'Wij zijn echt geen bèta-nerds'

Junior College Utrecht lijkt veelbelovend

In september vorig jaar ging Junior College Utrecht van start met deze 25 vwo'ers.De leerlingen komen van diverse middelbare scholen uit Midden-Nederland. Zij volgen hun bètavakken uit hun examenprofiel aan de Universiteit Utrecht waar ze naast de 'gewone' middelbare school-stof extra les krijgen ter verdieping en verbreding. Doel van deze samenwerking is om scholieren warm te laten lopen voor een exacte studie. Of dat werkt, moet nog blijken, maar de belangstelling voor een dergelijke formule groeit. Daarom beginnen volgend jaar twee keer zo veel 5-vwo'ers aan JCU als de huidige klas 'tweedejaars' wordt.

Ze zijn plezierig

Ferdi Engels van de faculteit Farmacie neemt de klas van Geretta Hogendoorn om negen uur mee naar het laboratorium. Daar laat hij zien hoe onderzoek wordt verricht naar medicijnen tegen astma. "Achter deze witte muur zitten echte proefdieren", vertelt hij. "Maar in verband met het overbrengen van infecties mogen wij daar niet naar toe." Met behulp van een grote knuffelmuis in een glazen box lukt het hem ook zijn verhaal te vertellen. De leerlingen staan in een grote kring rond de leraar en zijn muis. Ze zijn stil en luisteren aandachtig.

Daarna gaat de groep mee met een andere docent van Farmacie. Ed Moret neemt de vwo'ers met een knobbel voor de bètawetenschap mee naar het chemisch organisch lab waar allerlei interessante flessen met vloeistof staan. "Jullie mogen echt nergens tegen aan leunen en vooral niets omstoten", waarschuwt Moret. "Als er iets gebeurt, moet het hele gebouw worden ontruimd." De leerlingen worden er een beetje zenuwachtig van. "Het was beter geweest als hij helemaal niets had gezegd," verzucht er één.

Moret geeft graag les aan de leerlingen van het Junior College. "Ze zijn heel interactief en dat is plezierig voor een docent", zegt hij. "Als ik op de universiteit een vraag stel, wil het wel eens gebeuren dat ik gewoon geen antwoord krijg. Bij deze leerlingen is dat bijna nooit het geval. Ze denken met je mee." De begeleider van het farmacieproject daagt de leerlingen uit om deze middag zelf een geneesmiddel te verzinnen tegen de ziekte van Parkinson. Als het goed is, hebben ze thuis een cd-rom doorgenomen als voorbereiding op dit practicum.

Pizza

Na de rondleidingen verkassen de leerlingen per bus of fiets naar het Junior College dat is gehuisvest in het Newton-gebouw op het campusterrein van University College. Daar krijgen ze een toets over de cd-rom. Karateka Geretta heeft niet zo veel tijd gehad om de thuiswerkinstructie door te nemen. De zogenoemde pKa-waarden van de stoffen beginnen haar een beetje te duizelen. Gelukkig is scheikundeleraar Henk van Hummelen in de buurt om haar het één en ander uit te leggen.

Van Hummelen geeft normaliter les op middelbare school De Breul in Zeist en reist wekelijks met zijn leerlingen mee naar Utrecht. "Toen De Breul werd benaderd door Junior College, was ik meteen enthousiast", zegt hij. "Ik vond het vooral interessant dat er onderzoekspractica in het vwo-programma werden ingebouwd." Ook hij is erg te spreken over de werkhouding van de juniorstudenten. "Ze willen graag weten hoe het zit en stellen veel vragen." Geduldig legt hij aan Geretta en Sietske uit hoe ze een grafiek moeten tekenen waarin wordt weergegeven hoe snel dopamine oplost in de maag.

De leerlingen vinden de toets moeilijk maar zitten ijverig te werken. Gelukkig is het om kwart over twaalf pauze. "Normaal gesproken lunchen we altijd in de Dining Hall van het University College", zegt, Karel Roozen (17). "Maar die is al dicht." De leerlingen eten hun boterhammen nu gewoon in de 'huiskamer' van het Newton op. Karel kan het goed vinden met zijn klasgenoten. "Voordat ik hier naar toe ging, was ik bang dat ik tussen allemaal bèta-nerds terecht zou komen," vertelt hij. "Maar gelukkig is dat helemaal niet zo! We zijn een hele hechte groep. Zo hebben we samen Sinterklaas gevierd en een aantal keer samen gebowld. We hebben ook een keer pizza gegeten bij Sanne Tromp thuis."

Tromp is directeur van Junior College. Vanaf het eerste moment is hij door initiatiefnemer Hans van Himbergen, decaan van het University College, bij het JCU betrokken. Tromp: "De huidige groep is echt een pioniersgroep. In het begin hebben we zeker nog dingen moeten aanpassen, want niet alles ging in één keer goed." Tromp doelt hiermee onder meer op het studietempo dat in het begin iets te hoog lag. Dat is inmiddels aangepast. "De groep heeft het allemaal goed doorstaan en deze leerlingen hebben een speciaal plekje verworven in mijn hart."

"Maar ook in de nieuwe groepen zitten vast leuke leerlingen", denkt Tromp. Hij heeft er al veel gezien op de open dag. De aanmeldingsperiode is net afgelopen en de selectieprocedure is inmiddels gestart. In het nieuwe schooljaar zullen uiteindelijk vijftig leerlingen worden toegelaten waarvan twee klassen worden gemaakt. Elke deelnemende school - dat zijn er komend jaar 26 - mocht maximaal vier leerlingen opgeven voor het Junior College waarna er een selectie plaatsvindt. Tromp: "We kijken natuurlijk of de leerlingen wel voldoende gemotiveerd zijn en of ze goed zijn in hun bèta-vakken. Maar ook in de andere vakken moeten ze sterk zijn; het komt namelijk voor dat een leerling een ander vak mist doordat ze op Junior College zitten."

Zelfstudie

Met de deelnemende scholen is afgesproken dat de leerlingen de alfa- en gammavakken zoveel mogelijk kunnen doen op de dagen dat zij niet hier in Utrecht zitten. Toch kan het wel eens voorkomen dat een school zo'n alfavak bijvoorbeeld op een JCU-dag inroostert. De middelbare school verwacht dan dat de leerling dat vak dan door middel van zelfstudie bijhoudt.

Het overkwam Geretta. Zij heeft het eerste half jaar geen Latijn kunnen volgen, omdat het Goois Lyceum in Bussum dit vak op dinsdag en woensdag inroosterde, precies de JCU-dagen. "Ik ben één of twee keer bij de docent langsgekomen en heb de rest zelfstandig gedaan", zegt ze. "Daar was wel wat discipline voor nodig, maar op zich ging dat best goed." Volgens coördinator Eelkje de Jong van het Bussumse lyceum probeert de school dit soort dingen in principe te voorkomen. "Maar het is voor ons onmogelijk om het hele rooster van de bovenbouw van het vwo aan één leerling aan te passen. Als het echt niet anders kan, bedenken we een oplossing die volgens ons net zo goed is. Geretta kan bepaalde vakken volgen in andere klassen of ze kan na de les nog even extra met een docent afspreken."

Ook Kasper ter Horst (15) heeft een aantal vakken zelfstandig moeten doen. "Ik mis een paar uur Nederlands, KCV, gym en Latijn," vertelt hij. "Op zich lukt dat wel zelfstandig, maar mijn cijfers zijn er iets door omlaag gegaan. Dat is vervelend, omdat ik graag geneeskunde wil studeren en daarvoor zo hoog mogelijke cijfers moet hebben." Inmiddels zijn de leerlingen bezig met het computerprogramma waarmee ze een stof proberen te verzinnen die als medicijn zou kunnen dienen tegen Parkinson. Kasper werkt samen met Rosmarie de Wit (17). Zij is wel tevreden over het aanpassingsvermogen van haar middelbare school,'t Atrium in Amersfoort. "Het is heel makkelijk om dingen te verschuiven." Ondertussen klikt ze druk met de muis het computerprogramma door.

Sanne Tromp is er helemaal gerust op dat de leerlingen hun eindexamen straks met prachtige cijfers afronden. "Het is gebruikelijk dat de cijfers iets omlaag gaan in de vijfde klas. Deze leerlingen hebben op zo'n hoog niveau les gehad, dat ze bij het centraal examen straks met gemak hoge cijfers kunnen halen. Dit zijn de toekomstige topstudenten."