Zwoegen op de steppe

In China zijn haarmedestudenten jaloers op haar carriëre: de jonge Chinese biologe Shouli Li gaat overvier jaar promoveren aan de Universiteit Utrecht. Dat ze haar veldwerk moet doen inverafgelegen, hete oorden waar wolven rondzwerven, moet ze maar op de koop toenemen. Wat telt, is de kans om naar Nederland te reizen. "Alle studenten in Chinadromen ervan om naar het buitenland te gaan. Daar hebben ze alles voor over.

Corien van Zweden

De veldwerkdagen in dewoestijnachtige steppe van Binnen-Mongoli? zijn lang en eentonig, de hitte ismoordend, het tellen en meten van honderden planten is saai. De Chinese biologeShouli Li (1979) blijft er blijmoedig onder. Met een grote strooien hoed op en eenflesje water in haar rugzak vertrekt ze elke ochtend voor dag en dauw naar haaronderzoeksgebied. Vanaf het veldstation waar ze in de zomermaanden woont, is het eenuur lopen naar de vijftien plots die ze heeft uitgezet in de eindeloze golvendevlakte van zand en struiken. 's Avonds blijft de blauwachtige tl-lamp op haarkamertje nog lang branden, want hoe moe ze ook is: alle gegevens die ze de afgelopendag verzameld heeft, moeten worden ingetypt. Chinese studenten zijn eraan gewend omhard te werken en lange dagen te maken. Shouli Li vraagt zich niet eens af of ze moeis. Het werk moet af en daar gaat het om. Zo leeft ze al jaren. Om in Chinatoegelaten te worden tot het PhD-programma van een goede universiteit, moet eenlange weg worden afgelegd met veel examens in een sfeer van moordende concurrentie.Shouli Li: "Je staat voortdurend onder druk. Dat begint al op de basisschool. Jemoet er steeds voor zorgen dat je bij de besten uit jouw groep hoort. Alleen deallerbesten mogen door. Wij wonen in een land met een grote bevolking en we beseffenvan jongs af aan dat we moeten vechten voor ons plekje."Dat ze op een goede dag dekans zou krijgen om te gaan promoveren in het buitenland, had Shouli Li niet durvendromen. Ze was dolblij toen ze hoorde dat ze een beurs kreeg voor hetonderzoeksproject in Binnen-Mongoli?, dat voortkomt uit een samenwerkingsverbandtussen de Chinese Academie van Wetenschappen in Beijing en de Universiteit Utrecht."Ik kon het eerst nauwelijks geloven", zegt ze

Avondstudie

Afgelopen winter was Shouli Livoor een paar maanden in Utrecht om te overleggen over de opzet van haar onderzoek.Het was haar eerste reis buiten China. "Wat me het meeste opviel? Dat er lang nietzoveel windmolens waren als ik had gedacht!", zegt ze lachend. Maar er was nog ietsanders waar ze zich enorm over heeft verbaasd. Shouli Li: "Nederlandse studentenmaken zo weinig uren! Op een van mijn eerste werkdagen in Utrecht, vroeg ik mijnbegeleider: waar vindt de avondstudie plaats? Hij vertelde dat de meeste Nederlandsestudenten 's avonds helemaal niet studeren. Ik wist niet wat ik hoorde. In Chinazitten we van 8 uur 's ochtends tot 11 uur 's avonds op de studiezaal. Daarna ga jenaar je slaapzaal en moet het stil zijn. Je komt amper buiten."Na terugkomst uitNederland is Shouli Li zo snel mogelijk doorgereisd naar de Mongoolse steppe om haarveldwerk te gaan doen. Ze wil inzicht krijgen in de levenscyclus van vier soortenstruiken die zich ondanks de droogte en het harde klimaat in de steppe weten tehandhaven. In het gebied rondom het veldstation valt niet meer dan 300 mm regen perjaar. De verschillen tussen zomer en winter zijn extreem: in juli en augustus stijgtde temperatuur makkelijk tot 40 graden boven nul, maar in de wintermaanden kan hetzo'n 40 graden vriezen. Shouli Li: "De overgang van zomer naar winter komt vaak zoabrupt, dat planten met bladeren en al bevriezen. Voor de geiten die hier grazen,betekent dat een gevriesdroogd hapje.

" VliegtuigjesmetzadenWe logeren een week in het Ordos SandlandEcological Station waar Shouli haar onderzoek doet. Het veldstation ligteenzaam temidden van uitgestrekte zandheuvels met hier en daar wat struiken enbomen. Zover het oog reikt, is er niets anders te zien dan de dorre steppe onder eenlege, hete hemel. Shouli Li vertelt dat ze schrok toen ze het gebied voor de eerstekeer zag. "Ik wist dat verwoestijning in Binnen-Mongoli? een groot probleem was,maar ik had niet verwacht dat het zo droog en zanderig zou zijn. Je vraagt je af hoeplanten hier kunnen overleven. Ik wil onderzoeken welke strategieën planten hebbenom onder deze barre omstandigheden te kunnen overleven. Dat soort ecologischeinformatie kan gebruikt worden in de strijd tegen verwoestijning."Inmiddels weetShouli Li dat de situatie in de Ordosregio al een stuk verbeterd is vergeleken meteen jaar of tien geleden. "Het was hier een complete zandwoestijn, hebben ze meverteld", zegt ze. "Dat kwam voornamelijk door overbegrazing. Kuddes geiten enschapen vraten alle planten op. De overheid heeft toen drastische maatregelengenomen. Er werd allereerst een herbeplantingsprogramma opgezet. Het zaaien ging opeen bijzondere manier: vliegtuigjes kwamen laag over en lieten enorme hoeveelhedenzaden los. Ook kwam er een wet die de boeren in deze streek verplicht om hun geitenvoortaan op stal te houden. Er staan pittige boetes op een overtreding, maar tochhouden de boeren zich lang niet allemaal aan de nieuwe regels. 's Avonds laten zehun geiten stiekem grazen. Ik zie elke avond in de schemering kuddes langs hetveldstation lopen."Omdat het gebied dus nog steeds - zij het illegaal - wordtbegraasd, heeft Shouli Li een aantal experimenten opgezet om de effecten van vraatdoor geiten te meten. Op die manier kan ze er achter komen hoe schadelijk begrazingfeitelijk is. Een deel van haar onderzoeksplots heeft ze met hekken afgezet, zodatde geiten er niet kunnen komen. In zowel de begraasde als de niet begraasde plotswil ze de groei van haar planten gaan meten. "Dat neerzetten van die hekken was eenenorm zware klus", vertelt ze. 'We moesten de betonnen palen door het mulle zandhierheen sjouwen. Terwijl we bezig waren, zag ik in de verte opeens een paar grotebeesten lopen. Ik dacht: wat een grote honden zijn dat. Maar het bleken vier wolvente zijn! De boer die ons hielp met het plaatsen van de hekken, vertelde dat er vakerwolven rondzwerven in deze streek. Als ik nu het veld in ga, ben ik extra op mijnhoede. We nemen altijd een stok en een scherp mes mee."<ParaStyle:tussenkop>Zoutemelkthee <ParaStyle:bod>Voor een deel van haar onderzoek moet Shouli Li wat verderreizen: 130 kilometer ten westen van het veldstation heeft ze een plek gevonden waar één van haar onderzoekssoorten in overvloed aanwezig is. De reis duurt uren, want deweg is slecht en gedeeltelijk onverhard. De steppe is in deze streek vlakker dan inde buurt van het veldstation. Het is er ook stiller en schoner. De razendsnelopkomende mijnindustrie die het gebied rond het veldstation bedreigt, is hier nogafwezig. In de leegte staat de kleine boerderij van de Mongoolse familie A Yao."Wanneer ik in dit gebied aan het werk ben, overnacht ik altijd in hun huis", wijstShouli Li. "Het is een hartelijke familie. Als ik moe thuiskom, staat de zoutemelkthee voor me klaar. Je moet er boter, noedels, krakelingen, gierst en stukjesgeit in doen. Ik hou van Mongools eten. Zoute thee is goed voor je als het buiten zoextreem heet is."Shouli Li werkt sinds een paar weken samen met een bijzondereveldassistent: haar 55 jaar oude vader helpt haar bij al haar metingen. De tanigeboer uit het noordoosten van China is gewend aan zware fysieke arbeid. Shouli Li:"In China is zoiets heel gewoon: je bent familie van elkaar en dus kun je op elkaarrekenen. Mijn vader wil me dolgraag helpen, want hij vindt het heel belangrijk datzijn dochter een goed proefschrift schrijft. Zelf heeft hij nooit de kans gehad omnaar school te gaan, maar hij is slim en begrijpt heel goed waar mijn onderzoek overgaat. Bovendien is hij een enorme doorzetter. Als het aan hem lag, zouden we 'sochtends om vier uur al opstaan om te gaan werken."Tot september blijven Shouli Lien haar vader in Binnen-Mongoli? aan het werk. Daarna wordt het te koud om buiten tewerken. Ze verheugt zich erop om naar Beijing te gaan en in november vliegt ze weervoor een paar maanden naar Utrecht. "Ik mis het leven in de stad soms wel. Mijnvriend woont in Beijing en we bellen elkaar elke dag. Ik heb heel veel zin inwinkelen en internetten en lekker eten. Dat kan hier allemaal niet. Maar eerst moetik al mijn metingen afronden. Eerder kan ik niet weg. En dan maar hopen dat mijnplanten een beetje willen groeien. Volgend jaar zal ik het weten: dan kom ik terugom de hermetingen te doen." Kader De ChinaconnectieDe biologen van de Universiteit Utrecht werken al jarensamen met vakgenoten van de Chinese Academie van Wetenschappen in Beijing. Prof. dr.Marinus Werger van de Leerstoelgroep Plantenecologie en Biodiversiteit vertelt datde eerste kennismaking plaats vond in 1979. "Op een conferentie in Kuala Lumpurontmoette ik destijds twee Chinese onderzoekers, wier werk aan tropische planten inZuid-China erg leek op mijn werk in Zuid-Afrika. We hebben contact gehouden en in1984 was ik op hun uitnodiging voor het eerst in China." In de loop der jarenontstond een intensieve vorm van samenwerking en uitwisseling. Dat leidde onder meertot het promotieproject van een Utrechtse bioloog in China en tot de promotie vanvijf Chinese onderzoekers aan de Universiteit Utrecht. De afgelopen jaren hebbenbovendien verschillende Chinese postdocs in de groep van Werger gewerkt. Zelf heefthij talloze reizen door China gemaakt. Werger: "Ik werk graag met Chinezen samen.Hun arbeidskracht, ijver en toewijding zijn verbazingwekkend.