzijds vindt Sevenhuijsen dat je mensen alleen totbetaald werk kunt verplichten, als hier een garantie tegenoverstaatvan goede zorg. Op dit gebied moet nieuw sociaal beleid ontwikkeldworden, en daarbij kan de zorgethiek meedenken.

Volgens Sevenhuijsen is er de afgelopen decennia al veel tengoede veranderd als het gaat om de erkenning van het belang vanzorg. Ook haar nieuwe leerstoel is wat haar betreft een bewijshiervan: "De nieuwe leeropdracht is in overleg met mij opgesteld.Van de specifieke invalshoek van vrouwenstudies is de opdrachtalgemener geworden. Ik kan vanuit een veel bredere hoek onderzoekdoen. Dat ik nu, na hetenigszins marginale vrouwenstudies, naar eenvrij centrale leerstoel bij Sociale Wetenschappen ga, ervaar ik alseen succes en een erkenning van mijn werk en dat van anderen op ditgebied."


Curriculum Vitae

Ze was een van de acht vrouwelijke studenten politicologie onder180 mannelijke collega's, toen ze in 1966 begon met haar studie aande Universiteit van Amsterdam. Selma Louise Sevenhuijsen (51), kinduit een Haarlems vrijzinnig-protestants gezin met linksesympathieën, liet zich daardoor niet uit het veld slaan. In1987 promoveerde zij in de sociale wetenschappen. Haar dissertatieging over politieke debatten over ongehuwd moederschap, afstammingen huwelijk in het Nederland van eind negentiende eeuw.

Haar voorliefde voor geschiedenis heeft zij gaandeweg minderkunnen uiten. Sinds zij in 1989 hoogleraar vrouwenstudies werd aande Utrechtse universiteit, is de nadruk in haar werk steeds meer tekomen liggen op ethische vraagstukken op het gebied van zorg. Defeministische ethiek diende haar daarbij als inspiratiebron. Inhaar oratie op 16 mei 1990 over `De moraal van het feminisme'pleitte zij ervoor die moraal te vernieuwen door hetgelijksheidsbegrip verder te differentiëren, en door in morelediscussies meer aandacht te besteden aan sekseverschillen.

Sindsdien concentreert zij zich op de filosofische en praktischeontwikkeling van de zorgethiek, en onderzoekt zij in hoeverre dediscussie daarover nog wordt bepaald door typischeman-vrouwbeelden. In een tijd waarin de combinatie van arbeid enzorg hoog op de politieke agenda staat, wordt Sevenhuijsen daaroverveelvuldig geraadpleegd, niet alleen door de politiek maar ook doorinstellingen in de zorgsector en de laatste tijd het bedrijfsleven.Ook haar gasthoogleraarschap aan de Britse universiteit van Leedsen haar werkzaamheden voor de University of the Western Cape inZuid-Afrika hebben te maken met de zorg-ethiek.

Het feminisme draagt de hoogleraar een warm hart toe. Zij zatvanaf het begin in 1978 tot 1989 bij de redactie van deSocialistisch-Feministiese Teksten, een jaarlijks verschijnendebundel met artikelen op het terrein van wetenschap en politiek overdiscussies binnen de vrouwenbeweging. Soc-Fem bestaat niet meer, ennu is Sevenhuijsen van hoogleraar vrouwenstudies, hoogleraar in desociale wetenschappen geworden. De feministische invalshoek zal zeechter niet uit het oog verliezen, aldus de wetenschapster: "Hetgenderperspectief zal ik nooit loslaten. Dat kijken naarman-vrouwverschillen zit er bij mij echt ingebakken."

Femke van Zeijl