Wonen rondom Utrecht

'Geen junks of vervelende corpsballen'

Saskia Adriaens
Dat er een groot kamertekort is in Utrecht, is bekend. Het is niet voor iedereen weggelegd om in een studentenhuis in het centrum van Utrecht te wonen dichtbij alle terrasjes en winkels. Uit pure noodzaak, maar soms ook omdat ze liever in een rustig dorp wonen, wijken studenten uit naar gemeenten rondom Utrecht. En daar kan het ook heel gezellig zijn...........

BUNNIK

'Wij hebben gewoon een heel gezellig huis'

Grootste nadeel: Grotere drempel om uit te gaan in Utrecht

Een lange donkere weg langs weilanden en boerderijen leidt naar het dorp Bunnik. In het centrum heerst een stilte die nergens zo in Utrecht te vinden is, maar de geluiden uit de woonkamer van het het drukke studentenhuis aan de Smalleweg klinken zeer vertrouwd. Aan deze verlaten straat wonen negen studenten in een oude boerderij.

Igor Dzambo (24) en zesdejaars wiskunde woont al vijf jaar in Bunnik en het bevalt hem uitstekend. “Ik kon hier gelijk terecht nadat ik had gehospiteerd en ik was te lui om verder te zoeken naar een kamer in Utrecht.” Igor is vooral in Bunnik blijven wonen, omdat het met zijn huisgenoten zo gezellig is. “De meesten komen hier terecht omdat de woningnood in Utrecht hoog is, maar uiteindelijk blijft iedereen hangen, omdat we het hier zo leuk hebben.”

De 23-jarige David van Altveer - tweedejaars rechten - heeft ooit zelfs de voorkeur gegeven aan dit studentenhuis boven een kamer in Utrecht. “Ik kon een kleine kamer in onderhuur krijgen in het centrum van Utrecht of deze kamer in Bunnik voor vast. Toen heb ik voor de boerderij gekozen, omdat ik het hier meteen zo leuk vond; bovendien betaal ik hier veel minder huur.” David snapt niet dat bijna niemand in Bunnik wil wonen. “Terwijl er zo’n woningnood in Utrecht is.”

Niemand oogt rouwig om niet midden in het bruisende studentenleven van Utrecht te zitten. “Ik hoef niet zo nodig naar de kroeg om een leuke avond te hebben. Wij maken er in de woonkamer altijd een feestje van - net zo gezellig en bovendien beter voor de centen”, zegt eerstejaars sociologie Theo Nelissen (23).

Als de studenten uit Bunnik toch in Utrecht uit gaan, pakken ze de eerste trein terug, die om drie uur 's nachts gaat en er nog geen vijf minuten over doet.

“Bunnik is echt niet zo ver van Utrecht zoals zo veel mensen in eerste instantie denken. We zitten zelfs erg dicht bij De Uithof en daar moeten we toch vooral naartoe”, verdedigt Igor de vooroordelen waar hij soms mee te maken heeft. “Het is maar 20 minuten fietsen.” Maar dat ligt voor de vrouwen in het huis toch iets anders, vooral nu het weer vroeger donker wordt en voor de beruchte Utrechtse serieverkrachter wordt gevreesd. Dus ’s avonds prefereren de vrouwen het openbaar vervoer of ze blijven bij iemand in de stad slapen.

Theo vindt het grootste voordeel van Bunnik de ruimte. “Ik kom uit Limburg en daar heb je ook alle ruimte. Het is hier ook echt een mooie omgeving.” Er ontstaat een discussie over wat de voordelen van wonen in Bunnik zijn. “Het stinkt hier niet zoals in de stad. Er worden hier geen fietsen gejat. Geen last van vervelende corpsballen. Je wordt niet lastiggevallen door junks”. De opsomming gaat zo nog even door. “Als ik het niet zo naar mijn zin had gehad, dan was ik al lang weggeweest. Het is echt niet zo nadelig als men denkt”, sluit huisoudste Igor de discussie af.

ZEIST

'Ik ben een echt dorpsmens'

Grootste voordeel: Winkels om de hoek

Grootste nadeel: Mensen komen niet zo snel langs

De 24-jarige Wilco de Jong (vierdejaars biologie) ziet zichzelf als een echt dorpsmens en zou daarom niet anders willen dan wonen in het ‘grote’ dorp Zeist. “Ik kom zelf uit een kleine plaats en ik heb gemerkt dat dat echt bij me past.” Wilco heeft in eerste instantie wel naar een kamer in Utrecht gezocht, maar na vier keer hospiteren kwam hij in zijn huidige kamer terecht en ondertussen woont hij hier nu tien maanden. “Ik vind Utrecht wel leuk, maar ik vind het prettig dat ik na de drukte in de stad terug kan naar het rustige Zeist.”

Fenna Buikstra (25) denkt daar anders over. Zij woont nu al drie jaar in Zeist, maar zou op den duur toch graag een kamer in de stad willen hebben. “Ik heb eerst wel in Utrecht in onderhuur gezeten, maar daarna kon ik niks meer vinden in de stad.” Via hospiteren kwam de vierdejaars diergeneeskundestudente in Zeist terecht. “Het maakte me toen niet uit dat het niet in Utrecht was, want ik was al lang blij dat ik wat had gevonden.” Toen Fenna eenmaal in Zeist woonde, nam ze niet meer de moeite om te zoeken naar een kamer in Utrecht. “Eigenlijk bevalt het me hier wel prima. Ik heb een grote kamer en de winkels zijn om de hoek.”

“Ik heb niet het gevoel dat ik wat mis, omdat ik niet in Utrecht woon”, voegt Wilco daar aan toe. Hij heeft zijn sociale leven gewoon in Utrecht en vindt het niet erg om daar een half uurtje voor te moeten fietsen. “Ik vind het wel echt jammer dat mensen niet zo snel naar mij toe komen. Dat vinden ze gelijk een hele onderneming, terwijl dat best mee valt.”

Ook Fenna vindt dat heel jammer, maar zij heeft voor een deel haar leven opgebouwd in Zeist. “Ik werk in een bar en daar heb ik ook mensen leren kennen die in Zeist wonen.” Als Fenna in Utrecht uitgaat, pakt ze de nachtbus, die rijdt tot drie uur ’s nachts. Of ze blijft bij iemand slapen. “Ik vind Utrecht heel leuk en ik hoop eigenlijk wel binnenkort mijn eigen woning daar te vinden.”

DE BILT

'Mensen overdrijven als ze zeggen dat De Bilt ver is'

Grootste voordeel: Goedkoop wonen

Grootste nadeel: Mensen komen niet zo snel langs

De 19-jarige Marius Noordam (derdejaars rechten) woont sinds een jaar in De Bilt. Via één van zijn huidige huisgenoten kwam hij in dit huis terecht. Eerst woonde hij in het centrum van Utrecht. “Dat was bij een hospita en dat vond ik helemaal niks. Ik heb het hier veel meer naar mijn zin, want het is een heel gezellig studentenhuis.”

Marius is heel close met zijn huisgenoten Klaas de Vries (21) -vierdejaars culturele antropologie - en de 19-jarige Diederick Ducjvesc (tweedejaar geneeskunde). Ze zijn het er alledrie over eens dat ze het goed hebben getroffen. “We betalen heel weinig geld voor best grote kamers”, zegt Marius. Iedereen in huis betaalt rond de 200 euro. Klaas heeft bijvoorbeeld voor 180 euro een kamer van zo'n 18 vierkante meter.

Een ander voordeel vinden de mannelijke studenten dat ze zo dicht bij De Uithof wonen. Volgens hen is het nog geen vijf minuten fietsen en naar het centrum ‘maar’ twintig minuten. “Mensen denken al snel dat De Bilt heel ver en afgelegen is, maar dat is helemaal niet zo”, zegt Diederick. Hun vrouwelijke huisgenoten zorgen echter altijd dat ze samen met iemand fietsen of in Utrecht blijven slapen. “Maar ik zie eigenlijk nooit vreemde personen of groepen onderweg,” merkt Marius op.

Diederick woont nu negen maanden in De Bilt. Hij is net als de anderen hier via via terecht gekomen. “Ik vind het grootste voordeel dat ik vlakbij het ziekenhuis woon, omdat ik daar veel moet zijn.” Want naast zijn studie vindt ook zijn sociale leven plaats in het UMC, omdat hij lid is van de studievereniging van geneeskunde. Diederick zegt eigenlijk bijna nooit in de stad te komen. “Ik vind het leuk dat iedereen veel thuis is, dus ik hoef niet zo nodig naar Utrecht.”

Klaas is al lang blij dat hij nu in De Bilt woont. “Ik heb eerst twee jaar in Amersfoort gewoond en toen moest ik altijd met de laatste trein om half één naar huis. Nu kan ik tenminste gewoon met de fiets overal naartoe.” Wat hij wel nog steeds vervelend vindt, is dat zijn vrienden bijna nooit bij hem langskomen, omdat die het wel te ver vinden. “Maar, als ze dan één keer zijn geweest, vinden ze het wel meevallen”, zegt Marius. Toch geeft hij toe dat hij meestal degene is die naar Utrecht gaat als hij met zijn vrienden heeft afgesproken.

BAARN

'Wij willen hier na ons afstuderen blijven wonen'

Grootste voordeel: Goedkoop wonen

Grootste nadeel: Lange reistijden

In de rijkste buurt van Baarn, aan een brede laan in de bossen, liggen twee grote oude villa’s die bewoond worden door studenten. In één van deze Pipi Langkoushuizen wonen de 20-jarige Joost van Bruggen (tweedejaars natuurkunde) en de 22-jarige Suzan Schilder (vijfdejaars humanistiek). Al drie jaar, voordat ze hier gingen wonen, waren ze op zoek naar een studentenhuis waar ze konden samenwonen. Via een advertentie kwamen ze aan dit huis, maar daarvoor moesten ze eerst nog twee jaar ingeschreven staan bij de woningbouwvereniging.

“In eerste instantie keken we alleen naar woonruimte in Utrecht, maar dat lukte niet. Achteraf vind ik dat niet erg”, zegt Joost. Suzan sluit zich daarbij aan: “Het bevalt ons echt zo goed hier dat we wel in Baarn willen blijven wonen als we afgestudeerd zijn.” Het stel woont nu twee jaar in ‘hun villa’. De rustige omgeving en mooie natuur spreken beide erg aan.

Voor 220 euro hebben ze samen een kamer van ongeveer dertig vierkante meter. De zithoek maakt het een 'echte' woonkamern. In de hoek staat een tweepersoonsbed. Ook staan er twee bureaus tegenover elkaar, zodat ze allebei kunnen studeren. Ze delen de villa met 15 andere mensen. De meesten zijn student, maar er zijn er ook die net werken. Twee andere stellen in huis hebben ook een ‘samenwoonkamer’. Er zijn twee keukens, drie badkamers en vijf wc’s. Ondanks het grote aantal mensen vindt Joost het een rustig huis. “En iedereen is netjes, dat vind ik heel belangrijk”, voegt Suzan daar nog aan toe. Echt een band hebben ze niet met hun huisgenoten. “Af en toe maak je een praatje met iemand als je die toevallig tegenkomt in de keuken, maar we eten eigenlijk nooit met elkaar.”

Zitten er nog nadelen aan het wonen in Baarn? De afstand naar Utrecht bijvoorbeeld: een half uur met de trein en dan nog eens twintig minuten met de bus voordat ze in De Uithof zijn. Joost zegt het niet echt een probleem te vinden. “Kan ik lekker wakker worden.” Verder komen Suzan en Joost allebei niet veel in Utrecht. “We gaan wel eens uit eten of winkelen met koopavond”, zegt Suzan, “maar dat doen we ook wel eens in Hilversum of Amersfoort.”

Een bruisend studentenleven kennen de twee niet, en dat vinden ze ook niet erg. “Vroeger ging ik nog wel uit, maar daar heb ik nu geen behoefte meer aan. Ik ben eigenlijk altijd blij als ik weer thuis ben. Wat zijn wij burgerlijk, he?” Zegt Suzan lachend.