'Wetenschapper moet gebruik proefdieren verantwoorden'

"Ik stel voor dat elke wetenschapper die promoveert op eenonderzoek waarbij veel proefdieren gebruikt zijn, in zijnproefschrift uitlegt waarom hij dieren gebruikt heeft en waarom datniet anders kon. Onderzoekers staan vaak niet stil bij mogelijkealternatieven. Ze doen weinig moeite om minder dieren te gebruiken.Als ze zich moeten verantwoorden, zal hun houding hopelijkveranderen."

Het is maar n van de voorstellen waarmee prof.dr. CoenraadHendriksen het aantal in Utrecht gebruikte proefdieren hoopt terugte dringen. Hoewel dat aantal de laatste vijftien jaar gestaagdaalt, is er volgens Hendriksen geen reden tot juichen. Veelonderzoekers weigeren bijvoorbeeld nog steeds dieren pijnstillerste geven. "Dat zou ongewenste invloed hebben op hun experiment,zeggen ze. Maar als een dier pijn lijdt, geldt toch hetzelfde?"

De nieuwe hoogleraar wil niet simpelweg het aantal dieren inproeven verminderen, hij wil vooral dat wetenschappers beter stilstaan bij waar ze mee bezig zijn en zich voortdurend afvragen ofhet niet anders kan. "Iedereen die met proefdieren te maken heeft,van onderzoekers tot politici, zou zich bewust moeten zijn van hetfeit dat hij verantwoordelijk is voor het lot van de dieren. Allelanden van de Europese Unie hebben bijvoorbeeld hetzelfdewetsartikel ondertekend dat moet leiden tot minder gebruik vanproefdieren. In sommige landen, zoals Nederland, wordt vervolgenshet maken van antistoffen voor vaccins (dat het leven kost van veelmuizen) verboden, terwijl het in andere landen gewoon mag. Eenander voorbeeld is dat binnen Nederland voor het onderwijs de eneschool of universiteit veel meer proefdieren gebruikt dan deandere. Dat moet niet hoeven. Politici kunnen daar iets aandoen."

Hendriksen wil ook het publiek beter voorlichten. "De publiekeopinie heeft er voor gezorgd dat het gebruik van dieren voor deontwikkeling van cosmetica in Nederland is verboden. Dat lijkt heelmooi, maar het aantal dieren dat daarvoor gebruikt werd, was maareen heel klein deel van het totaal."

Hendriksen wijt dit gebrek aan succes aan de suggestievevoorlichting door bijvoorbeeld de stichting Proefdiervrij."Dierbeschermende organisaties gaan te ver. Ze schetsen bewust eenverkeerd beeld van waar proefdieren voor gebruikt worden en hoeveellast die van proeven ondervinden. Ze scoren weliswaar metkonijntjes die pijn lijden voor onze shampoo, maar daarmee zorgenze er vooral voor dat ze donateurs houden en die tevreden stellen.Omdat ze geen subsidie krijgen, begrijp ik dat wel. Maar gevolgdaarvan is wel dat het probleem van proefdieren niet in zijn volleomvang de aandacht krijgt die het verdient."

Rinze Benedictus